Hier lachten
opa en oma om
TOEN WE NOG OP DE SCHOOLBANKEN ZATEN
DE VRIJ
CS
12
,Stad Dockum'
■fc Stoffen
ALLE LEKKERNIJEN
VOOR DE KOMENDE
FEESTDAGEN
't Sileine ^ICrantóje leeót iedereen
o-n^/
EEN BOEMELAAR
Boekhouder Looistra is te laat en
komt in plaats van om 7 uur om
tien minuten over 7 op kantoor.
„Maar Looistra", roept zijn chef,
„waar hebt u toch den heelen
morgen rondegeboemeld?"
DUBBELZINNIG
Mevrouw Weezei moet den rector
spreken over haar zoontje. Ze meent
goed te doen den rector mild te
stemmen door te beginnen met hem
een compliment te maken: „Ik ben
er van overtuigd, mijnheer Kruis,
dat ik u veel dank verschuldigd ben,
want als u niet bestond, dan was
mijn zoon de grootste ezel".
KLEINE VERGISSING
Bezoeker, die een schilderij bekijkt:
„Schildert je moeder, Kareltje?"
Kareltje: „Ja, maar ze is daarmee al
klaar, nu hoeft ze zich alleen nog
maar te poeieren, ze komt zo".
OP DE SOOS
„En welke reden hebt u dan om dat
meisje te trouwen".
„Ik hou van haar".
„Dat is een verontschuldiging, maar
geen reden".
REDEN GENOEG
Rechter: „Hoe kon u uw chef een
bok noemen?
Beklaagde: „Omdat hij mij in den
loop van het gesprek voor mijn
hoofd stootte".
GOED AFGELOOPEN
Strik: „Onze tram botste vanochtend
tegen een vrachtwagen op".
Blik: „Bent u er goed afgekomen?"
Strik: „Ja, de conducteur was ge
lukkig nog niet langs geweest".
DE EERSTE LES
„Ja werkelijk Jan, ik kan toch wel
merken dat je getrouwd bent. Nooit
zie ik meer gaten in je kousen".
Jan: „Ja het eerste wat ik mijn
vrouw geleerd heb is kousen stop
pen".
AT JE GOOCHEM BINNE MUTTE
JE JE WOORDEN OP EEN GOU
DEN SKAAL WEGE
AT JE WERKE SONDER DOEL,
KANNE JE KREK SO GOED
ZEEPBELLEN BLAZE
EEN VROUW KAN MAR EEN
GEHEIM BEWARE EN DAT IS
HET GEHEIM VAN HOE OUD
ZE IS
Voor geurige
SINT
NICOLAAS-
GESCHENKEN
doet de Sint altijd
eerst aan
DROGISTERIJ
denken.
Voorstreek 114
AT DE NOAD HET HOOGST IS,
SAL ALLEEN EEN BESLUUT
REDDING BRENGE
Vandaag een foto van leerlingen van de Van Aebingaschool, anno 1929. Achterste rij: Jentje Beijma, Pier Vellinga,
Sikke Kindermans, Johan Drent, Gerard Dijkstra en Johan Zondervan. Tweede rij: Koen Oosterveld, Leen Ooster
veld?, Ruurd Toering, Rein de Jong, Roel Leenstra, Gerrit Faber en Harm Tolsma. Derde rij: Wimmie Lebbing,
Juffrouw Anna, Djoeke v.d. Zee, Ietje Douma, Sijke Adema, Geertje v. Duinen, Janny Stelling, Trijntje Faber, Joukje
Busman, Jaike Kindermans en meester v. Dijk. Vierde rij: Truus Bijlsma, Sippie Toering, Dirkje Postmus, Tinie
Kroes, Truus Stelling, Loes Bijlsma, Ietje Tolsma, Jantje Postmus, Zus Busman en Bonnie Dijkstra. Onderste rij:
Jan Kroes, Henk Bijma, onbekend, Auke Koning, Piet Douma en Aafje Dijkstra.
DER BINNE MEENSEN, DIE 'T
GEWELDIG KLETSE KANNE,
MAR CONVERSERE KANNE JE
DAT NIET NOEME. DE KUNST
VAN T CONVERSEREN IS, DAT
JE OEK LUSTERE KANNE NAAR
EEN ANDER
JE HECHTE MEER WAARDE AN
WAT JE MET MOEITE VERWUR-
VEN HEWWE, DAN AN WAT JE
INNE SKOOT GOOID IS
I
formaat 32 x 25 cm
f 5,00
't Kleine Krantsje
•fc Meubelen
■jür Kunst
nijverheid
Interieur
verzorging
-5^7^.
f 4—
PLATTE-
GRONDJE VAN
LEEUWARDEN
Situatie 1550