4 fdrfJeu fauje.... Friesland Bank rü/eme ^LCraiitóje leeót iedereen speeltuin van het Tolhuis. Op een consumptie van 1 glas melk a 10 cent en zelfs wel van 1 klein glaasje a 5 cent, konden we de hele middag genieten van schommels, wip en ringen, totdat Brouwers eindelijk blijkbaar vond, dat het lang genoeg geduurd had en met een: „nou mutte jimme oek weer es weggaan, meiskes" een eind aan de pret maakte. Na de boerderij van Brouwers kwam die van Kleiterp en weer een eindje verder stond het herenhuis „Blier Heme". De bewoner van dit huis was directeur van „de Philantroop", een instelling, gevestigd in het ge bouw, waar later „Sinneljocht" in gekomen is. De „Philantroop" ver schafte werk aan mannen door het doen inzamelen en verwerken van oud papier enz., wat later door „Praktische Hulp werd overgeno men! Vanuit ons huis hadden wij een schitterend uitzicht op de Zwarte- weg en op alles, wat zich daar af speelde: op vrijdagen de vrachtrij ders met paard en wagen of honder karren, op hoogtijdagen als Hemel vaartsdag, Goede Vrijdag en Pinkste ren de tilbury's en fietsen van buitenlui, die naar de stad gingen. Zoals de heer Van Dam ook al schreef, werden de paarden bij „de Bleek" uitgespannen en het land in gejaagd; een prachtig gezicht was dat, die paarden bevrijd van hun tuig, door het land te zien rennen. Ook de fietsers stapten meestal bij Klopma af om te voet de stad in te gaan. Ik meen mij te herinneren dat er op een Pinksterdag meer dan 500 fietsen gestald waren, een record voor die tijd. Een auto was toen nog een zeldzaamheid. Kwam er al eens een aanrijden, dan was het: „Kiek, een auto" en veel jongens gooiden hun pet voor de auto, om hem weer op te rapen als de auto er overheen was gereden; ze snoven daarna de benzinegeur op, die aan de pet was blijven hangen; een onbekende geur in die jaren! Geregelde passanten waren ook de militairen, die bijna dagelijks voorbij trokken, dikwijls vooraf gegaan door de stafmuziek onder leiding van Kapelmeester van den Berg en dan gevolgd door een rij vrouwen, die, arm in arm, „met de muziek mee" gingen. Een kwartiertje later zagen we ze dan weer huiswaarts keren. Halverwege het Tolhuis trof je ge regeld een groepje tamboers en hoornblazers van het 9e aan, die daar aan de kant van de weg onder leiding van tamboer-majoor Kramer hun signalen oefenden. Op zondagmiddag stond er 's zo mers altijd een koopman met een handkar met peren („goudballen") voor ons huis. Ik herinner mij, dat hij op een keer zei: „eerst krije we Marssum, dan krije we Bergum en dan zitten we in 'e hast". Hij be doelde de kermissen in die tijd van het jaar. Zo zitten wij ook letterlijk en figuurlijk in de herfst en dan komen vaak jeugdherinneringen boven. Met de beste wensen voor Uw (of eigenlijk ook ons) Krantsje. Groningen S.E. Niemendal-Gosses P.S. Bestemd voor de heer Trippenzee te Leiden: Op de foto van de Friese Scherp- schuttersbond in no. 176, welke ik instuurde, komen inderdaad nog meer bekende personen voor. Ik kende echter alleen van de voorste rij alle namen. Verder komen op de foto o.a. nog voor de heren: Goud, Overmeer, Gramsma, sgt. Dijkstra, Salverda (onderwijzer) en adj. van Schaik. KWAAD KERELTJE Die knaap met eigenwijs pince-nez naast Slauerhof op de foto in 't Kleine Krantsje nummer 176 is de onderwijzer Oosterhuis, destijds mijn mentor in klasse 3 aan de St. Anthonystraat. Hij was een kwaad kereltje, 1.60 m hoog. Had vrees onder de jongens. Hij was gehuwd met een dochter van opzichter S.R. Hëlmig. Oosterhuis had één kind - later gezagvoerder bij Rotterdamse Lloyd of Maatschappij Nederland. Van familiebetrekking met Roden huis, de spectakelmaker uit Oranje Bierhuis is geen sprake. Mei fikse fryske hanslag. K. Bakkers Amsterdam (geb. 1885 in 't Naauw) DE BOKKEBOER Ja, de Bokkeboer, ik kan mij nog herinneren, dat die daar was. Was er bij die boerderij ook niet iets van een molen? En een groot Heerehuis: daar woonde later de familie Stout in. Fred Stout was een medewerker en voorloper van Praktische Hulp. Dat heette toen de Filantroop en die mensen waren Uw eigen bank Men kent er de Friese verhoudingen en is bereid plaatselijke en provinciale belangen te dienen. Lezers klommen in de pen gehuisvest in het gebouw van de A.J.C. Zij knapten veel klusjes op, brandhout zagen en kappen en mo gelijk nog wel andere dingen. Een van hen kan ik mij nog voorstellen; een kleine invalide man, Leendert. Hij deed veel boodschappen en kwam zo ook wel in de slagerij van Van der Weide aan de Voorstreek. Bij z'n bestelling kreeg de man vaak een stuk worst. Daar was hij al heel blij mee. Die mensen hadden niet veel, geen eigen thuis, niets. Ik kan mij dit indenken, daar ik zelf ook nooit een eigen thuis heb gekend. Op de hoek van de Leeuwenhoek straat stond ook nog een boerderij van Kleiterp en 'n paar renteniers- huisjes. En rechts van de Zwarteweg was ook nog de Lekkumerdijk. Zo, nu is de hele straatweg kom pleet van die tijd. Leeuwarden H.J. ten Hulscher PAARDETRAM AAN DE WANDEL Vanmorgen ben ik met de heer Van Dam aan de wandel geweest, lezende dan, maar wat hebben wij als kinde ren vaak dezelfde weg gelopen. Ik was veel met mijn jongere broertjes' op stap en moest vaak met ze spelen. De landen hadden voor de jongens waaronder vier broers een aantrek kingskracht, dat begrijpt u wel, dus 't land in met de polstok, dan bij de door de heer Van Dam genoemde watermolen in 't water trappen; dan kwamen er kwabalen boven, Gezellig om je eigen woorden met hier en daar correctie's van Uw kant, op papier te zien. Ook de foto van de Kelders vond ik erg aardig. Mijn vroer heeft daar nog wel wedstrijden mee gereden, 't Schoot me later te binnen, dat ik n.b. de slagerij van De Vries niet eens heb genoemd, nog wel de lekkerste „leverwust" van Leeuwar den. Maar ja, er zou zo enorm veel te vertellen zijn. Van een dochter van Visser uit de Gloppe kreeg ik een brief. De af zendster heet Van Gelderen-Visser. De gashouders aan de Bleeklaan, ze zijn er niet meer.. zoals wij ze noemden en dan later hier met de pols over een sloot, dan daar. Eens was er een die zei: jongens, kulsjebreken" dat was dan met de polstok niet zijdelings maar tussen de benen springen, nou dat kan ik ook wel zei ondergete kende, maar ik vergat, dat ik rok ken aan had en dus plomp midden in de sloot. Toen naar huis de hele kluft er achter aan: „een snoek, een snoek, een hele dikke snoek!" en zo naar huis gebracht. De thuis- brengers bleven buiten wachten of ze ook jammerkreten hoorden van de snoek, die een pak slaag kreeg; dan was 't natuurlijk joelen - ja, wat was 't alles nog leuk en achteraf bekeken een mooie tijd. Die vacantie's duurden vroeger ook niet zo lang, maar een dag met elkaar naar 't Tolhuis en de speel tuin en naar 't Bos van Ypey met de uitkijktoren en er was ook een klein huisje, waar zoals wij meenden een heremiet in zat. De heer Van Dam schreef dat aan 't begin van de grote Kalverdijk boer Tijsma, woonde, dat is goed, maar ik meen dat aan 't eind van de grote Kalver dijk, die boerderij waar je omheen ging naar de Zwarteweg of te wel de Groningerstraatweg was be woond door de veehouder Poelsma; misschien later door de Leeuw, ik schrijf van voor 70 jaar terug, wat een lange tijd geleden. Naast de herberg van Klopma ston den in mijn tijd van die grote gas houders of gasketels, ja alles ver andert, die zijn er nu zeker niet meer met de gasfabriek over 't water, en die streek huizen aan het Cambuursterpad en dan verder de gardenierstuinen; wat heerlijk lan delijk in vergelijking met die beton blokken, waar ik nu tegen aan kijk en parkeerterrein voor auto's, maar ja 't is niet anders. Zo, meneer Van Dam, onze wandeling is ten einde - onbekend voor elkaar en toch mijn dank voor mijn stukje oud Leeuwarder omgeving. Groningen Mevr. Leenes LEKKERSTE LEVERWUST Mag ik U heel hartelijk dank zeggen voor de opname van mijn jeugd herinneringen in 't Kleine Krantsje van 4-11-72? Jammer genoeg kan ik de straat naam niet ontcijferen: Murkstr. 93, maar die straat is me niet bekend en in de Leeuwarder telefoongids kan ik het ook niet vinden. Bij kennissen hoop ik mijn ücht op te steken of anders, als ik U vragen mag, kan de straatnaam even in het Kleine Krantsje opgenomen worden. Graag wil ik aan het verzoek vol doen en de brief van haar beant woorden. Warnsveld C.S. Faber-de Haan Waarom zou u moeten twijfelen aan het bestaan van een Murk- straat in LeeuwardenU moest eens weten, hoeveel straten de stad er in de laatste tientallen jaren bijgekregen heeft! In ieder geval: schrijft u maar naar Murk- straat 93 en u krijgt het ge wenste contact! Red. t KI.Kr. GRONINGER STRAATWEG Het artikel van de heer J.C. van Dam in 't Kleine Krantsje no. 179 over de Groningerstraatweg in vroe ger jaren, riep bij mij vele herinne ringen wakker. Ik woonde in mijn jeugdjaren n.l. in deze omgeving en wel in het huis, waar thans het Makelaarskantoor Van der Made gevestigd is en waar na ons de Weduwe Klopma lange jaren heeft gewoond. Op bijgaande kaart zijn nog juist de ramen met jalouzieën van ons huis zichtbaar. Het witte gebouw op de hoek van de Gronin gerstraat en de Willem Sprenger- straat was de Distilleerderij van Gebr. Tak. Het grote huis tussen Werk- manslust noemde de heer Van Dam reeds, maar in de jaren 1911/15, toen wij er woonden, was er nog de Coöperatieve Winkel gevestigd, gedreven door de heer Rodenhuis. Op de bovenzaal werd 's winters dikwijls gedanst. Toen de heer Ro denhuis later „Zaal Visser" in de Breedstraat overnam, werd de win kel herschapen in het café „Stad- zicht". De boerderij op de hoek van het Kalverdijkje werd toen nog be woond door de heer Brouwers, wiens zoon het café „Oud Tolhuis" exploiteerde. Vaak gingen wij op onze vrije woensdagmiddag naar de De Groningerstraatweg ter hoogte van de Bleeklaan: een landelijk beeld..... Naar aanleiding van de foto van de laatste rit van de paardetram te Makkum in uw blad nr. 179 nog enkele bijzonderheden. Deze rit was niet in 1932, doch op 16 juli 1930 en dit was inderdaad het einde van de laatste paardetram in Nederland, vandaar dat het tramrijtuigje met goederenwagentje een plaats hebben gevonden in het Spoorwegmuseum te Utrecht. Op deze foto staan enkele NTM mensen, o.a. de heer Biezeveld, toen Directeur en een oud Leeuwarder, de heer Bauke Jongstra, Hoofdopzichter NTM (licht pak en lichte hoed) uit de bloemistenfamilie Jongstra, die naar ik meen vroeger een bloemisterij (Vervolg op pagina 5)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1972 | | pagina 4