DE LAATSTE RIT VAN DE PAARDENTRAM V. WONDERLIJK WATER WAARIN MEN NIET VERDRINKEN KAN 9 STADSNIEUWS VAN VROEGER 't mCleine ^^Cranteje leeót iedereen Het geschrijf in 't Kleine Krantsje over de laatste Nederlandse paar dentram heeft zoveel tongen en pennen in beweging gebracht, dat wij voor onze abonnee's nog eens een oude krant hebben opengesla gen met het verhaal van het afscheid van dit antieke vervoermiddel. Het is de Telegraaf van 17 juli 1930 - daarin vonden wij dit in memoriam. LEEUWARDEN, 16 juli. Toen hedenmorgen tal van gemeen telijke en andere autoriteiten, mits gaders de directeur van de Ned. Tramwegmaatschappij en een aantal verslaggevers te Harkezijl voor het laatst instapten in eenNederlandsche tram, „de laatste der Mohikanen", en het schamele en verflooze ve hikel het gezelschap naar Makkum vervoerde, hebben wij weer eens duidelijk beseft, dat op aarde niets bestendig is. Want deze zelfde paardentram, die de streek in den loop der tijden „bokkewein" is gaan heeten, werd nauweüjks 32 jaren geleden, met groen en bloemen versierd en met het dorpsfanfarecorps voorop, fees telijk ingehaald. In 1898 verwel komd als een lieflijk kind, dat door de gansche bevolking als een redden de engel, met palmtakken werd ingehaald - anno 1930 afgeschaft als een verouderd, afgetakeld insti tuut, voor niets meer deugend dan voor een stand in het Spoorweg museum tot verwonderin nen tot verwondering en hilariteit. •De plechtigheid ving aan in de wachtkamer op den driehoek te Harkezijl, waar de directeur der Nederlandsche Tramwegmaatschap pij, de heer Biezeveld, het gezel schap toesprak. BELANGRIJK FEIT Op zichzelf is het geen bijzonder feit, aldus de heer Biezeveld, dat een verouderd vervoermiddel als de paardentram vervangen wordt door de autobus. Toch meen ik, dat de opheffing er van een zeer belangrijk feit is, en wel door de omstandigheid dat hiermee de laatste paardentram van ons land verdwijnt, waardoor een hoofdstuk uit de geschiedenis van het vervoerwezen wordt afge sloten. En dubbel gewichtig acht ik dit, omdat de paardentram de oervorm is van het vervoermiddel dat over ijzeren rails wordt voort bewogen. Ik zou durven zeggen: de paardentram is de stamvader van alle spoor- en tramwegen! Spr. herinnerde eraan, dat de paar dentram is ontstaan in de 18de eeuw in de Engelsche steenkoolmijnen en releveerde verder in het kort de feiten, die er toe hebben geleid, dat ook deze lijn buiten werking moest worden gesteld: de financieele posi tie der Tramwegmaatschappij was zoodanig, dat aan dringende ver betering van rails en rollend materi aal niet kon worden gedacht. Sedert 1925, toen de autobus met de tram in concurrentie trad, is het personen vervoer gestaag verminderd, hoewel spr. dankbaar herdacht, dat het voorbij de winkels kroop. Buitengewoon mededeelzaam was onderweg de conducteur, wien van links en rechts sigaren werden aan geboden, daar hij vandaag een ge wichtig personage was en die - zoo wilde het lot het - met ingang van morgen een ambteloos burger zal zijn geworden. Maar Bonnema wordt bij leven en gezondheid dezen zo mer een week naar Holland". VIJFMAAL ZO VLUG Na een kort oponthoud te Makkum, werd de terugreis naar Witmarsum gemaakt met de nieuwe autobussen der Tramweg-maatschappij. De als -tv publiek van Makkum en Wons nog zoo sterk de paardentram „trouw" was gebleven. Onderwijl had conducteur Bonne ma voor de laatste maal de paarden ingespannen en daar rolde het ve hikel met zijn kleine coupé's en harde banken heen, het dorp Wons binnen, waar het gebel van den conducteur heden voor het laatst heeft geklonken, huistoe naar Mak kum, kalm, schuddend en voor zichtig, voorbij de klas van den hoofdmeester, die zich op de straat had opgesteld en een geestdriftig hoera liet hooren, toen het phaeno- meen van alle dagen en nooit weer, koster in de kerk, zoodat hij niet geheel ledig behoeft te zitten. Zes tien jaren is deze flinke, getrouwe conducteur, zes malen per dag het traject op en neer geweest „en van verlof heb ik nooit willen weten", verklaarde Bonnema met trots. „Ik heb een zoon in Holland wonen, maar ik ben nog nooit bij hem ge weest, want, ziet u, ik hield van mijn werk, ik heb het lief gekregen, en dan laat je je paarden niet gaarne achter in andere handen. Beste die ren, vindt u niet? Ik heb er zes, die ga ik nu verkoopen. En nu mag het mij ook eens gebeuren om eens weg te gaan. Mijn vrouw en ik zullen nu, MAKK.UM OOLI IOj3o tramconducteur geüniformeerde chauffeur bracht het gezelschap vijfmaal zoo vlug en op veel aange namer wijze naar Witmarsum terug. De nieuwe wagens zien er keurig uit en vermoedelijk zullen nu de passagiers van Makkum en Wons met weinig animo overstappen in de stoomtram met de harde banken. In het gemeentehuis te Witmarsum kwamen de tongen los! De heer Rinia ontrolde een genoege- Ijjk tafereel door zijn gekruid ver haal van den intocht der tram in 1898. Toendertijd bestond er aan vankelijk sterke oppositie tegen de nieuwe onderneming, die door de boerenbevolking „gevaarlijk voor de paarden" werd geacht. Er was zelfs in Wonseradeel een raadslid, dat in de gemeenteverordening wilde op genomen zien een clausule, waarbij den wielrijder werd opgelegd, bij het naderen van een paard met wagen, op een afstand van 25 meter van dit voertuig verwijderd, af te stappen, uit te wijken in den berm en het rijwiel achter zich te verbergen. Gelukkig was de raads-meerderheid verstandiger en op den dag van den intocht der tram kwam de stemming er zoo goed in dat een der raads leden voor het open raam geest driftig de buiten staande menigte toesprak. Zoo zeer had deze stem ming zich aan een ieder medege deeld, dat na afloop der officieele raadszitting - zoo vertelde heden de heer Rinia het onder vreugde en hilariteit der vergadering - de politie naar boven kwam, en daarna de congierge en vervolgens het geheele secretarie-personeel eveneens, om daar „den geheelen dag feest te vieren". Deze feestviering moet zich geheel volgens de regelen der kunst hebben toegedragen, want toen den volgenden morgen de burgemeester aan den concierge vroeg, waar alle wijn gebleven was, die van het feest was overgebleven, antwoordde deze verwonderd: „Overgebleven, mijn heer de burgemeester? Er was veel te weinig!" Ook andere sprekers memoreerden nog grepen uit de geschiedenis van de tram, waarna de loco-burgemees ter, de heer J. Weerstra, de samen komst sloot. EEN HUMORESKE 's Avonds werd te Makkum rondom de afgedankte paardentram, onder grooten toeloop van het publiek, een humoreske opgevoerd. Nu in derdaad voor het laatst, spande Bonnema zijn tweetal voor het om- joelde karos, dat door heeren van de Makkumer sociëteit werd bestegen. Voorop waren met reuzenletters de woorden: „Naar het Museum!" ge schilderd, en achterop las men het woord „Vaarwel", en zoo zette de stoet zich in beweging, met het Makkumer fanfarecorps gezeten op een lorrie, dat voor de gelegenheid den treurmarsch van Chopin had ingestudeerd. En toen werd het zonderling! Want klonk wel ooit een zoo weemoedig stuk bij een zoo feestelijke en ten slotte ook zotte vertooning, als deze slot-acte van de Nederlandsche paardentram er een is geweest? Als de lezer deze regelen onder oogen krijgt, is de laatste paarden tram reeds door groote wissels ge gaan en beweegt zich naar het middelpunt des lands, waar zij in het Spoorwegmuseum zal worden bijgezet. KINDERLIJKJE GEVONDEN Op 12 Mei j.l. is in een sloot aan het Kalverdijkje alhier gevonden het in staat van ontbinding verkeerend lijkje van een volslagen pasgeboren kind van het vrouwelijk geslacht. De commissaris van politie verzoekt degenen, die inlichtingen omtrent dit lijkje kunnen verschaffen, zich zoo spoedig mogelijk te melden aan zijn bureau aan de Nieuwestad, af- deeling Recherche. (1941) Op twee plaatsen in de wereld en misschien ook nog wel op andere, die wij niet kennen of die ergens diep in een oerwoud verscholen liggen, vindt men water, waarin men met de beste wil van de wereld niet zou kunnen verdrinken. Dit wonderlijke water wordt aange troffen te Salsomaggiore in Italië en te Droitwich in Engeland. Een menschelijk lichaam, dat zich in deze bronnen plonst, gaat slechts even naar onder, maar wordt oogen- blikkelijk weer door de wetten der zwaartekracht naar de oppervlakte gestuwd en blijft dan drijven. In elke denkbare positie kan men op dit water gaan liggen en dood kalm op zijn rug schuitje varen, zelfs al heeft men even zoveel kaas gegeten van zwemmen als een oli fant, of een struisvogel: twee indi viduen die in de edele zwemkunst niet bizonder thuis zijn. De baders - en er zijn er velen, die het wonder eens willen beproeven - rooken zelfs op 't water een sigaar. Ze moeten echter voorzichtig zijn het wondervocht niet in hun oogen te krijgen, want dan sterven ze van pijn. Dit water namelijk heeft een twaalf maal grooter zoutgehalte dan het water van den grooten oceaan en bezit dus een soorteüjk gewicht, dat grooter is dan menschenvleesch. Prettig zwemmen is het echter in deze pekel niet, de beweging wordt er natuurlijk zeer door bemoeilijkt: 't is ongeveer een gewaarwording of men in stroop zwemt. (1903) OA VOOR VIS NAAR NW. OOSTERSTRAAT 14 vis zoals ze 't lekkerst ls TELEFOON 28889 aoOflOQPQOMH

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1972 | | pagina 9