STADSNIEUWS
VAN VROEGER
fER M E N VOOSL
OPT® W AfXEfr.
t ^tCleine ^^.ranteje leeet iedereen
daagsche onderwijs, door den min
sten ambachtsman kunnen gelezen
worden? Wie zoude hem voortaan
belasten met het vermelden van
geleden verliezen, die hij slechts ter
kennisse van enkelen brengen kan,
nu talrijke en overal verspreide
nieuwsbladen de gelegenheid ver
schaffen, die aan duizenden gelijk
tijdig te berigten?
Schaars wordt dan ook meer het
ministerie des eenmaal zoo onmis-
baren mans ingeroepen: zelden meer
lokt het helklinkend geklep van zijn
staf de nieuwsgierigen aan het ven
ster: en de menigte ziet hem met
onverschilligheid aan, wanneer hij
nog enkele malen, van zijn vroegeren
luister beroofd, en zonder gevolg,
zich aan haar vertoont als een ver
schijnsel uit den verleden tijd, als
een herinnering aan die vroegere
dagen, toen de kappers met pruike
dozen op den rug liepen, en de
slagersknechts driekante hoeden
droegen.
BRAND IN „HET NIEUWSTE"
Bovenkamer uitgebrand
Gisteravond omstreeks zes uur za
gen voorbijgangers, die de Wortel
haven passeerden, een verdacht licht
op de bovenwoning van het mode
magazijn „Het Nieuwste". Voor een
theelichtje of een schemerlamp wa:
het te fel.
De bewoonster, mejuffrouw N. Tulp,
was niet thuis; zij had haar woning
des ochtends ruim elf uur verlaten
om een bezoek te brengen bij haar
nicht, bij wie ze dien dag zou blijven.
Intusschen was de brandweer ge
waarschuwd. Daar het begin van de
brand ontstaan was in de woon
kamer, waar de kachel des ochtends
al uit was, kon deze de oorzaak niet
zijn. De brandweer forceerde de
voordeur en bracht een slang van
de waterleiding naar boven. In den
linkerhoek der kamer, waar een
stopcontact voor de schemerlamp
was, boven de piano, werd de haard
ontdekt. Het vuur vond voedsel in
de betimmering achter de piano en
verspreidde zich daarlangs over
de kamer. Op een gegeven oogen-
blik stortte het geheele plafond in,
echter zonder persoonlijke ongeluk
ken te veroorzaken. Dat er zich een
geweldige warmte had ontwikkeld,
bleek uit het springen van twee
spiegelruiten aan den kant van de
Voorstreek. Van binnen werd het
vuur krachtig bestreden, doch ook
van buiten trachtte men de uit
slaande vlammen aan den kant van
de Wortelhaven te bedwingen. De
motorspuit behoefde geen dienst
te doen. Drie slangen op de water
leiding konden het af.
De brand heeft zich, dank zij het
krachtig optreden van de brandweer
alleen bepaald tot de voorkamer.
De zijkamer, overloop en keuken
bleven vrij van vuur.
Na een uur van ingespannen arbeid
was men het vuur meester. Wat er
echter in de kamer overbleef is een
chaotische massa, vermengd met
puin en riet van het plafond.
Het benedenhuis, het winkelpand,
bleef vrij van vuur, doch leed be
langrijke waterschade.
Mejuffrouw Tulp was verzekerd bij
de Assurantiemaatschappij Wouds
end, „Het Nieuwste" bij de Onder
linge te Leeuwarden.
(1934)
EEN VROEGER ZEER BEKEND LEEUWARDER STRAATTYPE IS PLOTSELING WEER OPGE
DOKEN EN VERTOONT ZICH WEER IN ONZE STRATEN.
HET IS DE POPULAIRE VOLKSDICHTER EN ZANGER JANTJE WOUDENBERG. ZATERDAG
AVOND ZONG HIJ, OUDERGEWOONTE, OP DE NIEUWESTAD EN VOORSTREEK ZEER
HARTROERENDE, EIGENGEMAAKTE GEDICHTEN OP HET VERGAAN VAN DE BERLIN,
DIE ALS CENT PER STUK GRETIG GEKOCHT WERDEN. TUSSEN DE COUPLETTEN IN ZONG
HIJ TELKENS „JONGENS, PAST OP DE POLITIE". 1906
DE GRACHTSWAL
werd in vroeger jaren niet onder
scheiden in de Ooster- en de Zuider-
grachtswal. Voor - in 1895 - het
nieuwe kanaal werd gegraven ston
den er nog huizen op de plaats van
de eerste Kanaalsbrug en vormden
Zuider- en Oostergrachtswal nog
één geheel. Eerst na het afbreken
van deze huizen en het bouwen van
de brug werd de behoefte gevoeld
de doorgesneden straat van twee
namen te voorzien.
DE HERSTELLING
is een houtzaagmolen geweest aan
het Zuidvliet. Helaas is de molen
verloren gegaan - net als alle andere
molens, die er eens in de stad heb
ben gestaan. Het restant van de
laatste houtzaagmolen die door
Timmermans aan de Houtpolle, is
enkele jaren geleden door een nach
telijke brand verwoest.
HET SCHOOL
MEESTERSSTEEGJE
weet u waar dat is geweest? Het
Schoolmeesterssteegje moet in het
laatst van de achttiende eeuw een
steeg zijn geweest bij de Doeke
Martenspijp op de Nieuwestad. Een
schoolmeester had daar een particu
liere school en z'n vrouw hield er
„een kleine kinderschool".
DE WASSEMASTINS
was in de late middeleeuwen een
verstrekt huis in de GroteKerkstraat,
dat later ook wel Andringahuis werd
genoemd. In 1436 schonk een zekere
Wytze Oenema een derde deel van
„Wasmanna stinze" met bijbehorend
erf aan het Sint Anthony Gasthuis,
waardoor later de Beierstraat werd
aangelegd.
Van de
JAN MUTSKESTEEG
aan de Nieuwekade is nu niets meer
over. Dit fotootje van de Jan Mut-
skesteeg werd een tiental jaar geleden
gemaakt - er was toen nog een
huisje bewoond.
DE UNIABUURT
is na 1590 ontstaan door het be
bouwen van de lege plek, waarop
eertijds het Uniahuis heeft gestaan.
DE DRIE
KRAMERSSTEEG
is genoemd naar een uithangbord
met drie kramers, dat eens in deze
steeg aan de pui van een logement
of herberg hing. De steeg werd in
vroeger jaren ook wel Munke- of
Muntesteeg genoemd.
DE BLAUWE BRIL
heette in het laatst van de vorige
eeuw een „magezijn" met verband
en verplegingsartikelen in de Ba-
gijnestraat.
DE ZWARTEWEG
is een oude naam voor Groninger-
straatweg. Het ligt voor de hand,
dat de oorspronkeüjke (modder)weg
inderdaad zwart was. In heel oude
tijden liep de weg van Leeuwarden
naar Groningen van de Wirdumer-
poort langs de Schrans, de Huizu-
merlaan en de Tijnjedijk en verder
via moerassige landen naar Tietjerk.
In het begin van de zestiende eeuw
werd geklaagd, dat het in de winter
maanden „quaet was to Lewerden
to comen, met dat het land al onder
het water lach". Daarom werd om
streeks 1530 de weg naar Groningen
geprojecteerd van de Hoeksterpoort
uit noordoostwaarts, langs de Lek-
kumerdijk, het Hoogterp en van
daar in de richting van het Tolhuis.
Drie eeuwen later werd de Hoekster-
dinger doorgegraven en een draai
brug over de stadsgracht aangelegd,
die weer veel later vervangen werd
door een overkluizing; dat is de
huidige Hoeksterpoortsbrug.
DE NIEUWE SLINGERIJ
is net als de Oude Slingerij in het
begin van de zeventiende eeuw een
herberg in Leeuwarden geweest.
Waar deze herbergen precies hebben
gestaan weten we niet.