*+i.icinc ^</v<nfA/c iccót icAct\
IVAN HET NAAUW
SLACHTOFFERS
Dat er, ondanks de voorzichtigheid
waarmee wandelaars zich over het
Naauw bewogen zo nu en dan toch
wel slachtoffers de gracht intuim el-
den, vertellen ons de verhalen, die
er nog steeds de ronde doen.
Zo is nog de geschiedenis bekend
van de joodse reiziger, die een
bezoek bracht aan de manufacturier
Van Raalte, die woonde in het pand,
waarin later Abraham de Bruin zich
vestigde. Naar de gewoonte van die
tijd werd hij uitgenodigd boven in
de huiskamer te komen, om daar
zijn zaken te doen. Hij sloot er een
order af, ging weer naar beneden
en verliet de zaak.
Terwijl hij nu - uiterst tevreden ge
stemd - breed lachend achteruitliep
en zijn paraplu hief om hartelijk te
wuiven naar de familie Van Raalte,
die zich achter de ramen op de
bovenverdieping had opgesteld, ver
gat hij in zijn geestdrift het gevaar
lijke water achter zich en plofte er
tenslotte, met een snel verdwijnen
de glimlach op zijn gelaat als een
zak aardappels in.
Als een natte hond, bibberend en
druipend van het gore grachtwater,
werd hij er aan de andere kant weer
uitgevist - met zijn paraplu, die hij
nog vast in de hand hield...
Bij een koninklijk bezoek kwam er
eens zoveel volk op de been, dat er
door het geweldige gedrang op het
Naauw verscheidene mensen de
gracht inschoven, die er gelukkig
allen tijdig konden worden uitge
haald.
Zonder de put te dempen en zonder
het verdrinken van het kalf af te
wachten, besloot het gemeentebe
stuur bij een volgend bezoek van
een lid van het koninklijk huis alle
gevaren op te heffen door het aan
brengen van een houten hek om de
gracht.
SPOTVERS
Zo werd in 1905, toen koningin
Wilhelmina op bezoek zou komen,
het grachtje afgeschermd,, maar
mooi vonden de Leeuwarders het
hekwerk niet. Er werd prompt een
spotvers op gemaakt, waarin de
dichter het omheinde Naauw met
een schapenmarkt vergeleek:
„En voor de Naauwbewoners ver
rees een statig hek
Heel netjes langs het water, al staat
het ook wat gek
Het lijkt de schapenmarkt wel, zo
midden in de stad
Maar menig dronken Dries, die
steun aan 't hekje had..."
Het mocht dan wat gek staan mis
schien, maar toen het hek bij de
drukte van het vorstelijk bezoek
zijn nut bewees; vond men het
wenselijk, dat het er nu ook maar
bleef. Zo hielden de Naauwbewoners
hun houten hekje dus, tot het werd
vervangen door de ijzeren hekken,
die er nu nog zijn.
Sinds vijftig jaar is het dus al niet
meer mogelijk, wat daarvoor nog wel
gebeuren kon. Namelijk dit, dat er
een roekeloze grappenmaker over
het grachtje van de ene zijde van
het Naauw naar de andere sprong!
Het moet een forse sjouwerman zijn
geweest, die om een gulden wedde,
dat het waagstuk te volbrengen was.
Hij stelde zich achter in de winkel
van de goudsmid Bakkers op, nam
een razendsnelle aanloop en... sprong
er inderdaad overheen!
DEMPEN
Niet altijd en niet door iedereen is
de schoonheid van dit Naauw met
zijn aardige, liniaalrechte nauwe
grachtje, met zijn mooie en harmo
nieuze oude geveltjes, hogelijk ge
waardeerd.
Het feit, dat het water van het
grachtje vijftig jaar geleden soms
even zwart en even onwelriekend
kon zijn als nu, deed de bewoners
- de hoofden bijelkaar steken en in
november 1906 richtten zij onder
aanvoering van de meergenoemde
goud- en zilversmid Folkert Bakkers
een verzoek tot de gemeenteraad
om het Naauw te doen dempen.
De raad, die in 1892 het later zo
betreurde besluit had genomen de
schilderachtige Canselarijgracht aan
de Turf- en de Tweebaksmarkt te
doen dempen, die al eerder had
besloten tot het doen verdwijnen
van de grachten aan de Nieuwe-
buren, aan de Eewal en langs het
Heerenwaltje zag het nut van het
dichtgooien van het Naauw niet in.
Tot ergernis van de adressanten
wees ze het verzoek dan ook af.
Zo kon het Naauw dus blijven
bestaan en tot de dag van vandaag
handhaafde het zich prachtig, hoe
wel er ook na de actie van de
goudsmit Bakkers nog wel eens
stemmen zijn opgegaan om het
grachtje van de kaart te vegen.
Stemmen, die gewoonlijk hun kracht
ontleenden aan de slappe argumen
ten van het stinkende water en de
rattenplaag, maar die verstomden en
nu alleen nog wel eens opklinken uit
de mond van mensen zonder gevoel
voor het weinig overgebleven Leeu
warder stedeschoon.
AT JE JE MOND HOUWE, HOUWE
JE JE KAMMERADEN
TEUGENSPOED DRAGE IS MOEI
LIJK, MAR VOORSPOED DRAGE
IS NOG MOEILIJKER
JE WETE NOOIT WAT JE KANNE,
VOOR JE HET ES PREBEERD
HEWWE
AT JE OP EEN BEPAALDE DAG
NIKS LEERD HEWWE IS 'T EEN
VELOREN DAG
DER BINNE TWEE SOORTEN ON
TEVREDEN MEENSEN;ZIJ DIET
ZICH DE HANNEN WRINGE EN
ZIJ, DIE'T SE UUT DE MOUWEN
STEKE, DE EERSTEN VELIEZE
WAT ZE HEWWE, DE LAASTEN
KRIJE WAT ZE WENSE
STIPTHEID IS DE SIEL VAN 'T
SAKELEVEN
HET LEVEN IS EEN CADEAU,
MAR JE KRIJE HET NIET CA
DEAU
JE KANNE JE WERK WEL GOED
DOEN, MAR JE MUTTE ALTIED
VELANGE OM HET NOG BETER
TE DOEN
ALLES WAT NIJ IS SAL NOG
NIET BETER WEZE
IN AFWACHTING VAN GROATE
DADEN KANNE JE ALVAST EEN
VOUDIG BEGINNE
HET BEWIES VAN GOEIE ME-
NIEREN IS OM JE NIET KWAAD
TE MAKEN OVER SLECHTE ME-
NIEREN
EEN KRACHTIGER WOORD DAN
„IK" IS „U"
SOMMIGE MEENSEN MENE NOG
ALTIED, DAT WINST MAKE EEN
ONDEUGD IS. SE HEWWE HET
MIS; AST PUNTSJE BIJ 'T PAAL-
TSJE KOMT IS VELIES LIJE EEN
ONDEUGD