IN MEMORIAM GERRIT VISSER
t kleine 3^-ranteje leeet iedereen
Gerrit Visser is niet meer. In het begin van deze maand is de nestor van de
Leeuwarder marktkooplui van ons heengegaan. Royaal vijf en tachtig is hij geworden;
bijna zes en tachtig zelfs, want hij zou nog deze week jarig zijn geweest. Ruim zestig
jaar heeft Gerrit Visser met z'n ongeregeld op de vrijdagmarkt gestaan;het was in juli
1910, dat hij hier voor het eerst met z'n pullen, potten en pannen verscheen. Gerrit
Visser is altijd een man van weinig woorden geweest. "Kost dat vaaske, Visser?"
"Kwatsje™" "En dat sldlderijke?" - "gulden™". Maar wie Visser eenmaal op de
praatstoel kreeg, werd vergast op kostelijke verhalen over zijn ervaringen in de
kleinhandel. Ook na zijn zestigjarig marktjubileum, dat in 71 met enige luister in het
gebouw Irene wwrd gevierd, is Gerrit Visser nog wel op de markt verschenen; de
laatste malen evenwel meer als meelevend toeschouwer bij de collega's, dan handelend
woor zichzelf. Zeer tot zijn ongenoegen dwong een slechter wordende gezondheid
hem meer en meer tot stilzitten, maar nu bleek, dat deze oude baas, die altijd een
toonbeeld van rust was geweest, niet berusten kon. Tot enkele malen toe kon het
Triotel hem niet binnen z'n muren houden en wellicht zou hij ook de verzorgers van
het Bonifatius nog eens het nakijken hebben gegeven, wanneer de dood hem op de
middag van de vierde januari niet had verrast. Op dinsdag de negende is Gerrit Visser
op de Noorderbegraafplaats naar zijn laatste rustplaats gebracht - het einde van een
typische ouwe Leeuwarder, want die eretitiel heeft Visser toch wel verdiend, ai heeft
zijn wieg dan indertijd niet hier, maar in Rijperkerk gestaan.
Lezers klommen in de pen
Leuke contacten
(Vervolg van
pagina 4)
gebr. Snijder. Laat nu een
kleinzoon van Snijder weer ge
trouwd zijn met mijn dochter, die
elkaar hebben leren kennen in
Hengelo op de Sociale Akademie.
Zo liggen er veel dingen weer in
het geheugen die door Uw
krantje weer leven ingeblazen
worden.
Gisteren op de t.v. werd Uw
naam, meneer de Redacteur
genoemd in verband met Reinier
Paping. Zelf heb ik in 1940 en
1941 de elfsteden geschaatst. In
1940 toen het ook bar weer was
tot Franeker en kreeg toen later
het kruis zonder vleugels. Ik ben
toen nog ontboden op het
kantoor van wijlen M.R. Hepke-
ma. Ook Cor Jongert was daar
toen weet ik nog. Later verscheen
er toen een artikel in het
Leeuwarder Nieuwsblad. Wat
lijkt het allemaal lang geleden
hè. Ik hoop dat U nog lang door
mag gaan met het Kleine
Krantsje en dat ik het nog lang in
gezondheid mag ontvangen.
P.S. Ik heb vorige week de
"reedens" nog onder gehad
in Borger in Drente en was
het ondanks mijn 64
jaar nog niet verleerd. Op
Texel is zo weinig ijs, duurt
heel lang eer het sterk is
J.D. Baarda, de vroegere
hardrijder was mijn oom. Ik
heb nog oude krantenknip
sels van zijn succesjaren in
1913.
Den Burg-Texel G. den Braven
PRUSWINNARES
Het heeft wel even geduurd maar
toch wil ik U nog mijn reactie
geven op de foto die gestaan
heeft in 't Kleine Krantsje, nr.
182: "Zij wonnen de prijzen".
Dat deze brief helemaal van
Maastricht moet komen, is dat
mijn gezin nu ruim 18 jaar hier
woont. Mijn broer J. Ponjee
stuurde mij de krant, en dat is
ook de enige van ons gezin, de
andere woont in Wolvega, en
mijn zus en ik zitten in het
zuiden
Wel is er een abuis in de namen
Zus Ponjee Veronica Smeding
en is zoals ik weet nooit ZUs
genoemd. De echte zus Ponjee is
die met het poppenhuis.
Toch is het leuk om zo een 44
jaar later nog eens een foto van je
in de krant te vinden. Ik kan mij
niet .meer herinneren dat wij
destijds ook in de krant hebben
gestaan.
U vroeg of er nog wat van die
prijzen over zou zijn. Ik geloof
dat de meesten wel een groot
poppenhuis hebben en daar
moedertje mee spelen. Het moe
dertje spelen heeft een vermeer
dering opgebracht van drie zo
nen, met mijn man meegerekend
ren ik nu 4 mannen achterna,
soms tot vervelends toe.
Het kan raar gaan in het leven,
de oorlog '14 - '18 bracht mijn
vader van het zuiden naar het
noorden, en hij heeft daar zijn
meeste jaren doorgebracht, op
het 'eind daarvan ging hij toch
weer naar zijn geboortegrond. De
oorlog '40 - '45 brachten mijn zus
en mij naar het zuiden en zo
doende zijn wij beiden hier
blijven hangen.
Dat ik in Maastricht woon vol
doet mij goed, en ik mag hier
graag wonen. Je ontgroeit de
plaats waar je bent opgegroeid,
wat niet wegneemt dat wij af en
toe toch in het noorden komen.
Ook het oude gedeelte van de
Nieuwe-Buren komt mij bekend
voor. Het andere gedeelte met de
gezellige zaterdagavondmarkt
waar ik erg graag met mijn vader
naar toe ging - er viel nog wel
eens wat af, want daar waren nog
wel eens koopjes te halen.
Veel succes wensen wij U met Uw
krant, met wat meer adverteer
ders, want een plaatselijk blad
wordt doorgaans meer uitge-
pluist dan een dagblad.
Maastricht J. Selten - Ponjee
DENKE JEM NOG WEL ES
AN SLAPPE DOUWE, ALI
AS KAPITEIN NERO,
WANNEER IE IN AKSIE
WAS OP T SAAELAN OF
ÖPPE LANGE PIEP?
TSJONGE, HU LEEP MET
DE BLO ATE FUTEN OVER
DE SABELS, OF T NIKS
WAS