MOTOR ELFSTEDENFINISH 4 Uw eigen bank Friesland Bank Abonnements geld nu nog niet betaald FOEI! Het Hotel de Klanderij, waarvan het verdwijnen ook in de kolommen van deze krant al verschillende malen is betreurd, is dikwijls het eindpunt voor Elfste dentochten geweest, enkele malen voor de deelnemers aan de marathon op de schaats, vaker nog voor de deelnemers aan de gemotoriseerde tocht langs de Friese elf steden. Deze.foto herinnert ons aan zo'n motor-Elfstedentocht in de grijze oudheid. Tal van belangstellenden hebben zich voor De Klanderij op de straat op gesteld, terwijl over de Beursbrug enkele deelnemers komen aanstuiven. Onder de belangstellenden links een groot aantal dragers van stro hoeden - dat doet ons nog even denken aan het vroeger zo populaire "hoedsje- tip", weet U nog wel? Si.leine 5~Crantóje leeot iedereen Lezers klommen in de pen OUWE HART Ik stuur u hierbij een foto van Hart de Vries. Misschien iets voor 't Krantsje? Hart de Vries was een bekend stadstype. Hij leeft niet meer. Ik heb hem goed gekend. Hij was een beste man. Leeuwarden Mevr. G. de Graaf Nu moeten we toch wel even lachen, geachte mevrouw, want de foto, die u ons toezond hebben we indertijd zelf ge maakt en wel op een moment, dat „Ouwe Hat" met z'n har monica op de Nieuwestad Stond te spelen. Wellicht is het plaatje, via de helaas te vroeg overleden heer de Vries in uw bezit is gekomen? Toen we deze foto, met nog enkele andere foto's bij Ouwe Hat bezorgden, ontkende hij met grote stelligheid ooit met zijn harmonica op de Nieuwestad te hebben gespeeldDie foto is bedrog, zei hij. „\yat kenne ze tsjinwurdig al hwat, net? aldus Ouwe Hat. Red.'t KL Kr. HERINNERINGEN De St. Nicolaas drukte is weer voorbij. Wij hebben hier een gezellige middag gehad met leuke verrassingen enz. Maar dat deed me terugdenken aan vroeger toen ik nog zo'n tien jaar was, dan gingen we de stad in Sint Nicolaastafels bekijken. De banket- en snoepwinkels hadden dan lange tafels met lakens bedekt en daar al die heerlijkheden op uitgestald, wat was dat in onze ogen een rijkdom waar we wel naar konden kijken, maar hoogstens een chocolade kikker of muis van drie centen konden kopen; meer centen had je niet. Ik weet nog best dat Geestman op de Tuinen tegen mij en een vriendinnetje zei: "Ga- ne jumme maar gauw tut, jumme kope toch niks!" Ja, je had niet meer voor die ene winkel, je moest nog meer tafels langs en daar moest je voor een dubbeltje dat moeder mee gaf ook nog wat voor kopen. Zo was het in die goeie ouwe tijd... Nog een herinnering aan de Sint Nicolaas tijd. Mijn jongste broer werd 5 december geboren, onze Christ. Ik mocht hem te doop houden, vroeger liefst dezelfde dag dat 't kindje geboren werd, dus ik op stap met een tante, een zuster van mijn vader 't Cambuurtsterpad over. 't Was bitter koud. 't Vroor hard, dus dat kind goed ingepakt en naar de Bonifatius kerk. We waren een eindje Cambuur op toen werd er tegen 't raam geklopt van de gardenier Dames. De vrouw zei: „Waar mutte jumme met dat wurmke heen?" Ik zei: „Dat is niet een wurmke, dat is mijn kleine broerke, die mag ik te doop houwe." „Wat, kom maar eens gauw hier, dat kien is doodvroren voor 't in de kerk is." Er werd een mooie kinderwagen genomen, een warme kruik er in, lekker wollen dekentje er over en mijn kleine broertje werd deftig door zijn zus naar de kerk gereden. Toen moest de wagen later leeg terug, maar een volle mand met van alles er is mocht ik naar mijn moeder brengen. U begrijpt dat ik bedankte maar dat hoeft niet hoor zeiden ze, kom er als de beien rijp zijn maar beien voor plukken. Wel, dat was aan geen dove gezegd want in die tijd van bessen plukken was 't een run van de jeugd om wat te verdienen maar toch ook om bessen te eten, want je mocht gerust wat opeten en dan nog een paar dubbeltjes verdienen. Wat was moeder dan blij. Groningen Mevr. Leenes-Visser Door plaatsgebrek hebben wij Uw herinneringen niet eerder kunnen publiceren. Wij von den ze evenwel te leuk voor de prullebak; vandaar beter te laat, dan nooit. Red. 't KI. Kr. DE ZEPPELIN Naar aanleiding van Uw schrij- veh in 't Kleine Krantsje over de Graf Zeppelin, herinner ik me een gedichtje, dat toen in de Leeuwarder Courant stond. Het ergst is dat ik niet fries kan schrijven. Maar lezen kan ik het wel. Dus zal het wel vol fouten zitten. Maar dat moet u me maar vergeven. Ik vond het wel leuk om-het op papier te zetten. En het u toe te sturen. Wie de schrijver er van was, weet ik niet meer. Want 't is zeker wel veertig jaar geleden. Maar 't zit nog goed in mijn lioofd. Ik hoop dat u er wat wijs uit kan worden. Leeuwarden Mevr. Lautenbach Een compliment voor Uw ge heugen. Helaas hebben we te weinig plaatsruimte om het ge dicht te kunnen opnemen. Red. 't KI. Kr. DE BAAIEN BROEK Toen ik laatst in 't Kleine Krant sje de foto zag van het Boshuizegasthuis, moest ik er aan denken, dat ik daar vaak geweest ben naar iemand toe. Daar kan ik U wat van vertellen. Het was in 1917, ik was in betrekking bij Ds. Boerlijst. Op een morgen vertelde mevrouw mij dat ik daar even heen moest om wat te brengen want mevrouw was jarig. Jammer dat ik de naam vergeten ben. Het was een oud mens van 80 jaar. Ik klopte aan die kleine ruitjes en toen zag ze dat ik het was. „Ja, ja, kom er maar in ik zit pas op de pot te piesen. Wat breng je voor mij mee? Lekkere soep en sinaasappelen, dat is goed" zei ze. „Leeg eerst de pot even voor mij buiten en ga dan maar zitten. Jij krijgt ook wat voor mij, want ik heb gehoord dat jij trouwplannen hebt." Zij naar het kabinet en daar haalde ze een rood baaien broek met banden uit. „Hier heb je een mooi stuk voor je uitzet. Die twee lappen heb ik er gisteren pas op gezet. „Mevrouw", was mijn antwoord „Ik heb broeken genoeg." „Zet niet zo'n raar gezicht" zei ze „er kan altijd nog wel een bij." „Wilt u dat pannetje even legen" zei ik, ik heb morgen geen tijd om het op te halen." „Nou dat zal ik dan wel even doen" zei ze. Ik die broek heel vlug verstoppen achter in een stoel. „Heb je de broek al opgeborgen?" „Ja", was mijn antwoord. „Nu gegroet" en ik vlug weg, voor ze het zag. Men kent er de Friese verhoudingen en is bereid plaatselijke en provinciale belangen te dienen. De volgende morgen kwam er een brief van haar bij mevrouw, die ik alles van te voren verteld had en wij allemaal lachen, want die broek zat haar hoog. „Doet die meid bij u ook zo?", schreef ze. Ik ben er nooit weer geweest. Drie maanden later stierf ze. Leeuwarden Mollema-Schreuder mBKmKmtKKKKBm

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1973 | | pagina 4