NOU, DAAR GA JE DAN
fa. VIS-DIRKSEN
in onroerende goederen
Transporten naar overal 1
door
Firma A. Niemendal
2
TROMP Technisch bedrijf - leeuwarden
GASHAARDEN nieuwste m odellen
Carel v. Manderstraat 1 - Telefoon 29714
Spanjaardslaan 31, Leeuwarden Tel. 05100-35555*
STEENHOUWERIJ D. ARENDS
Ru iters kwartier 47 - Leeuwarden
TELEFOON 05100 - 26335
't 3d-leine 3d-rcmtóje leeM iedereen
Nou, daar ga je dan tja, dat
gold, een paar weken geleden, het
afscheid van het Hotel De Klan-
derij. Daar moest op gedronken
worden, zij het dan in stemming
van mineur. Van links naar
rechts de heren W. Branderhorst,
J. Meyer, C. Scheepstra, J. Harke-
ma, J. Lodewijk, A. Donna en A.
Dam; alzo vijf bekende Lee-
wadders en twee Franekers.
NIEUWE OOSTERSTRAAT 8
NIEUWE HOLLANDERDIJK 1
BILGAARDPASSAGE 11
TELEFOON 3 74 00
TELEFOON 2 74 70
TELEFOON 3 01 02
LEEUWARDEN
HARLINGEN
LEEUWARDEN: VOORSTREEK 90 TELEFOON 05100 25067
Het oude vertrouwde adres voor Uw
GRAFWERK en ALLE NATUURSTEENWERKEN.
Werkplaatsen: James Wattstraat, telefoon 05100 -26805
Harlingen - Fabriekstraat 7 Telefoon 05178 2895
VELEJAREN
(vervolg van pag. 1)
toen.
Na onze eerste hartelijke begroe
tingen en hernieuwde kennisma
king, zei ie: „Kom, we gane eerst
ergens een kop kofje drinken".
Terwiel we naar een café zochten,
nam ik Gerrit es vluchtig op; ,,'n
echte Yankee was ie wudden.
Kanarie-gele skunen, een lood-
gries en duur maatcostuum, 'n
helrooie das en dat alles
bekroond met sun Sombrero of
sun sheriff-hoed. Overigens was
ie niet veul veranderd, zij het dan
dat ie sü af en toe sprak, met sun
gek keelgeluud, alsof ie een hiete
eerpel inne mon had. Toen we
gezellig zaten te praten over
„toen", spuide hij even sien gal
uut. Jim hewwe in de 53 jaar dat
ik fut was, de boel hier maar
lillijk verinneveerd, vond ie.
Verdorie, 't Vliet dicht, hotel „De
Doelen" fut, Watertoren fut,
Vanne Weerklank en Butterhoek
is oek gien syllabe meer over.
„De Houtstraten binne oek fut"
vulde ik an, „daar hestou woont
niet? In 't kleine Vierkant", 'k
Trapte hem zeker teugen 't zere
been want hij zei: „nee, nee, in 't
Grote Vierkant". Toen begon ie
op sien eigen interessante manier
te vertellen, hoe 't em gaan was
inne „States". Eerst bordewasser
in een groot hotel in New-York,
toen opkoper van oud metaal,
ouwe kapotte buldozers, enz.
enz." zeit ie, „al zeg ik 't zelf, 'k
bin aardig vooruutboerd", 'k hew
nou 500 man personeel". Nou,
daar was vast gien grootspraak
bij. Gouden tannen, die gouden
dasspeld met 't glinsterende
steentsje, had ie oek niet weg bij
't centes-joêdsje, hast an elke
vinger een gouden ring met rooie
of groêne steentsjes 'k maak
mie sterk dat ie oek zoveul om
sien toonen had. Maar dat kon 'k
natuurlijk niet siên. 'k Was
eventsjes onder de indruk, mar ik
docht by miesels: „afijn, de
volgende week kan ik mien
AOW weer ophale!" „Tja",
vervolgde Gerrit, „dat ik sü mooi
vooruut scharreld bin, dat is
komen deur mien vaste systeem
van in- en verkoop. Kiekes, as ik
wat inkocht voor 4,~ dan lei ik
daar 1,-- op bij verkoop. En was
de inkoop 10,-- dan lei ik daar
een rieksdaalder op en soodoen-
de maakte ik altied 4% winst van
mien kaptaal".
Ik knikte. Ik docht an die
moeilijke rentesommen oppe
Herhalingsschool en zei: „just
Gerrit, dat klopt". We hadden
daar nog even zitten, toen Gerrit
een papierke uut sien portefeuille
haalde, mij dat overreikte en zei:
„Kiek, hierop dit papierke staan
vier namen van nog ouwe en
héél goeie kennissen van mie. Die
wou ik dolgraag nogris opzoeke.
Dou kanst mie nou een reuze-
dienst bewieze, deur mij hun
adressen te geven. Weest oek,
waar ze wone of waar ik ze viene
kan?" Nou, ik nam 't an, keek
naar de namen en 'k kende ze
en 'k wist waar ze waren. Maar
'k wou niet cru weze en hem wat
voorzichtig voorbereidde. En ik
las en ik zei:
„No. 1, Abe Trappeimans? 'k
hoor zwaar klokgelui, sonoor
maar somber.
No. 2, Binne Trippelsma? 'k zie
vele hoeden, vele opgepoetste
hoge zijen.
No. 3. Bokke Troppelstra? 'k zie
bloemen, geurige boeketten met
linten versierd.
No. 4, Lubbe Truffelaar? 'k ruuk
kruudkoek, koffie, krakelingen
en meer van sukke lekkere
dingen.
„Nou", zei Gerrit, „hou maar op,
wast stou hoorst, siêst of ruukst,
sjakt mie lou. 'k Wou alleen
maar wete, waar wone ze en waar
vien ik ze?" 'k Zag em an en zei,
na enige aarzeling: „Welaan myn
vrind, waar ge hen vindt? Ze
rusten thans, niet ver van hier,
op 't Schapediekje alle vier.
LIWADDER.