POPULAIR IN OPA'S TDD 5 WAAR OF NIET WAAR Jan soldaat: f kleine rantoje leeót iedereen BUTEN GEBRUUK EEN JITZELUMEK 't Was inne vorige zomer op een prachtige stille en zwoele augus- tus-avond dat ik met mien eigen vrouw een autotochtje maakte langs de vredige en vriendelijke dorpkes in Friesland. We hadden het dorpke Jitzelum krek achter de rug, toen mien vrouw zei: "must daar es kieke, dat kleine kerkje daar, met dat zadeldak. Wat mooi, wat schil derachtig. Late we der nog eventsjes henegaan", 't Wudde mie trouwens al laat genoeg, maar ja, wat doêne je, as je vrouw je 't su vriendelijk vraagt hé? 't Ston op een terpke, eenzaam en verlaten, midden in 1 land. 'n Smal en slecht onderhouden landwegje voerde der naar toen. Toen we der waren, zagen we dat het een biezonder fraai kerkje was; 13e of 14e eeuws, gotische stijl maar, helaas, erg vervallen, bouwvallig en verwaarloosd, krek as 't kleine kerkhofke der omhene. De grafzerken, voor zover nog niet kapot of omvallen, stonnen schots, scheef en briek deur mekaar hene en 't geheel was overwoekerd met lang gras en onkruud. Het totaal verroeste, wel twee meter hoge smeedieze- ren hek, dat in vroeger jaren de toegang verleende tot dit doden- akkerke, hong scheef inne bijna deurroeste scharnieren en was met gien mogelijkheid open te krijen. 't Was te zien; kerkje en kerkhofke waren al tientallen jaren buten gebruuk. We liepen der even omhene, genoten van de mooie omgeving, van de stilte en landelijke rust en van het avondliedsje van de merel en één vanne hoge kastanjebomen, 't Wudde al zwaar schiemerig en we suden just terugkeere, toen der onverwachts een van achter dat kerkje vandaan kwam. "Kiek", zei mien vrouw, "hoe kan dat nou su gauw? Krek binne we 't kerkhofke omlopen en toen was der niet een te sien 't Ja, ik was oek verwonderd, maar wist vooralsnog oek gien oplossing te geven. Maar afijn, die "ene", die was er dan. En die onbekende begon rustig, traag zelfs, daar heen en weer te lopen. Zo, inne halve duustemis te zién, zou 'k zegge, een stokoud en broodma ger manneke met lange witte baard, holle ogen, sterk ingeval len wangen en totaal kale schedel. Hij liep daar met een wat voorovergebogen hoofd, ban nen oppe rug; as in gepeins verzonken. 't Liekt wel of ie oppe bus wacht" spotte mien vrouw, "zou 't een uut het dorp weze kanne"? "Miskien", zei ik, "miskien dat ie inne vorige eeuw of nog eerder, een Jitzelumer was, maar, volgens mij, hoort ie vandaag de dag hier tuus; op dit plekje grond en nergens anders". Langzaam kwam ie in onze richting. Zacht klepperde sien schoesel, of wat het oek maar was, oppe platte grafstenen. Op 't moment dat ie ons voorbijliep, zei ik, zo tussen de iezeren spijlen van het hek deur: n'avend, eh, Opa. Kom, Verder lezen op pag. 8 VOOR DE OUDERE LEEUWARDERS HEEFT DE AANWE ZIGHEID IN LEEUWARDEN VAN HET NEGENDE REGIMENT INFANTERIE IN VROEGER JAREN HEEL WAT BETEKEND: HOE GRAAG MOGEN ZIJ NOG HERINNERINGEN OPHALEN AAN MARSEN VAN DE SOLDATEN DOOR DE STAD, WAAR BIJ HET MUZIEKCORPS AAN DE KOP VAN DE STOET DOOR TIENTALLEN JEUGDIGE BEWONDERAARS PLACHT TE WORDEN OMSTUWD. DEZE TWEE FOTO'S ZIJN IN DIE TIJD GEMAAKT. OP DE ENE ZIEN WE DE SOLDATEN WILS KRACHTIG DOOR DE ARENDSTUIN MARCHEREN, OP DE ANDERE ZIEN WE ZE VERMOEID IN DE KAZERNE TERUG KEREN. EN, WE KUNNEN HET DUIDELIJK ZIEN, ALTIJD TREKKEN ER HELE HORDEN SUPPORTERS MEE, MEEST JONGELUI, MAAR TOCH OOK WEL OUDEREN - JAN SOL DAAT WAS EEN POPULAIRE FIGUUR IN OPA'S TIJD! HUIL MAAR NIET. 1IC1ALJE 6EUX3EVEW/ VOOR EEN NIEUWE BALLON

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1973 | | pagina 5