ZAG IK IN EEN FLITS DE NAAM JONGMA STAAN RIJDEND DOOR DE HUIZUMERLAAN 5 c~, Door Mr.J. C.BDL SUeine S£raiifo/e leeet iedereen EEN CIVIELE PROCEDURE, WAARIN IK ALS GETUIGE MOEST OPTREDEN, VOERDE ME ONLANGS NAAR LEEUWARDEN. DAT ZOU EEN FEEST VOOR ME ZIJN GEWEEST ALS MIJN GOEDE VRIEND PIEM VAN "DE KROON" NOG GELEEFD HAD, WANT IK WAS DAN BESLIST EEN NACHT OVERGEBLEVEN OM TE KUNNEN GENIETEN VAN ZIJN BONS MOTS, VAN ZIJN GASTVRIJHEID, VAN ZIJN UITSTEKENDE WIJN EN Z'N ONVERBETERLIJKE MAALTIJD. DIT KON HELAAS NIET MEER ZO ZIJN, WANT TE VROEG WAS HIJ WEGGEROEPEN OM IN HET WALHALLA DE WIJN TE SCHENKEN VOOR ZIJN GESTORVEN VOOROUDERS. DE KROON, ZOALS DIE NU IS, HEEFT GEEN AANTREKKING MEER VOOR MIJ, HOEZEER DIT HOTEL OOK MAG AANGEPAST ZIJN AAN HET MODERNE BESTAAN. ALLES PRACHTIG EN NIEUW, MAAR ZONDER HET SFEERVOLLE EN INTIEME VAN VROEGER. IK VERLIET LEEUWARDEN DUS WEER ONMIDDELLIJK, NADAT IK MIJN BURGERLIJKE PLICHTEN HAD VERVULD. Omdat ik op tijd wou zijn was ik te vroeg van mijn woonstee vertrokken en kwam zodoende een uur voor de zitting in Leeuwarden aan. Deze tijd moest worden zoekgebracht en als vanzelfsprekend wendde ik het stuur naar de Huizumerlaan, waar ik geboren was. Ik meen, dat het Freud is, die gezegd heeft, dat de mens nooit helemaal loskomt van de moederschoot van de plaats, die hem beveiligde tegen alle narigheid en virulentie van de wereld en dat hij daarom onderbewust de innigste binding houdt met de omgeving, waarin hij terecht kwam na zijn geboorte. Ik kan hem daarin wel volgen, want als men het verleden aan zijn geestesoog voorbij laat trekken dan nemen in het kaleidoscopisch beeld, dat ont staat, ongetwijfeld de "mémoires intérieurs" aan de jeugd en de omgeving, waarin men die doorbracht, de schoonste vormen en kleuren aan. Ongeacht de uiterlijke verande ringen, die in de loop der tijden mogen hebben plaatsgevonden, in werkelijkheid of omdat men heeft leren relativeren en de din gen tegen een andere achter grond projecteert, blijft in de "in nerlijke herinnering" het plekje, waar men zijn jeugd heeft doorgebracht een der mooiste op aarde. VERANDERINGEN Deze gedachten kwamen onwil lekeurig bij me op, toen ik via de "spoorhekken" en de Schrans in de vroeger zo mooie Huizumer laan was terechtgekomen. Zij had substantiële werkelijke ver anderingen ondergaan. De hoek, waar vroeger de sigarenwinkel van Bijlsma gevestigd was, werd V nu ontsierd door een spiksplin ternieuw lelijk bankgebouw. De proeftuin aan het begin links en de tuinderij rechts, ongeveer terhoogte van het nu overwoe kerde Tjallinga - weeshuis waren verdwenen en op de plaats van de eerste was een affreus groot gebouw verrezen, terwijl op de plaats van de andere een huizencomplex bezig was te verrijzen. Ik laat nu maar in het midden, dat de lommerijke lindebomen, die in de laan destijds zo'n landelijk aanzien gaven, eveneens waren verdwe nen. Maar ook de veranderingen minder opvallend waren, hadden zij een ander aspect gegeven aan dat wat in mijn herinnering voortleefde als een subliem woonoord. Ik vond de hele Laan er maar wat sordide en armetie rig bijliggen. Natuurlijk, de in mijn jeugd reeds niet meer nieuwe woonhuizen waren meer dan een halve eeuw ouder geworden, maar daarom hadden ze er nog best fleurig bij kunnen staan. Maar het gaat met huizen blijkbaar als met mensen, die niet meekunnen met de te snel veranderde omstandigheden. Een tijdlang houden zij de strijd vol en geven dan de moed volledig op. Wie ooit displaced persons is tegengekomen weet wat ik bedoel. Langzaam reed ik de "laan", die zoveel in mijn jeugd had betekend, en die helemaal niet meer op een laan geleek, waar ik gevoetbald, geknikkerd en ge sleed had (heerlijk dat sleden, als het 's avonds vroeg donker was en de gaslantaarns reeds aange stoken) op en neer en vluchtig gingen de beelden aan mij voorbij. Tijd om uit te stappen had ik niet, maar ware dat wel het geval geweest, ik zou geen zin hebben gehad in een nadere en meer gedetailleerde beschou wing. Deze zou slechts aanleiding geweest kunnen zijn tot een vertekening van het geliefkoosde beeld, dat mij voor ogen blijft staan. Aanleiding, doch zonder resultaat, want de innige binding, die in de memorie blijft bestaan, gaat gelukkig nooit verloren. DE NAAM JONGMA In een flits zag ik nog de naam Jongma staan op het perceel, dat al sinds mijn prilste jeugd door de familie van deze naam wordt bewoond. P. Jongma om precies te zijn. Dit moet dan Petrus zijn of Paulus, want met deze namen werd door de oprecht Rooms- Katholieke tuinder Jongma de tweeling gedoopt, die hij kreeg, toen ik een jaar of tien was. Wat een verrukkelijke herinneringen kwamen er bij mij op, toen ik aan de oude heer P. Jongma, zijn vrouw en hun talrijke kroost terugdacht. Hoeveel gelukkige uren heb ik niet doorgebracht op de grote moestuin, waarop hij met keihard werken, later gesteund door zijn groter wor dende zoons (en soms door Ome Piet) de boterham verdiende voor zijn grote gezin, dat een voorbeeld was van orde en discipline. Zijn oudste twee zoons, waarvan de tweede later priester werd, waren mijn vriend jes en hoe groot de - toenemende - schare kinderen ook mocht zijn (nog extra uitgebreid, omdat deze groothartige mensen ook nog een weesgeworden neef in hun gezin opnamen) er was, als dat zo uitkwam, ook nog wel een plaatsje voor mij. Dit gezin en hun oprechte geloof, waarmede zij niet te koop liepen, maar dat ze ook niet onder stoelen en ban ken staken, maakte op mij een diepe indruk. Ik weet nog hoe ik er bij mijn vader en moeder op aandrong om toch vooral R.K. te worden, omdat de oudste zoon mij had verzekerd, dat hun huis, vanwege hun geloof, nooit door de bliksem getroffen zou kunnen worden en ik was in die tijd doodsbenauwd voor onweer. De voortdurende aanwezigheid van baby's was voor mij een grote Verder lezen op pagina 8 Alle Jongma's op een foto, die uit omstreeks 1926 dateert. Achterste rjj: Bouwe, Tinie, Ype, Agatha, Broer, Betty, Dominions en Broer Douma, de pleegzoon. Voorste rij: Wietske, Moeder Jongma, Paul, Vader Jongma, Annie en Plet. Op de foto boven het echtpaar Jongma, gefotografeerd in 1952, toen het vijftig jaar was getrouwd. Driejaar later is mevrouw Jongma overleden; de heer Jongma overleed In 1962. Ype, Bouwe, Piet en een zoon van Dominicus, die evenals Broer overleden is, zitten nu nog in het bekende tuindersbedrijf.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1973 | | pagina 5