Pas verschenen:
Ook verkrijgbaar bij de
betere boekhandel
en bij
FENNO SCHOUSTRA'S
Publiciteitskantoor
Leeuwarden
160 PAGINA'S
STAMPVOL FOTO 3 Fl. 2730
KAATSEN
SCHAATSEN
FIERLJEPPEN
SKUTSJESILEN
8
HET GEZELLIGE LEEUWARDEN
Vervolg van pagina 2
DE JONGMA'S EN DE HUIZUMERLAAN
Vervolg van pagina 5
't 3£(ei>ie ^.ranteje leeet iedereen
FRIESLAND SPORTIEF
Elfstedentocht
VREDEMAN DE VRIESSTRAAT 1
(NAAST EMMAKADE 39)
BESTEL TELEFONISCH (05100 - 20302)
EN HET WORDT U (IN LEEUWARDEN) DIRECT THUISBEZORGD.
(CONTANTE BETALING)
U KUNT OOK GIREREN 981062 T.N.V. FENNO SCHOUSTRA
grote zak om haar lichaam. In
deze zak had ze haar slütkorf
geplaatst waarvan het hengsel
duidelijk zichtbaar was. Zij was
niet karig in het doen van
inkopen. Val van levensbehoef
ten had ze nodig. Een goeie klant
zal de kruidenier wel gedacht
hebben, toen ze uitgekocht
scheen te zijn, ging de koopman
de waarde van de gekochte
posten uitrekenen. Dit ging één
voor één en zo ook deed die
vrouw die in haar mand. Toen
haar de slotafrekening werd
getoond en ze zou betalen kwam
ze tot de ontdekking, dat ze haar
beurs had vergeten. Maar dit
was, volgens haar, geen bezwaar,
ze zou de korf met boodschappen
hier even laten,- in de hoek van de
winkel en dan gauw naar
huisgaan om geld te halen. Maar
haar terugkeer duurde lang, het
sluitingsuur was daar en de
koopman ging al de winkel
opruimen en zag zich genood
zaakt de korf met de gekochte
spullen even te verplaatsen. Heel
licht kwam hem toen het gewicht
vóór. En wat bleek? De oude korf
had geen bodem, de koopman
was door de bodemloze korf in
haar boezelaar terecht gekomen.
Dit verhaaltje is historisch en ik
hoop dat er lezers van 't Kleine
Krantsje zijn die dit kunnen
bevestigen.
Nog een ander slütkorf verhaal,
ook waar gebeurd, schiet mij te
binnen. Ook hier nam men het
niet zo nauw met het "mijn en
dijn".
VRIJER MEEGENOMEN
Een dienstmeisje had haar vrijer
meegenomen om - op de Put -
boodschappen te doen. Met
zekere trots stapte zij, haar
vriend aan de ene arm en de
boodschappenmand in de ande
re, door de vrolijke Jodebuurt. Na
volbracht winkelen ging men
even verpozing zoeken op het
Jacobijner Kerkhof. Hardstikke
duister was het hier, slechts een
enkele gaslantaarn straalde enig
licht uit. Men vond weldra, bij de
Grote Kerk een rustig stil en
donker hoekje. De Slütkorf werd
op de grond geplaatst en het
liefdespel nam een aanvang.
Maar er is een tijd van komen en
een tijd van gaan, zodat ook hier
de tijd van vertrek aanbrak.
Maar, o schrik, de volgeladen
korf was verdwenen, nergens
meer te vinden. Zeker had
iemand, toen het jonge paar zich
vleide in 'Amor's armen", krui
pend over de gronddoor duister
nis omhuld, zich van de slütkorf
meester gemaakt.
De thuiskomst van het dienst
meisje bij haar mevrouw zal wel
minder prettig geweest zijn dan
dit scharrelpartijtje bij de Grote
Kerk.
Zover ik weet hebben dc beide
Leeuwarder "stillen" Stevan en
Turksma met al hun speurtalen-
ten, ooit licht kunnen brengen in
deze duistere "slüskorf'i tragedie
trekpleister, omdat ik altijd van
kleine kinderen heb gehouden.
Naast Mevrouw Jongma, 'n
geweldige vrouw en moeder, staat
ook sterk in mijn herinnering een
hulp in de huishoudig, die zij
hadden en die Regina heette.
Deze voerde vaak de hele
kleintjes, die ze dan op schoot
had, door het eten eerst voor te
kauwen en het dan in de gretige
mondjes te laten verdwijnen. Ik
weet nog, dat ik dat toen vies
vond, temeer omdat Regina, die
overigens een schat van een mens
was, nu niet bepaald een
verzorgd gebit had, waarin
bovendien enige tanden ontbra
ken. Als ik er nu aan denk vind
ik het helemaal niet vies meer - ik
ben in de loop der jaren met écht
vieze dingen geconfronteerd -
doch hartverwarmend. Wat een
prachtige samenhang in dat
gezin, waarin de vader - en op
bescheiden wijze ook de moeder -
tot aan zijn dood, op hoge leeftijd
de "baas" was. Hij had een
natuurlijk gezag, dat al zijn
kinderen ten goede kwam en die
daarom, bij mijn weten allen, tot
nuttige leden van de samenleving
zijn opgegroeid. Hij had een
sterk karakter, een sterk geloof,
waarmee niet te marchanderen
viel en was een steunpilaar van
de maatschappij. Hij, zijn vrouw
en zijn kinderen behoren onbe
twistbaar bij mijn mémoires
intérieurs.
Toen ik op mijn terugweg naar
de eigenlijke stad de "spoor-
hekken" weer was genaderd
ontbrak het oude beeld van de
watertoren. Het was of uit een
oud bekend familieportret een
van de gefotografeerde personen
was uitgeknipt, het daardoor tot
een onvolmaakt geheel degrade
rend.
Het was inmiddels tijd geworden
om een parkeerplaats voor mijn
auto te zoeken in de buurt van
Droevendal, waar het Kantonge
recht is gevestigd. Deze vond ik,
na enig zoeken wantook
Leeuwarden is vergeven van al
die lelijke blikken dingen op
wielen - op het Noordvliet. Of all
places óp en niet aan het
Noordvliet, want dit romantische
water was als zovele andere ten
offer gevallen aan de Moloch van
het verkeer. Tempora mutantur
et nos in illis, maar hier kwamen
de veranderingen wel hard aan.
Ik had geen behoefte om nog
meer slagen te laten toebrengen
aan mijn zoete herinneringen en -
zoals reeds gezegd - omdat ook
mijn goede vriend Piem van de
Kroon niet meer in leven was, liet
ik, na de zitting, Leeuwarden
achter me, met het gevoel van de,
door de Carmiggelt van Leeu
warden, "Liwadder", in het
Kleine Krantsje van 7 april j.l.
beschreven, Friese Amerikaan,
die vond. dat men de stad
verinneveerd had.
Een „zusteruitgave" van het standaardwerk De Schaatsen Scherp
EEN PRACHT BEZIT VOOR ELKE FRIES
Door Fenno L. Schoustra
Mmtï: