FIETSCLUB TOGIDO MOCHT KUNSTEN VERTONEN OP KONINGINNEDAG 6 'f 3^(eine 3<Crantóje- leeót iedereen DE VORIGE MAAND HEBBEN WE IN 'T KLEINE KRANTSJE BERICHT OVER DE LEEUWARDER FIETS CLUB T.O.G.I.D.O., EEN GEZELLIGHEIDSVERENIGING VOOR JONGELUI, DIE ZEVENTIG JAAR GELEDEN WERD OPGERICHT EN IN HET BEGIN VAN DEZE EEUW GEDURENDE ENKELE ZOMERSEIZOENEN EEN BLOEIEND BESTAAN HEÊFT GELEID. EEN UITERST CURIEUS NOTULENBOEK, VERLUCHT MET FRAAIE PENTEKE NINGEN VAN DE LATER BEROEMD GEOWRDEN PIET VAN DER HEM, IS EEN VAN DE WEINIGE BEWAARD GEBLEVEN HERINNERINGEN AAN DEZE CLUB; AAN DE HAND VAN DIT NOTULENBOEK KONDEN WIJ KOMEN TOT EEN RECONSTRUCTIE VAN HET WEL EN WEE VAN T.O.G.I.D.O. De activiteiten van de vereniging beperkten zich uiteraard niet tot het maken van fietstochtjes naar Tietjerk, Hardegarijp, Oranje woud of Olterterp; er werden zo nu en dan ook „veelbewogen" vergaderingen gehouden, er kwa men daverende feestavonden en.... er kon zelfs voor de burgerij van Leeuwarden worden gede monstreerd. Dat laatste gebeurde op de 31e augustus 1903, de verjaardag van Koningin Wilhel- mina: de Oranjecommissie had T.O.G.I.D.O. toen de vererende uitnodiging gestuurd om „haar kunsten te komen vertoonen op het Wilhelminaplein" en wan neer wij nu, zoveel tientallen jaren later, het verslag lezen van deze festiviteit in het notulen boek, dienen we wel te bedenken, dat de Leeuwarders van anno 1903 nog nauwelijks wisten, hoe een fiets er uit zag; nog heel klein was het aantal mensen, dat zelf in het gelukkige bezit van zo'n „rijwiel was. Grote menigte menschen „31 Augustus, 's namiddags 2 uur" aldus het Notulenboek. „Het afgebakende Wilhelmina plein was omringd door een groote menigte menschen, die stonden te wachten op de dingen, die komen zouden. „Daar komen ze riep een jongen, die zich als heraut verdienstelijk maken wil de. En ze kwamen. Het waren de leden van onze club, die hunne kunsten voor het volk zouden vertoonen. Vooraan reden de zaalrijders met hunne dames, dan volgden de andere leden, die mee zouden doen aan het ringrijden en aan de ballenrace. De damesfietsen waren, door middel van de bezitsters van heerenfietsen met bloemen ver sierd. Al gauw nam het zaalrijden een aanvang. Vooral het vormen van poortjes en het zwenken van 8 viel bij het publiek zeer in de smaak, 't Was jammer dat de harde wind zoo lastig was, maar toch liep alles vlot van stapel, zoodat de heer H. Nolet, die het zaalrijden leidde, wel succes had. Toen begon het ringrijden, waarbij de paartjes geschouderd reden. De jongens dienden alleen maar voor steun, zoodat eigenlijk alles van de meisjes afhing. Da's gien minnen ien Onder allerhande uitroepen van het publiek werden de ringen gepikt of niet gepikt, waarbij de handigheid van de „dames" nogal vrij wat uiteenliep. Het publiek maakte verscheidene opmerkingen als: „Da's gien minnen ien", „da's een kwaje", „die kan zich wel opberge" enz. De uitslag was als volgt: le prijs Rika Boersma en F. C. bij de Ley; 2e prijs Sara van W. van Noord en H. Nolet; 3e prijs Hannie Attema en F. T. Huisenga. Even daarna hoorde men: „Bliksem, die kerel breekt sien nek". De Praeses was, zonder om z'n waardigheid te denken, bezig met de ballenrace. Hij probeerde op z'n fiets te komen, ja menschen, hij probeerde. Maar onze Praeses, die anders het hoofd altijd omhoog hield, hij ging nu ten onder, dat wil zeggen onder z'n fiets, onder 8 ballen en onder een bordje. Maar hij kwam weer boven, ofschoon hij niet weer op zijn fiets geweest is. Eigenaardige tochten werden er verder door sommige leden gemaakt, bijvoorbeeld onzen amateur-photograaf. Hij viel met bord en ballen op de vloer, terwijl zijn fiets deftig een poosje op z'n eentje doorstoof. Nadat hij de ballen weer opgezocht had, reed hij met een oervaart verder om aan het einde der baan een paal te omarmen, waarna zijn- fiets dezelfde manoevre van zoeven herhaalde. Eindelijk ging het om prijs en premie. De premiewinnar kwam niet eens van de streep, zoodat de heer Buys met eere zijn fietslantaarn als le prijs behaal de. De tweede prijs kreeg T. bij de Ley en de derde F.T. Huisenga. De touwen werden losgemaakt en het publiek drong naar voren, waardoor de fietsers bijna in het gedrang geraakten. Onder een vluchtig „tot vana vond" werd afscheid genomen. Tot zover deze levendige be schrijving in het notulenboek, dat trouwens ook melding maakt van wat er met dat „tot vanavond" werd bedoeld: dat was de prijsuitreiking van het Oran jecomité in de Harmonie; de jeugdige leden van T.O.G.I.D.O. mochten er bij zijn en kregen een „deftige plaats" in een gereser veerde loge. De prijsuitdeeling zou om 9 uur plaats hebben, maar om dien tijd was nog geen van de commissieleden aanwezig. T werd 10 uur En jawel, het werd 10 uur. Wij moesten ons zelf maar zoolang amuseren. Voor de leden van T.O.G.I.D.O. was dit echter maar een kleinigheid. Met het zingen van 't„Hoempahue" hadden we niet weinig succes. Trouwens er werden nog heel wat andere liederen uitgejammerd. Om streeks 10 uur deed de heer Schoondermark onder een luid hoera z'n intrede en spoedig volgden zijne collega's. 't Eerst werd een woord van dank gebracht aan de dames-zaalrij- ders. Ze werden aan de bestuurs tafel uitg^noodigd en kregen daar als dankbetuiging elk een keurig bouquet. Bepaald amu sant was het nu om te zien, hoe ze heel vertrouwelijk, waarschijnlijk onder invloed van een aantal flesschen wijn, die op en onder de tafel stonden, bij het bestuur bleven plakken. Daarna werden de prijswinnaars verzocht om hunne prijzen in ontvangst te nemen, en ook zij, door het goqde voorbeeld, namen deel aan de wijnfuif. Het bestuur toonde zich meede- deelzaam, misschien al te erg want „the champagne was too sweet" en sommige heeren waren hierop niet verdacht. Het bal werd nu door de leden van T.O.G.I.D.O. geopend met de „Pas de patineur" en toen deze dans afgeloopen was, trokken we ons weer in onze loge terug. Nog enkele malen had T.O.G.I.D.O. de eer om alleen te dansen. Onder een allerbeste stemming werd het bal tot laat in den nacht voortgezet, waarna de leden paarsgewijze de zaal en de Harmonie verlieten. Weemoedig terugdenken Aldus het enthousiaste verslag in het notulenboek, waaruit we treffend de sfeer kunnen proeven van het amusement en het uitgaan in opa's tijd. De betrokkenen, voor zover nog in leven, zullen nu zeker respecta bele leeftijden van tussen de tachtig en de honderd hebben bereikt en zij zullen bij het lezen van deze herinneringen zeker met weemoed terugdenken aan die onbezorgde jaren van hun jeugd, nu welgeteld zeven decen nia geleden. Zo bracht Piet van der Hem de belevenissen van de leden van TOGIDO op de Hemelvaartsdag van 1903 in beeld .Z'n fraaie werkstuk werd als prentbriefkaart uitgegeven - een zeldzame kaart Het was nauwelijks overdreven te zeggen, dat Juffrouw X een leven lang voor de hulpbehoevende oude tante had gezorgd; al heel jong kreeg ze haar zorgen toever trouwd en nu ze voorgoed afscheid nam, moest ze zelf zeker al aardig in de richting van de zestig lopen. Troost bij Tante's overlijden was de gedachte, .dat Juffrouw X nu een onbezorgde oude dag tegemoet kon zien; daar had Tante, kinderloos, maar schat- en schatrijk zeker wel voor gezorgd. Behalve Juffrouw X verschenen er op het afgesproken uur nog negen neven en nichten op het notariskantoor, maar zelfs de pot gedeeld door tien leverde nog stellig voor ieder een vet spaarvarken op.Aldus mocht worden verwacht, maar hoe is het geschied De negen neven en nichten - zo had Tante bepaald - kregen ieder een negende deel van de nalatenschap, waarmee ze waarlijk in de wolken waren, want dat was nog een onthutsend hoog bedrag en Juffrouw X, „die altijd al zoveel van katten gehouden had", kreeg, U raadt het al, die kreeg de kat. Als extra dank voor dik veertig jaren trouwe dienst....

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1973 | | pagina 6