Omsloten buurt AAN DRIE ZIJDEN OMSLOTEN DOOR HET WATER VAN EEN GRACHT EN AAN DE VIERDE DOOR DE BREDE HANIASTEEG, VORMDE HET GROOT SCHAVERNEK MET ZIJN AANGRENZENDE DONKERE DOORGANGEN ALS DE SMALLE MOLEN— EN DE HOEKI GE WOLVESTEEG EENS EEN GEHEEL APARTE BUURT, DIE LANGE TIJD EN NOG NA HET WEGVALLEN VAN EEN VAN DIE GRACHTEN ALS SCHEIDINGSLIJN, ZIJN EIGEN KARAKTER BEHIELD. HET WAS DE BUURT VAN DE NIJVERHEID, VAN DE BEURTSCHIP PERS EN VRACHTRIJDERS, EEN BUURT, WAAR HET NOOIT STIL, MAAR ALTIJD GEZELLIG EN SOMS NOGAL LUIDRUCHTIG WAS, WAAR MEN EEN GOEDE VIJFTIG JAAR TERUG HET GELD GEMAK KELIJK LIET ROLLEN, DE LICHTE DAME GEEN ONBEKENDE EN DE DRONKENSCHAP EEN VEEL VOORKOMEND VERSCHIJNSEL WAS. NU IS HET EEN BUURT, DIE LIJKT UIT TE RUSTEN VAN HET BRUISENDE LEVEN EN DE UITSPATTINGEN VAN TOEN, DIE KWALIJKE ZAKEN NAUWELIJKS MEER KENT, WAAR DE NIJVER HEID (EN DE GEZELLIGHEID AANZIENLIJK ZIJN VERFLAUWD. 't kleine 3Crantóje leeót iedereen HET SCHAVERNEK: Precies vijftien jaar geleden schreef Fenno Schoustra, de redac teur van t Kleine Krantsje, een reeks artikelen over bepaalde hoeken van het oude Leeuwarden. Het is nu, zoveel later, interessant te lezen, hoe toen zijn visie was. Belangwekkend is ook te constateren, wat er sindsdien allemaal veranderde. In de jaren na de eeuwwisseling vormden het Schavernek en de Noorderplantage voor de wereld van het vervoer een belangrijk centrum, dat het water- en weg transport broederlijk bijelkaar bracht. De vrachtrijders kwamen met hun paardenwagens op een pleintje van de Plantage, waar nu - tussen het huis met de zwarte zwaan en het tot late bloei gebrachte theehuis - het snelver keer om de rotonde heendraait - de beurtschippers kwamen in het grachtje, dat het Klein van het Groot Schavernek gescheiden houdt. BEURTSCHIPPERS De vrachtrijders met hun paar denwagens komen er al lang niet meer, maar sommige beurtschip pers meren hun bootjes - als een halve eeuw geleden - nog altijd aan de kade van het Groot Schavernek: woensdags kapitein De Vries met het bootje voor Jorwerd en Beers, dinsdags, donderdags en vrijdags kapitein Dijkstra met zijn bootje voor Wijns. Zij vormen de laatste levende herinnering aan die gezellige tijd van handel en nij verheid, die het Schavernek eenmaal een van Leeuwardens nijverste hoekjes deed zijn. De mensen, die er woonden hadden bijna allen wel wat te maken met die handel en het vervoer. Het waren hotelhouders, kroegbazen, logement- of slaap steehouders, zadelmakers, eige naars van stalhouderijen. Het Groot Schavernek was voor alles de straat van de café's - er zijn er in de loop van de jaren zeker wel een stuk of tien geweest. Precies in het midden, waar nu de rijkskweekschool is, troonde breeduit Het Wapen van Friesland, het hotel van Weide- ma, dat in die heerlijke oude tijd nog vigelantes naar het station liet rijden om er gasten af te halen. ELSTEDENTOCHT Daar waren - in 1912 - ook de start en de finish van de eerste, door de vereniging van mr. Hep- kema georganiseerde Elfsteden tocht. Naast dit forse gebouw leunde, onbescheiden tegen de grote broer aan, het hotelletje van Elzinga, waar men angstvallig Snorrewietske woonde er ook-» vasthield aan de oude tijd, waar met een kaarsje naar boven liet niemand wist, wat stromend gaan. water was en men de gasten nog Aan de andere kant van het Het Groot Schavernek met midden links het (deftige!) Hotel Wapen van Friesland van Weidema.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1973 | | pagina 6