VERLEDEN TDD
E
t 5^/eine 3£rantó/e leeót iedereen
ZE zun ER RIET IR EER
u
Lekkere) Saus kenden ze mis
schien alleen maar op het Vliet,
omdat deze schipper en kok -
bij - de - rijkelui daar woonde
en in die omgeving ook altijd en
altijd maar sprak over de
lekkere saus, die hij weer voor
de heren had klaar gemaakt.
In een stellig nóg beperktere
kring wordt de bijnaam Het
Leipend Oog gehanteerd ("hèt
alttied tranen inne ogen"), net
als die van z'n kameraad Het
Wakend Oog, maar weer meer
stadgenoten hebben Halve
Kracht gekend, een kleine
sjouwerman van het Vliet, die
balen meel van tweehonderd
pond op z'n nek droeg of het
niks was.
DE KIENDERDILFKES
Hoogbejaarde Leeuwarders van
nu weten nóg van de angsten in
hun jeugd voor de Kienderdief-
kes. twee ouwe wiefkes, die
woonden in een huisje aan de
Breedeplaats en van wie werd
verteld, dat ze kinderen stalen:
"oppasse hoor, niet bij de
Groate Kerk komme, daar
woane de Kienderdiefkes
Ook Nunne Pis, alias Kleverige
Jenne, alias Pekel 88, alias
Skurft inne beerd had er - bij
de jeugd in de binnenstad - de
schrik goed in: "must hierkom-
me, sa'k die fiengrieme..."
Maar dergelijke dreigementen
werden er eertijds door bekende
figuren van de straat wel meer
geuit: "ik sal die an ribben
snije, ik sal die doadsteke" en
meer van dat fraaie - nu we
zoveel jaren verder zijn, weten
we, dat het er nooit van
gekomen is: er is geen enkel
stadstype ooit voor moord of
doodslag achter de tralies
gegaan...
Leeuwarders, die vroeger in de
buurt van het Vliet hebben
gewoond herinneren zich na
tuurlijk Bokkes Met Neuzen;
dat was een vrouw uit het
Gouden Huuske, die bokkingen
verkocht - kleine bokkingen met
hele grote koppen. Dat moeten
echte Lemster gedroogde bok
kingen zijn geweest, die er nu
niet meer zijn. Soms tikten
kinderen bij dit bokkingvrouw
tje op de ruiten om te roepen:
Bokkes met Neuzen - Koppen
as Reuzen 1".
DE LULTSJEMAKER
Vaak tasten we in het duister
voor wat de oorsprong van
bijnamen betreft, maar Bokkes
net Neuzen is dus verklaard,
evenals de bijnaam van de man,
die bij Dorema aan het
Zuidvliet de oren aan de potten
maakte: dat was de Lultsjema-
ker...
Maar van tal van andere bijnamen
weten we nauwelijks meer dan
de naam zelf: Slappe Juriaan,
de Snoekekoppen, Het Petret,
Jan Petat, alias de Peerdekop,
Haaye Soesbol, Het Galgebekje,
de Radja, de Paljas, Sulveren
Manus, Sikke Bol en Rafles -
om er zo voor de vuist weg
maar een paar te noemen. Om
te eindigen bij de man, die nog
niet zo lang geleden burgemees
ter van Leeuwarden was. Piet
Spuitwater noemden ze die. En
hij heette niet eens Piet! Het
was de bijnaam van zijn -
geheelonthoudende - vader, die
op hem overging, want dat
verschijnsel zagen we vaak: de
vader had een bijnaam, de zoon
kreeg hem als een merkwaardig
erfstuk op z'n verdere levensreis
mee....
Rechts boven: Ernstige Bon
ne, rechts beneden: Vrolijke
Bonne