FRISO BIOSCOOP: MAI VOOR DE JEUGD IN B I cine ^.rantcje leeet iedereen Het herzien van filmbeelden uit het grijs verleden is, evenals het bladeren in oude nummers van vroegere periodieken, zoals „de Prins", „het Leven" en wat dies meer zij, altijd een verrassende bezigheid. Men reali seert zich dan vooral, hoe snei de tijd verloopt, hoe met een sneltreinvaart de ene generatie de andere op volgt en hoe vlug mensen, die eens mede het lot van de wereld bepaalden, in vergetelheid geraken. Slechts de namen van de zeer groten op allerlei gebied duiken dan nog in de herinnering op, terwijl honderden en duizenden anderen hun betekenis volledig hebben verloren. Hun meningen zijn achterhaald door de ge beurtenissen daarna. Hun streven heeft hooguit een miniscuul deeltje toegevoegd aan het veelkleurig gobe lin, dat historie en ontwikkeling heet. Vooral de ontwikkeling van de techniek in de laatste vijftig jaar, die, tengevolge van twee wereldoorlogen het menselijk vernuft tot fantastische uitvindingen bracht - weliswaar in de eerste plaats om te vernietigen, maar daarna toegepast voor vreedzame doeleinden - is voor de gewone mens nauwelijks of niet meer te volgen. Het is haast niet te bevatten, dat in de jaren na de tweede wereld oorlog er meer staal en energie is verbruikt dan in alle duizenden jaren daarvoor, waarover de his torie zich uitstrekt. De ruimte vaart is alleen mogelijk, omdat de computer in staat is in enkele seconden berekeningen te ma ken, waarvoor anders tientallen geleerden jaren nodig zouden hebben. Zoals men de vorige eeuw wel de eeuw van de industriële revolutie noemt, spreekt men thans van de eeuw van de toegepaste wiskunde. Met dat al is de mogelijkheid niet uit gesloten, dat er nog eens een Arke Noachs nodig zal zijn om de bestaande specimina van flora en fauna te redden als de tover- leerlingen van tegenwoordig niet in staat zouden blijken te zijn de opgerov^,... krachten, die eigen lijk alleen aan bovenzinnelijke wezens zouden moeten toebeho ren, te beheersen. Misschien is de waterstofbom voldoende af schrikwekkend om de mensheid de uitbanning van oorlogen te garanderen, die Nobel voor ogen stond, toen hij het dynamiet uitvond. Deze gedachten komen onwille keurig bij iemand op, als hij bijvoorbeeld op het bioscoop doek de beelden ziet verschijnen van een bezoek van Koningin Wilhelmina in 1913 aan Frank rijk, waar zij door de toenmalige minister-president Barthou - die in 1934 in Marseille tegelijk met koning Alexander van Joego slavië zou worden vermoord - op een luchtvaarttentoonstelling wordt rondgeleid. Koddig doen de beeldjes aan van de zich, ten gevolge van de onvolmaakte techniek, nog houterig voortbe wegende figuurtjes, die als in een marionettenspel door draadjes schijnen te worden geanimeerd. PRACHTIGE UNIFORMEN De Franse officieren met hun prachtige uniformen en lange sabels, de soldaten, die planken leggen op het modderig terrein om H.M. het lopen te vergemak kelijken, H.M. zelf en ook de minister-president lijken op me chanische poppen, die, niet volle dig meester van hun bewegingen, schokkerig heen en weer gaan. terwijl de wielen van de voorwe- reldse auto's bij het rijden achteruit schijnen te gaan. in plaats van vooruit. DOOR MR. H. BUL. Ook denkt hij dan aan de eerste bioscoopvoorstellingen die „Pa- thé-Frères" in een tent gaf ten tij de van de Leeuwarder Kermis op het Zaailand, zo'n dikke 60 jaar geleden. Deze bioscoop (Gr. bios=leven en scopein=zien) heette toen nog cinematograaf (bewegingsnoteerder) en stond in de buurt van het Gerechtshof bij het Ruiterskwartier. In zijn her innering staan nog duidelijk ge grift de vliegende zeemeeuwen boven een bewegende zee. Merk waardigerwijs zou de eerste „sprekende film", die hij in 1930 zou zien eveneens vliegende zee meeuwen vertonen, maar nu ver gezeld van hun doordringend ge krijs. Maar vooral doemt voor zijn geestesoog op de Friso-bioscoop op de stille zijde van de Nieuwestad, die hij sinds zijn 8e jaar op Zondagmiddag mocht bezoeken, als hij tenminste gedu rende de week goed had opge past, z'n schoolwerk naar beho ren had gedaan en geen aanlei ding had gegeven tot verstoring van de harmonie in het huisge zin. Nu, dat gebeurde nog al eens en de straf werd als bovenmate zwaar ondergaan als de vrindjes wel mochten en genoegen moest worden genomen met de verha len achterna van wat ze hadden gezien. NU TIVOLI De Friso-bioscoop, die thans Tivoli heet, speelde reeds in de jaren van voor de eerste wereld oorlog een geweldige rol in het leven van de kleine jongens van toen en zou dat in toenemende mate gaan doen al naar mate de techniek zich ontwikkelde en de films boeiender en spannender werden. Hij oefende een onweer staanbare aantrekkingskracht uit en de Zondag was een verlo ren dag.als je niet de elf centen in je handje gedrukt kreeg, die be taald moesten worden voor een plaats op de tweede rang, d.w.z. tien cent voor de entréc en één cent stedelijke belasting. Met welk een intens verlangen spoed de je je niet naar dat geheimzin nige gebouw, dat van een kerk veranderd was in een sprookjes paleis, dat je verplaatste in opwindende indianen- en cow- boyoorlogen met grote helden als Eddie Polo en later Tom Mix en zijn beroemde paard, in de avon turen van Nick Winter de detec tive of in de wonderlijke komische situaties, waarin Char lie Chaplin - toen nog Billie Ritchie - Fatty Arbuckle, Ernst Lubitsch, Max Linder, Harold Lloyd en de Keystone-cops konden geraken. Maar ook in de minder begrepen taferelen, waar in de liefde - altijd op kuise wijze weergegeven - een rol speelde. Ondergetekende moest van het geziene altijd een opstel maken, in de eerste plaats om hem de Nederlandse taal te leren hante ren. maar ook om z'n vader gerust te stellen, dat van de bios coop - zoals vaak werd beweerd - geen funeste invloed uitging. Er ging van de Friso-bioscoop wel een geheimzinnige invloed uit, die geaccentueerd werd door de dubbele rij pilaren, waartus sen zich de houten klapstoelen bevonden en waarnaast de gangpaden waren, door het ge temperde licht, ook gedurende de pauzes en door de ondefinieer bare lucht van een slecht geventi leerde ruimte, zoals die ook aan wezig kan zijn in pakhuizen, waar slechts weinig gewerkt wordt. DOORLOPENDE VOORSTELLING 's Zondags was er altijd een door lopende voorstelling vanaf twee uur 's middags en zij bestond meestal uit het wereldnieuws, een of twee komische filmpjes van een of twee actes en een hoofdfilm van vijf actes. Telkens als er een acte gedraaid was ging het licht op en verscheen er op het doek een mededeling, dat nummer zo-en-zoveel was verlo pen, hetgeen wilde zeggen, dat men de zaal moest verlaten, als op het entree-biljet, dat men had gekocht dat nummer stond ver meld. Dit om te voorkomen, dat men zou blijven zitten als men het gehele programma had ge zien. Er was een oude portier en zaalwachter met grijs haar en grijze snor, gekleed in een zoge naamde driekwart geklede zwar te jas, die toezicht hield, dat dit voorschrift werd nageleefd. Het behoeft geen betoog, dat gepro beerd werd langer te blijven zitten dan waarop men recht had, door bijvoorbeeld kruipend onder de stoelen een andere plaats te bereiken. Soms gelukte het zodanig te manoeuvreren, dat men het gehele programma twee maal zag. Daarvan was echter geen sprake als alle plaatsen waren bezet en door een rij wachtenden de opengevallen plaatsen onmiddellijk weer wer den bezet. PIANOLERARES De films werden altijd begeleid door een pianolerares, op een piano, die onder het doek stond en waarop zij urenlang, bij het spaarzame licht van een afge schermde lamp, die de geheim zinnigheid verhoogde, zo toepas selijk mogelijke muziek wegha- merde. Haar komst, zo omstreeks twee uur, werd altijd met spanning afgewacht en met ge juich begroet, omdat din de voorstelling kon beginnen. Zij was een korte, vrij dikke verschij ning, zij woonde in de Schrans en was in de ogen van ondergete-

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1973 | | pagina 6