TIGE TREKPLEISTER OUDE LEEUWARDEN ,,FRISö Bioscoop-Theater, De laatste dagen van Pompei*. Vaaaf bedes tot en met 28 November. DE PRACHTIGE KUNSTFILM Naar dien beroemden roman van Edward Bulwer.Lytton, Speelduur onreweer 2 uur. 't fü/eme 3Crantóje leeót iedereen kende een phenomenale kunste nares. Soms was er een explica teur, die plaats nam op een verhoging, aangebracht aan een van de pilaren in het midden van de zaal, of die zich langzaam voortbewoog in een van de gang paden en de mensen voorbereid de op de volgende taferelen, hoe wel deze door schrifturen er tussen in - niet eronder zoals te genwoordig bij vertalingen van buitenlandse films - ook werden aangekondigd. Er waren explica teurs, die door hun voordracht de spanning aanmerkelijk wisten te verhogen en aan wie een acteur was verloren gegaan, althans in het gehoor van de jeugdige toe schouwers. Het was een onschuldig, spaar zaam toegemeten, genoegen, waarmede de mensen van toen, ook de ouderen, zich vermaak ten. Men kan zich dat tegenwoor dig, nu men door de beeldbuis doordrenkt wordt met en verza digd geraakt door ontelbare mo gelijke en onmogelijke films, nauwelijks meer voorstellen. Nu trekken nog alleen films van een bedenkelijk allooi, zoals Turks Fruit en Blue Movie, die de mensen tot „voyeur" maken, volle zalen. Deze ergeren eigenlijk meer door het opdringerig verto nen van de geslachtsdaad in al lerlei standen, die nu eenmaal volgens objectieve fatsoensnor men niet in commune gesavou reerd kunnen worden, dan door hun inhoud. Zij doen denken aan de foto's, die vroeger door de onrijpe jonge zeeman in Port- Said of Suez van Arabieren gekocht werden en in het geniep aan hun vriendjes thuis getoond. ONTEVREDENHEID Zij behoren waarschijnlijk bij deze tijd, waarin de mens blijk baar met de welstand niet goed weg weet. Die dikwijls geken merkt wordt door ontevreden heid, onbegrepen onlust en waarin begrippen als prestatie, loyaliteit, vaderlandsliefde, be roepstrots, discipline en gezag niet meer „in" zijn. Een tijd, waarvan Toon Hermans zegt, dat „uit in is en aan uit". Met zijn fijne spot geeft hij de tegenwoor dige situatie beter weer dan een drs. in de sociologie in een lang ademige verhandeling. Panta rhei (alles stroomt), de spreuk, waarin de leer van de eeuwige verandering van de boei ende Griekse filosoof Heraclitus is samengevat, mag een grote waarheid bevatten, men zal alle aeilen moeten bijzetten om te voorkomen, dat de stroom tot een onbeteugelbare cataract wordt, die alles, wat ethische waarde heeft, vernietigt. U moge het schrijver dezes verge ven, dat hij zijn opgekropt ge moed even lucht, maar er zijn vele maatschappelijke verschijn selen, die hem benauwen en die de welstand kunnen doen keren in het tegendeel. In de tijd van de Friso-bioscoop was het natuurlijk ook niet allemaal botertje tot de boom en gelukkig is er sindsdien in de maatschappij veel ten goede veranderd, is de armoede practisch uitgebannen, althans in ons land en de meeste landen van West-Europa en kunnen vrijwel alle mensen rustig hun oude dag tegemoet zien. Maar als de vergelijking van de films, die de mensen vroeger boeiden met die, welke thans de grootste belang stelling trekken, typerend is voor het verschil in denken en doen tussen toen en nu, dan zijn de sastreuze gevolgen niet denkbeel dig. Het Romeinse Imperium ging ook aan te veel welstand te gronde. Waartoe gedachten aan de Friso-bioscoop en oude filmbeel den al niet kunnen leiden!

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1973 | | pagina 7