WILLEM GODHELP: GRONDLEGGER ZELFBEDIENINGSZAKEN..... HU LIET Z'N KLANTEN ZELF INSCHENKEN DOOR J. C. VAN DAM V 't I^-leine 3^-rantóje leeet iedereen IHENNY SNUDER Er mogen nu heel wat horecagelegenheden in Leeuwarden zijn, ook heel vroeger zocht men na afloop van de dagelijkse werkzaamheden graag z'n vertier in een bierhuis of een kroeg. Het aantal gelegenheden waar men een borrel of een glas bier kon krijgen, achtte de minister Dr. Abraham Kuyper echter te groot. Hij voerde zijn Drankwet in, die een belangrijke vermin dering te weeg moest brengen. Naar het getal inwoners per plaats werd het aantal drank verko pende zaken nu bepaald. Deze drankwet werd door de Leeuwarder straatzanger Jan- - tje Woudenberg verduidelijkt met zijn lied: „Kuyper heeft zijn zin gekre gen en de drankwet is er door Leve Kuyper, hoor ik roepen Door 't geheelont houderskoor Alle kroegen worden kerken 't Is nu met de drank gedaan Inplaats van een stevige borrel Biedt de kelner je de bijbel aan!" moppen getapt, waarvan som migen zeker niet de censuur gepasseerd zouden hebben. Het Oranje Bierhuis, eerst ge ëxploiteerd door de heer Blok, later door Roukema, verdient hier extra te worden vermeld. er luidruchtig gezongen. Frisia had in 't Oranje Bierhuis een aparte tafel. Daar op stond een vlaggetje in de blauw-gele kleuren van de oude L.A.C. De humoris tische Henny Snijder zwaaide hier de scepter. Na de eerste glazen bier kwam de vlag in top, maar kwamen een paar leden wat boven hun bier, dan werd de vlag halfstok.gehesen. WILLEM GODHELP Ook een erg gezellig bier kroegje was dat van de heer Boersma in de Heerestraat. Veel Leeuwarders sloegen daar een biertje achterover. Voorheen was dit café korte tijd in handen van de heer Willem Godhelp, die ik in dit schrijven ook even aanhaal. „Honkvast" kon men Willem niet noemen, want zo er iets van betekenis „ten lande" plaats vond was ook hij van de partij. Dit was ook het ge val, toen men hier in Leeuw arden vernam, dat er een gro te scheepsramp was gebeurd bij Hoek van Holland. Oude ren onder ons, het zal in 1902 GEZELLIGE BIERKROEGJES Van de vele bierkroegjes, „Kneipers",die de stad kende, noemen we slechts enkele: Het Oranje Bierhuis, ook wel „De Kuil" genaamd, op het Raadhuisplein, de gezellige bierkroeg van Klaas Eygelaar in de Ossekop, het Piepe- laadsje van Douwe Gramsma achter op de Voorstreek, 't Friesch Koffiehuis op de Wir- dumerdijk en het Gouden Wagensje op de Nieuwestad. Hoogst gezellig kon het daar toegaan. Om de stamtafel, voorzien van kranten en de geïllustreerde bladen: De Prins en Wereldkroniek, waarin dagelijkse gebeurte nissen met veel humor werden besproken. Ook werden er In deze bierzaak had men een Eerste Kamer en een Tweede Kamer, zoals in onze staatsin stelling. In de Eerste Kamer zaten echte ouwe Leeuwar ders onder de voortreffelijke leiding van de welgebouwde heer Eduard Lampe. Niet iedereen werd daar zomaar toegelaten. Minder vaste klanten of tijdelijke bezoekers werden op vriendelijke wijze verwezen naar de Tweede Ka mer. Erg vrolijk kon het er op feestdagen toegaan. Met Sint Nicolaas klonk in beide Ka mers uit volle borst het Spaanse Volkslied: „Zie ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan, en brengt ons Sint Nicolaas, ik zie hem al staan!" Het Kerstfeest werd plechtig gevierd, maar ook dan werd WAT EEN GRAPPEN... Wat zijn er door de jaren heen, in dit oude bierhuis een grappen uitgehaald! Te veel om op te noemen. Eén echter dient hier in 't kort te worden vermeld. Een zekere heer Rodenhuis, ook een gezien lid van de Eerste Kamer, speelde in 't grappen maken nogal eens een voorname rol. Deze oude heer had, als soldaat, de Tiendaagse Veldtocht in Bel gië meegemaakt waarover hij graag mocht vertellen. Maar hij was niet al te snugger en werd nogal eens in 't ootje genomen. Dit was ook het geval, toen de krant er volgens de heren in 't bierhuis, mel ding van maakte, dat de Franse generaal Boulanger hem hier in Leeuwarden zou komen bezoeken en hem, van wege zijn verdiensten als krijgsman, te decoreren. Daar de heer Rodenhuis de edele lees- en schrijfkunst niet machtig was, las men hem dit grote nieuws voor. De krant waarin dit bericht zogenaamd stond, werd hem onderstebo ven ter inzage gegeven, zodat hij zichzelf ook van de waar heid kon overtuigen. Groot scheeps werd deze grap, want dat was het natuurlijk, op touw gezet. Het zou voor ,,'t Kleine Krantsje" te veel plaatsruimte vergen om dit grote gebeuren tot in de fines ses te beschrijven maar het moet enig in zijn soort zijn ge weest: huldiging op 't bordes van het stadhuis, een muziek korps aanwezig, een rijtoer in een open landauer met de heer Rodenhuis naast de ge neraal; een tocht door de stad die door honderden stadgeno ten werd gadegeslagen. Alles was piekfijn georganiseerd. Men had er in die ernstige ja ren wel iets voor over om der gelijke grappen ten uitvoer te brengen en waarover men da gen kon praten. Het Oranje Bierhuis van Roukema Verder lezen op pagina 7

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1973 | | pagina 5