GEEN STALHOUDERIJ MEER AAN
Gebroeders Poelsma nu aan Dokkumer Trekweg
Vader liep in hooivork,
EINDE VAN EEN TRADITIE
VRESELIJK ONGEVAL
BU GROOTEGAST
t T^.leine 3<.rantóje leeót iedereen
DEZE WEEK IS ER EEN EIND GEKOMEN AAN EEN TRADI-
TIE, DIE ETTELIJKE TIENTALLEN JAREN HEEFT GEDUURD: O A \TT A A T> T\ C T" A A T^T
DOOR HET VERHUIZEN JONGSTLEDEN MAANDAG VAN DE WT /A 1^1 ZA I J 1^1
FIRMA POELSMA NAAR DE DOKKUMER TREKWEG ZIT ER A A 'm"m' -m^Ê
NU GEEN STALHOUDERIJ MEER AAN DE SPANJAARDS
LAAN. DE JONGEREN ONDER ONS HEBBEN NOOIT ANDERS
DAN DE STALHOUDERIJ POELSMA AAN DE SPANJAARDS
LAAN GEKEND, MAAR OUDERE LEEUWARDERS ZULLEN
ZICH NOG HERINNEREN, DAT IN VROEGER JAREN DE
STALHOUDERIJ SCHAAP Z'N BEDRIJF IN DITZELFDE PAND
GEVESTIGD HAD.
ook alweer twee zoons bij zich in
de zaak, André, zes en twintig en
Klaas, negentien jaar oud.
Overigens is het karakter van het
bedrijf, afgezien van het verdwij-
heeft het bedrijf zich geheel op
het begrafeniswerk gespeciali
seerd en dat gebeurt dus al lang
niet meer op de ouderw ctse
manier met die zwartgelakte
Postma voor enkele jaren ge
bouwde grote loods achter de
huizenrij van de Dokkumertrek-
weg, waar het bedrijf van
Poelsma dus sedert maandag ge-
De huidige bedrijfsleider van
Poelsma, de heer Piet Poelsma
(50) zou niet kunnen zeggen,
wanneer zijn stalhouderij precies
is opgericht, maar hij weet wel,
dat zijn grootvader, Petrus Poels
ma, in vroeger jaren als scheeps-
jager naar Harlingen ging. Deze
Petrus begon in een boerderijtje,
dat gestaan heeft op de plaats,
waar nu de Frico is.
De beide zoons van Petrus, Mein-
dert en Andreas, traden in de
voetsporen van vader en stichtten
de Stalhouderij en Sleperij Ge
broeders M. en A. Poelsma. Zij
hadden hun bedrijf aanvankelijk
in de Burmaniastraat, maar ver
huisden in 1923 naar de Span
jaardslaan, waar tot dat moment
de Stalhouderij van Schaap geze
ten had.
Precies vijftig jaar
Precies vijftig jaar hebben de
Poelsma's hier dus hun bedrijf
gehad met alle romantiek, die er
eertijds aan zo'n ouderwetse stal
houderij verbonden was. Want
romantisch was het zeker, al
thans in de tijd, toen er nog
hoofdzakelijk piet paardekrach-
ten werd gewerkt.
De heer Poelsma herinnert zich,
dat ze in de oorlogsjaren zo'n vijf
en dertig paarden hadden en het
waren de Poelsma's ook, die het
langst met deze edele viervoeters
hebben gewerkt: in 1953 gingen
de.laatsten de deur uit, toen er
nog een stal met twintig paarden
was.
Van de oude garde is er niet één
meer in leven (grootvader Petrus
overleed in 1930, de broers
Meindert en Andreas stierven in
Eerste klas begrafenis van Stalhouderij Poelsma in vroeger tijd: twaalf dragers aan weerszijden van de lijkkoets. De heren met de steekhoeden
zijn van links naar rechts Biesma, Persijrt en Hans Dijkstra. De foto is op de „Stienserstraatweg" voor Sonnenborgh gemaakt.
respectievelijk 1942 en 1970),
maar nog lang zullen er Poels
ma's de scepter kunnen zwaaien
in dit oeroude Leeuwarder be
drijf, want Piet Poelsma heeft nu
nen van de paarden, geheel ver
anderd, want in tegenstelling tot
vroeger, toen er getrouwd en be
graven werd en er bij Poelsma
ook huurritten mogelijk waren.
koetsjes en stemmig geklede dra
gers naast de lijkkoets, maar met
glimmend gepoetste auto's.
Die auto's zijn nu ondergebracht
in een door de houthandelaar
vestigd is.
Alzo geen stalhouderij van Poels
ma meer aan de Spanjaardslaan -
alweer ging er iets verloren van
het oude Leeuwarden
WILLEM GODHELP
(vervolg van pagina 5)
of in 1903 geweest zijn, zullen
zich deze ramp nog wel herin
neren. De boot „Berlin" die de
vaart onderhield van „Har
wich" Engeland naar de
„Hoek" was door woeste gol
ven op de pier van Hoek van
Holland geworpen en in twee-
en gebroken: de passagiers
verkeerden in doodsgevaar.
De uitgezonden reddingsbo
ten konden het schip door het
noodweer niet benaderen. Ze
zouden of tegen het schip, of
tegen de pier te pletter slaan.
Vanaf de Hollandse kust was
deze ramp te zien. Hierbij ver
loren honderden mensen hun
leven. Ook een Leeuwarder,
de heer van der Meulen van
de Oostergrachtswal heeft er
het leven bij ingeschoten.
Duizenden mensen togen
naar Hoek van Holland om
getuige te zijn van dit drama
tisch gebeuren. Ook Prins
Hendrik toonde belangstel
ling! Met een echte zeemans
pet op (waardoor hij later de
naam kreeg van „Hein Pet")
begaf zich in een reddingboot.
Maar ook onze caféhouder
Willem Godhelp was van de
partij - ook hij wilde deze zee-
catastrophe van nabij zien.
Vol vertrouwen verliet hij zijn
zaak in de Heerestraat en liet
de bediening hierin over aan
zijn kleine kelner Piet, zodat
de bierdrinkerij gewoon kon
doorgaan. Ondanks zijn afwe
zigheid kwam er dan toch nog
geld in 't laatje. Maar naar
het scheen voelden zijn klan
ten zich op die dag meer dors
tig dan gewoonlijk. Piet kwam
handen te kort en kon zijn
werk niet aan. Doodmoe ging
hij tenslotte bij een tafeltje
zitten, ook met een glas bier
voor zich. Het stelletje café
bezoekers bediende zich toen
maar zelf. De bierkraan stond
niet stil, met ware vakmans
kunst vulde iedereen zijn
eigen glas. Betaling was er
niet bij. Het was hier zelfbe
diening in de ware zin van het
woord. Toen Willem later -
met een lege portemonnaie! -
uit Hoek van Holland terug
kwam vond hij ook z'n bierva
ten en het geldlaadje zo
goed als leeg. Jongens, wat
een strop - maar wat zou het.
een troost voor hem zijn
geweest, wanneer hij toen had
beseft dat hij de grondlegger
was voor de zelfbedieningsza
ken van déze tijd
MEN MELDT ONS UIT DRACHTSTERCOMPAGNIE, D.D. 13
OCTOBER.:
IN DE ONMIDDELIJKE NABIJHEID VAN ONS DORP ONDER
HET BEHOOR VAN DE GEMEENTE GROOTEGAST IS EEN
VREESELIJK ONGEVAL GEBEURD.
EEN ZOONTJE VAN A. B.. OUD P.M. 14 j AREN, MOEST VOOR
ZIJN VADER EEN BOODSCHAP DOEN AAN DE ZUIVELFA
BRIEK.
HIJ BLEEF WAT LANG WEG, WAARDOOR HIJ HET
MISNOEGEN. VAN ZIJN VADER OPWEKTE. DEZE NAM HEM
DAAROVER ONDER HANDEN EN DIENDE HEM EEN
OORVEEG TOE. IN DRIFT ONTSTOKEN WILDE HIJ
ANDERMAAL ZIJN ZOON TE' LIJF. DEZE NAM INTUSSCHEN
EEN HOOIVORK. ZIJN VADER LIEP MET ZIJN HOOFD
DAARIN, WERD IN ZIJN OOG GETROFFEN EN OVERLEED
AAN DE GEVOLGEN BINNEN ENKELE UREN.
1903
o