ONZE TYPOGRAFEN: WIE KENT ZE NOG? TACHTIG JAAR OUDE BRIEF UIT INDIE Uit de doos met sniepsnaren 3 't T^Cleine ^tLrantóje leeót iedereen IN 1927 KWAM DE FOTOGRAAF HET BESTUUR VAN DE AFDELING LEEUWARDEN VAN DE ALGEMENE NEDERLANDSE TYPOGRAFEN BOND VEREEUWIGEN EN VAN DAAG, BIJNA VIJFTIG JAAR LATER, KOMEN DE HEREN IN DE KRANT. ZITTEND J. ZWIKSTRA. SECRETARIS (LEEUWARDER NIEUWSBLAD), A. RODENHUIS VOORZITTER (LEEUWARDER COURANT) EN P. VAN DER MOLEN, PENNINGMEES TER (COOP. HANDELSDRUKKERIJ) EN STAAND H. AREMA (BOEKBINDERIJ SCHEEP STRA), J. VAN DER MEULEN (LEEUWARDER COURANT). W. BEERS (BOEKBINDERIJ JONGBLOED) EN A. BORDUIN (COOP. HANDELSDRUKKERIJ). ZIJN WE GOED INGELICHT, DAN LEVEN DE DRIE EERSTGENOEMDE HEREN NIET MEER. dat het hem in Indië gedurende die eerste dagen na de reis best beviel: „het eten is uitstekend en voor al vijf centen een lekkere dikkop" en met die dikkop zal hij dan wel een neutje bedoeld hebben, dachten wij zo. Over het militaire leven schreef Auke Schaaf, dat dit geen „kwajongen werk" was: „Ten eerste moet men leeren schermen, bajonet vechten, velddienst, goed marcheren, schieten en meer van die dingen, want men richt hier voor de grootmajoor af en vraagt die wat aan je, dan moet je hem maar kunnen ant woorden". Tenslotte schrijft Auke ook nog in bewogen woorden over zijn vriendschap met de in Holland achtergebleven kameraad: „Ka meraad Johannes, dat blijven wij al zijn we niet bij elkaar want ik moet eerlijk bekennen plezieru- ger en oprechter Kameraad heb ik nooit gehad. Nu sluit ik het briefje met de woorden Johannes blijf getrouw aan Koningin en Vaderland want mijn hart is Oranje boven nu gegroet aan U allen. Auke Schaaf". En nu wachten we benieuwd af of iemand deze Auke Schaaf heeft gekend en even benieuwd zijn we naar wat er van hem in dat verre Het is niet weinig, wat er in onze Doos met Sniepsnaren zit en we hoeven maar een greep te doen om wat interessants naar boven te halen. Vandaag was dat een brief, in 1894 verzonden aan zijn vriend door een Leeuwarder jongen, die als militair naar Indië was gegaan. Die vriend was Johannes Hollenga, die hier woonde aan het Oldegalileën en de soldaat was Auke Schaaf, van wie we helaas niet meer weten, dan blijkt uit dit schrijven van tachtig jaar terug. Maar wie weet zijn er stadgenoten, die nu ver rast uitroepen, dat dit hun vader ofhllnopa was - je weet het maar nooit. „Waarde Vriend" berichtte Auke op de tiende februari vanuit het Fort de Koek, „Ge zal wel denken, Auke vergeet mij, maar dat is toevallig niet zoo maar 't heefd wel wat lang geduurdt maar alle goede dingen komen later. Nu luister waarde vriend, ik kan U weinig van de reis vertel len want mijn boekje waar mijn reis in stond ben ik kwijt geraakt dus ik weet er niets meer van maar ik weet dit wel ik ben goed overgekomen en dat is alweer een voornaam ding". Een ander voornaam ding, waar Auke vervolgens over schrijft, is Indië geworden is

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1973 | | pagina 3