OVER JOODSE LEEUWARDERS
IN VROEGER TIJD
5
I
Door Mr. JJS. Bijl
t Z^Cleine 3<-ranteje leeM iedereen
In een vorig stukje in 't Kleine
Krantsje maakte ik melding van
een Joodse bakker, die 's Zon
dags zijn verse galletjes kwam
uitventen in de Huizumerlaan.
Zijn naam is me inmiddels te
binnen geschoten. Hij heette
Keyzer en ik zie hem nog duide
lijk voor me, zoals hij, onder het
schorre geroep van „galletjes,
verse galletjes", z'n bruingeschil
derde bakkerskar, voorzien van
een verticaal bord, waarop zijn
naam met „gouden" letters,
voortduwde. Hij was, in tegenstel
ling tot de meeste van zijn rasge
noten, die ik gekend heb, een vrij
sombere man, die er in zijn altijd
zwarte sjofele costuum met een
petje op zijn peper-en-zout kleu
rige haren en met z'n door de
rheumatiek gekromde vingers,
bepaald niet florissant uitzag.
Kwinkslagen waren er bij hem
niet bij. Hij zal ongetwijfeld een
hard bestaan hebben gehad,
waarbij misschien wel vele slagen
van het noodlot zijn deel zijn ge
weest, die hem de lust tot lachen
deden vergaan. Hoe het ook zij,
ik verwachtte hem altijd als de
brenger van het manna, het
hemelbrood, dat de Israëlieten in
de woestijn als voedsel diende.
GEEN GEIN
Een andere Joodse venter, die
geregeld aan de deur kwam, was
de fruitkoopman van der Werff,
die met een handkar van onge
looflijke lengte, waarop de meest
uiteenlopende vruchten, maar
vooral sinaasappelen, in grote
hoeveelheid lagen opgetast, z'n
negotie aan de man bracht. Hoe
wel ook hij niet opviel door uit
bundige gein, maakte hij bij het
aanprijzen van z'n waar, mijn
moeder altijd aan het lachen.
„Hij had een mazzeltje gehad,
goedkoop de hand kunnen
leggen op een voorraad fruit en
als goed christenmens moest hij
een ander in dat geluk laten
delen".
Deze twee Joodse venters zijn, bij
mijn weten de eerste Joden
geweest, die een rol in mijn leven
hebben vervuld, een rol van be
tekenis mag men wel zeggen,
want hoe bereikt men de ge
negenheid van een kleine jongen
beter dan via zijn maag? Later
zou ik er veel meer leren kennen,
vooral in mijn diensttijd bij de
politie in Amsterdam, waar een
tiende van de bevolking uit Joden
bestond, maar ook in mijn stu
dietijd (die voor het grootste deel
samenviel met de diensttijd bij de
politie), toen mijn knapste leer
meesters Joden waren en mijn
beste studieboeken door Joden
geschreven. De grootste gave,
waardoor bijna allen, zowel zij,
die in diepe dalles verkeerden als
zij, die beter met aardse goederen
waren uitgerust, zich onder
scheidden, was hun grote geestig-
daardoor, als zodanig heeft
weten te handhaven. Ondanks
pogroms en andere vervolgingen,
die gelukkig in ons land nooit
plaatsvonden, ondanks de door
de Duitsers gepleegde afschuwe
lijke massamoord, zijn zij altijd
zichzelf gebleven. Niettegen
staande zelfs de anderzijds volko
men integratie met de volkeren,
waartussen zij kwamen te leven.
Bewust zette ik boven dit opstel
Joodse Leeuwarders en niet
Leeuwarder Joden, want naar
mijn mening waren de Joden in
Leeuwarden in de eerste plaats
Ook Elie Beerenborg bakte galletjes. Hier zien we deze bakker van de
Put met z'n vrouw.
heid en de berusting, waarmede
zij de slagen van het noodlot on
dergingen. Als men, zoals ik, lief
de heeft voor de historie, kan
men niet anders dan grote be
wondering hebben voor het
joodse volk, dat zich, ondanks de
diaspora, of misschien wel juist
Leeuwarders. Hun adaptatie was
hier, als elders, volkomen. Velen
hadden zelfs Friese namen, die
op „sma" en „stra" eindigden en
spraken het Leeuwarder dialect
vloeiend en op een sappige ma
nier, al doorspekten ze het vaak
met jiddische uitdrukkingen.
Een bekende figuur onder de kleine joodse scharrelaars was Abraham
Cohen, broer van de niet minder bekende tweeling Roosje en Betje en
vader van onze in Amerika wonende abonnee Isie Cohen. Deze foto
van de vrijdagmarkt met Bram Cohen in z'n stalletje is in 1932
gemaakt.
Niettegenstaande hun aanpas
singsvermogen en hun geïnte
greerdheid met de bevolking
bleven ze toch zichzelf, ondanks
de generaties, die ze toch reeds in
Friesland verbleven. De Friezen
zelf hebben deze eigenschap ook
in zekere mate, want overal in de
wereld, die ik vrijwel helemaal
heb bereisd, treft men „fryske
selskippen" aan. Ik geloof even
wel, dat bij Friese afstamme
lingen in den vreemde, de oor
spronkelijke specifieke eigen
schappen in kracht afnemen, om
dat veel meer vermenging met de
autochtone bevolking plaats
vindt dan bij de Joden.
Gemengde huwelijken bij Joden
zijn nog altijd sporadisch. De
sterke geestelijke leiding, waar
onder het joodse volk, niettegen
staande de diaspora bleef staan
en waaraan het zijn voortbestaan
heeft te danken, is hiervan de
oorzaak. Ook hun verwachting
aan de Messiaanse bevrijding is
daardoor blijven bestaan, al
meenden vooral in de Middel
eeuwen de christelijke leiders de
Joden door dwang te overtuigen,
dat Jezus van Nazareth die Mes
sias was en dat hun verlangen
reeds was vervuld.
In landen als Spanje en Portugal
(met hun beruchte Inquisitie)
duurden de vervolgingen voort
tot de tijd van de Franse Revolu
tie en daaraan hebben we het te
danken, dat velen van hun
knapste denkers en kooplieden
naar Nederland kwamen en ook
naar Friesland. Onder de behoef-
tigste omstandigheden wisten zij,
dankzij hun sterke geloof, zich
staande te houden. Het is vaak
aandoenlijk om te zien, hoe ze
zich in de moeilijkste situaties
nog een bestaan weten te ver
schaffen en uit de geringste nego
tie een schamele boterham weten
te peuren. Tot heden ten dage
kan men dat nog waarnemen,
Dit is bet bestuur van de joodse toneelvereniging Leeuwarder Vriendenclub. Zittend: Beike Feitsma, Samuel Muller, Maurits van Kollem, Aron
Dwinger en Maurits Turksma, staand: Benjamin Cohen, Manie van der Kaars en Jo Pots.
hoe onwaarschijnlijk het ook
moge klinken, in de Soukhs van
steden in de Arabische landen.
SCHARRELAARS
Maar in Leeuwarden was het niet
anders, al was het politieke
klimaat dan ook veel en veel mil
der. Ook in Leeuwarden, als vroe
ger op het Waterlooplein in Am
sterdam, waren er scharrelaars in
alle mogelijke kleinkraam, waar
mede de gojim niets zouden heb
ben kunnen aanvangen. Velen
waren de voddenhandelaars on
der hen, waaronder één - waar
schijnlijk de afstammeling van
een Franse vluchteling - met de
welluidende naam „de Cocq van
Delwijne" (mogelijk was hier ook
sprake van een Hugenootse af
stammeling).
Er waren er, die zelfs een living
wisten te halen uit het uitlenen
van leesboeken tegen ongeloof
lijk lage prijzen. Ontelbaar zijn
de stukgelezen jongensboeken,
die ik in deze bibliotheekjes heb
geleend en die ik meestal in huis
binnensmokkelde, omdat mijn
moeder, wegens hun viesheid,
bang was voor besmetting. Ook
„verkochten" ze tweedehands
Nick Carters en Lord Listers voor
de helft van de prijs, waarvoor je
dan bij herinlevering nog weer
een paar centen terug kreeg.
Van een heel ander slag dan deze
kleine scharrelaars, waren de vee-
en vleeskooplieden, die bij mijn
zwager over de vloer kwamen.
GEDUCHTE CONCURREN
TEN
Deze mensen waren beter en
soms heel goed gesitueerd want
als joodse handelaars zich een
maal tot een zekere hoogte heb
ben opgewerkt, dan zijn zij ge
duchte concurrenten voor hun
vakgenoten en streven hen meest
al voorbij. De Unielever - één van
de grootste tien ondernemingen
ter wereld - en de Shell (oorspron
kelijk de vervoersmaatschappij
van de Koninklijke Petr.Mij.)
hebben hun ontstaan aan het
esprit van Joden te danken. Eén
van de grootste particuliere ban
ken is nog altijd Rothschild, zon
der wie de oorlogen, om Napo
leon onder de knie te krijgen,
waarschijnlijk niet hadden kun
nen worden gevoerd.
De grootste geesten op elk gebied
vindt men onder de Joden. In
Nederland waren Asser, Oppen-
heim en Meyers juristen van we
reldnaam. Onder de grootste
musici schitteren de Joden als
sterren van de eerste grootte, ter
wijl Einstein wel eens de grootste
Physicus na Newton is genoemd.
(vervolg op pagina 10)