JOODSE LEEUWARDERS va ft CADEAU PE WILDE ïSdstraat 44 STADSNIEUWS MN VROEGER In ons vorige Kleine Krantsje schreef de heer Mr. J.S. Bijl over joodse Leeuwarders in vroeger tijd. Vandaag het tweede en laatste deel van dit artikel. Maar om terug te komen op de Joodse handelaars, waarvan ik zoeven sprak en die vooral op vrijdag, maar dan wel voordat de Sabbath begon, bij mijn zwager zaken kwamen doen. Op vrijdag, want dan was het marktdag in Leeuwarden en kwamen de vee handelaren van heinde en verre. Ik zie ze nog met hun zware portefeuilles vol met bankpapier, die, als ze uit de binnenzak te voorschijn kwamen, aan een ket ting bleken vast te zitten. Transacties met de boeren, die hun vee ten verkoop aanboden, vonden ook vaak plaats in de vele café's, die zich aan één van de lange zijden van de veemarkt be vonden. Althans de betalingen, want de kopen en verkopen waren reeds - onder veel rumoe rig handgeklap - geschied op de veemarkt. De verrekeningen volg den daarna in de café's onder het genot van een drankje. Opval lend was hierbij, dat de Joden nauwelijks sterke drank gebruik ten, maar de boeren des te meer. In die kroegen was het op vrijdag altijd een heidens lawaai, maar ik heb er als kleine jongen toch menig glaasje limonade gedron ken, als ik bij het afrekenen nu naar binnen mocht en me de ogen uitstaarde op al dat geld, wat er over de tafel ging. Ik zie de bediensters, die van een ruig soort waren, met hun lange „scholken" nog rondgaan met hun tableaus vol met glazen. Ook de alcohol- en rooklucht ruik ik als het ware nog. VOL GEIN Deze Joden waren allen vriende lijke mensen, vol met gein, waarvan ik vele jiddische uit drukkingen, die me later goed van pas kwamen, heb geleerd en waarvan ik er verscheidene heb gebruikt, toen ik eens de Israë lische ambassadeur in Nederland moest toespreken bij een bezoek, dat hij aan een schip bracht. Groot was het onderscheid tussen deze handelaren en de Friese boeren. Niet zozeer door hun kleding of door hun postuur, want de meesten van hen waren, naar mijn herinnering, ook zwaar van stuk, maar vooral door hun manier van reageren. In hun drukke gebaren, hun woorden vloed en hun gevatheid kon men de oosterse afkomst duidelijk herkennen. Zij hadden er - naar ik zeker weet - zelf schik in. Zij wisten, dat zij door de intelligen te Friese boeren gewaardeerd werden om hun vakkennis en om hun gein. Per slot waren dezen ook een beetje naar de markt gekomen om wat plezier te hebben en de „joadsjes" konden hun dat verschaffen. In verband met deze kooplieden herinner ik mij, dat er in Leeu warden een slagerij was van de joodse gebroeders de Wilde, die 's Zaterdagsavonds altijd een geweldige advertentie in de krant zetten, waarin hun vleeswaren tegen belachelijk lage prijzen werden aanbevolen. Het zal wel geen eerste klas vlees zijn ge weest, maar ze vervulden toch een nuttige plaats in de maat schappij, omdat ook de kleine man in ieder geval een stukje vlees op tafel kon krijgen met be hoorlijke jus. Als ik wel ben ingelicht moet één van die gebroeders - thans in zeer hoge ouderdom - nog in Amster dam leven. Hij is dus gelukkig aan de vervolging ontsnapt. Ook schijnt één van zijn nakomelin gen thans een groothandel in vlees in diezelfde stad te drijven. Als ik aan de Leeuwarder Joden denk, moet ik ook denken aan hun synagoge, waar ik met mijn vader naar toeging, omdat hij me wou laten zien, dat deze hun godsdienst op een geheel andere wijze beleven dan de protestan ten en de katholieken. Het was maar een eenvoudig gebouw met kale houten banken, die stonden rondom de naar Jeruzalem ge richte ark, met daarin de vijf boe ken van Mozes (de wetsrollen) met daarvoor de lezenaar van de voorzanger (chazzan). Van het Hebreeuws, dat hij op zangerige wijze voordroeg, begreep ik na tuurlijk niets, maar de diepe droefheid, die eruit sprak is me bijgebleven. Opvallend was na tuurlijk, dat alle aanwezigen hun hoofddeksel ophielden en dat de vrouwen afzonderlijk zaten. De heren Bartels en Stibbe, twee van de beste Ieraren, die ik ooit heb gehad— LEOJOLES Ook denk ik dan aan piijn vriend Leo Joles, die ik leerde kennen op de H.B.S. Een vriendelijke, be scheiden, intelligente jongen, die met zijn myope ogen door dikke brilleglazen de wereld inblikte, de wereld, die zo'n vreselijk lot voor hem had weggelegd. Hij was één van de miljoenen slachtoffers van een systeem, waarbij vergele ken de Inquisitie slechts Spielerei was. Ik herinner mij ook zijn vriendelijke vader (die eén blikfa- briek had) en moeder en zijn huis op de Grachtswal, waar we met Pesach, ter herinnering van de uittocht uit Egypte, matzes aten van een met hagelwit laken gedekte tafel. Ook kende ik van de H.B.S. John ny Philips, die een klas lager zat, die later promoveerde tot doctor in de rechtswetenschappen op een proefschrift in de criminolo gie, een belangrijke functie be kleedde bij de Telegraaf en die voor de holocaust gespaard bleef, omdat hij met een goj was ge trouwd. Naar ik hoop, leeft hij nog steeds gelukkig in Amster dam. BESTE LERAREN Aan de H.B.S. terugdenkende moet ik ook vermelden twee van de beste leraren, die ik ooit gehad heb, aan de heren Stibbe en Bar tels. De heer Stibbe was leeraar Engels. Ik zie hem nog duidelijk voor mij zitten aan de tafel op een verhoging voor de klas, met zijn kale schedel, grote oren, zijn door het roken van vele Virginia- sigaretten steeds gele vingers en de onder de zware snor hangende sigaret. Naast een gedegen kennis van de grammatica, bracht hij ons de schoonheid bij van Shakespeare en Tennyson en van het vele goede proza, dat in de Engelse taal is geschreven. Daar Engels nog altijd de belang rijkste taal is, waarmede men practisch in de gehele wereld terecht kan, heb ik veel aan zijn onderricht gehad en ik ben hem daarvoor nog altijd dankbaar. Hij zal het niet meer weten, want ook hij viel als offer der Duitse moordenaars, die als anthropo- phagen ons land overvielen. De heer Bartels was leeraar Nederlands als opvolger van de bij ons als „Puck" bekend Staan de heer de Weerdt. Hij was nog jong, toen hij bij ons kwam, een echte heer, die bijna altijd in het donker gekleed was. Hij stond meestal te doceren en aan alles kon men merken, dat men met een zeer begaafde man te doen had. Hij legde vooral de nadruk op het behoorlijk leren stellen van brieven en verslagen. Ik moet vaak aan hem terugdenken als ik tegenwoordig wel eens gecon fronteerd word met de stuntelige wijze van uitdrukken van sollici tanten naar functies. Dat hij begaafd was is later wel gebleken, toen hij een van de hoogste functies bij de inspectie van het middelbaar onderwijs be kleedde. In 1967, bij de herden king van het 100-jarig bestaan van de R.H.B.S. heb ik hem weer ontmoet, want omdat ook hij met een christin gehuwd was, is hij gespaard voor de ellendige on dergang van zijn soortgenoten. Hij was, wonderlijk genoeg, wei nig veranderd en nog altijd even interessant, al was hij al in de LET S.V.P. .....vleeswaren tegen bel 1929. zeventig. Hij is, jaren geleden gestori hem zal ik de beste en blijven bewaren, ontmoet ik nog wel bijeenkomsten. Deze i: eerst directeur te zijn Unilever, thans direct Nelle en voorzitter van ging van Nederlandse mers. De appel is hiei ver van de boom gevallij Ik weet niet, wat er van gemeenschap in Leeyw, overgebleven. Het zal vend weinig zijn, maaf- kracht putten uit de dat wat er ook in de Wi veranderen, de Joden ven voortleven, zoals zij duizenden jaren doe den jaren, waarin gróte rijken ten onder gingeqji den oorlogen werden gesji waarin zij, ondanks de hun wezenskenmerken ,fl behouden. 3 pond B{l 3 pond 3 pond RÏBlfc. 3 pond RI 3 pond Rï' 3 pond fel 3 pond V 1P Voor «It gewoon bij k SO et. p. p k 60 et. p. p. a 55 et. p. p. a 55 et. p. p. 50 et. p. p. k 50 et. p. p. it 50 et. p. p. llfOJfP VET roor 12.00 V4RKENSP00TEN in alléén bij (ION 311 IT JUISTE ADRES T* DENK OM DE PEERDEW AGENS Vandaag werd ik voor keer „grootmoeke"— Waar blieft de tied? merde ik verder, want rijk als je nog grao grootmoeders hebt. X" kind was, vonden we gewoon dat ze er waregt. Wij hadden ook een paqr'jgoot- ouders in het St. Anthqnjf Cast huis aan het Perkswatt^ gingen we daarheen, wa we die gangen groot ep;i waren namen, zoals gang, Auckemagaogf vloeren waren van grq' stenen. Zodra je de a binnenging, kwam jèinS en was het stil om j voelde je dat daar woonden en je du$, niat a' waai mocht maken, -jL In de winter, als er bqiti lag, droegen we kk>rnpjet ^r\die trokken we bij de ingajig-.utt én liepen dan op sokken pVer de blauwe tegels, twee ajappen in iedere tegel. En dan aan het eind van de gang no. 5, wa£qr onze grootouders woondetp. warm was het daafbij Dit >s een advertentie uit JUBILEUM BU DE POST Gisteren herdacht de heer J. Sto- nebrink, assistent le klasse bij het Staatsbedrijf der P.T.T. zijn 40-jarig ambtsjubileum. OP de druk bezette receptie werd den jubilaris namens het hoofdbe- stuur door den plaatsvervangend directeur, den heer J. de Jong Rjzn., referendaris P.T.T., een oorkonde in lijstoverhandigd voor bewezen trouwe diensten, waarbij laatstgenoemde tevens namens de directie een monde linge hulde bracht aan den jubi laris. Namens het personeel overhan digde de Heer E. Rienks, assistent P.T.T., een barometer en sprak eenige woorden, waarbij hij dank bracht voor de collegiale samenwerking, door hem be toond tijdens zijn langdurige loopbaan. Verder werd den jubilaris nog tpegesproken door den heer Reinsma namens het bestellend personeel. (1941) de kachel werd gestookt met turf. Op de tafel lag een rood wollen tafelkleed met zwarte .bloemen, daarop een mooi wit theekleedje ep dan het theeblad met de blauwe kopjes. Theelichtje brandde onder de theepot. Soms kregen we thee, maar als het erg koud was buiten, schonk groot moeke warme anijsmelk of sali- melk. We speelden domino of met de knopen en allerlei mooie dingen die grootmoeke bewaarde in haar knopenbus. Grootvader, met grijze bakke baarden, zat tevreden in zijn hoekje. Bij het naar huis gaan bracht grootmoeke ons naar de deur en waarschuwde ons: „Wees voorzichtig, denk om de peerde- wagens!" Emmeloord M. Kuiper-Kroes

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1973 | | pagina 5