OLDEHOVE IN DE STEIGERS FA. ALEX COPINI JUWELIER zien door op het alleruiterste randje van de steiger te staan. Veel mensen zouden zich in die positie waarschijnlijk niet zo happy voelen; sommigen krijgen al „de kriebels", wanneer ze alleen al zo'n foto zien. Hoe grondig deze restauratie van de Oldehove van zestig jaar geleden is geschied kunnen we niet beoordelen, maar wel is het zo, dat het bouwwerk nu hoog- en hoognodig toe was aan een nieuwe onderhoudsbeurt. Enfin, daar zijn ze dan nu al lang mee bezig, zoals U weet en in de letterlijke en figuurlijke zin van het woord is de kop van het werk er al af: het bovenste stuk van de toren komt nu al helemaal vernieuwd boven de steigers uit. Maar wat zal het straks vreemd lijken, wanneer er ogenschijn lijk een hagelnieuwe Oldehove staat! Nu de Oldehove wordt gerestaureerd en al maanden in de steigers staat, lijkt het passend even een herinnering op te halen aan een dergelijke restauratie in opa's tijd. Ruim zestig jaar geleden, in de jaren 1910 en 1911 is deze oude toren ook gerestaureerd en toen zijn er een aantal foto's gemaakt, waarvan we deze nu graag willen reproduceren voor de lezers van onze krant. We zien drie arbeiders, die nu wel niet meer in het land der levenden zullen zijn, op één van de steigers bij een cementmachine, bestaande uit een luchtketel met luchtpomp en een liggende cylinder, waarin de cementspecie zich bevindt. Aan de huizenrij van de Boterhoek op de achtergrond kunnen we zien, dat de foto op een behoorlijke hoogte is gemaakt, maar dat althans één van deze drie arbeiders in de verste verte niet wist wat hoogtevrees was, laat hij duidelijk STADSNIEUWS VAN VROEGER Brillont Goud Zilver e Gero Cassettes e Uurwerken e Omega dealer I Icine 3^.ranteje leeet iedereen EEN OUDE BEKENDE KEERT TERUG Een goede oude bekende is sinds kort weer in onze stad terugge keerd. Een goede oude bekende is het zeker. In vroeger jaren was zij bij velen zeer in trek en zij zul len blij zijn haar weer eens terug te zien. Niet ver van het „echte" beursge bouw houdt deze oude bekende, de postzegelbeurs, die vroeger op de Lange Pijp zulk een populari teit genoot, zitting. „Zitting" is eigenlijk een onjuist woord, want alle transacties worden er staan de afgewikkeld. Toen zij zich enkele weken geleden in haar nieuwe „behuizing" op het Wilhelminaplein vestigde, waren er slechts een paar jongelui, die blijk gaven, van haar aanwezig heid kennis te dragen. Maar met den dag werd het bezoek drukker en wanneer het U eens gevalt, tegen een uur of vijf, wanneer de scholen uit zijn, over het Zaailand te komen, zult u bemerken, dat er, evenals vroeger, levendig gehandeld wordt. Het „waarom" en „hoe" van het ontstaan van deze beurs ligt in het duister. Opeens was zij er en ze heeft intusschen weer haar vaste klanten die haar geregeld iederen middag komen opzoeken. Maar niet alleen schooljongens bezoeken deze beurs. Ook man nen met baarden en een respecta bel aantal jaartjes achter den rug zijn er te vinden. Een meneer staat diepzinnig te snuffelen in een postzegelbewaar- boekje van een kiemen jongen, die vol verwachting tegen hem op ziet. „Zou-die wat koopen?" De meneer trekt bedachtzaam aan z'n sigaret en haalt uit z'n vestjes zak een loupe te voorschijn, waar mee hij een exemplaar aandach tig bestudeert. Er verschijnt hoop op het gezicht van den kleinen handelaar. Op z'n teenen tracht hij te ontdekken, wèt de belang stelling van dien grooten meneer heeft opgewekt. „Da's een heele mooie, meneer", zegt hij, wanneer hem dat gelukt is. „Mm ja", mompelt de meneer en houdt het papiertje tegen het licht. „Wat moet je d'r voor hebben?" Vlug noemt de jongen een bedrag. „Goed" knikt de meneer en haalt z'n portemonnaie voor den dag, de koop is gesloten. Ook ruilhandel wordt er gedre ven en om dit alles heen staan belangstellenden toe te kijken, fietsen staan tegen boomen of trottoirbanden of zijn gewoon op den grond gelegd. Ziedaar den aanblik van de „Open-Postzegel-beurs", die be paald de moeite van een bezoek waard is. Niet alleen uit verzame laarsoogpunt, maar ook als cu riositeit, want beurzen, zooals deze, zijn met een lantaarntje te zoeken. Bovendien weet men van tevoren nooit, hoe lang zooiets duurt, 't Is een rage, zooals indertijd de sigarenbandjes manie en zulke bevliegingen zijn meestal van erg korten duur. (1941) PEPERSTRAAT 11 - TELL JON 26880 - 'WARDEN

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1974 | | pagina 3