4 Regionale bank Friesland Bank 't 3^/eine 5Crantóje leeót iedereen Lezers klommen in de pen POTSCHIP ZOEK Mijn overgrootvader Christiaan Hendriks de Vries (1847-1935), was vrachtschipper. Omstreeks 1896 heeft hij zijn vrachtschip verwisseld voor een potschip. Mijn grootmoeder Margje de Vries-Koopmans (1876-1960) heeft enkele jaren meegevaren op het potschip, dat „Ebenhaëzer" heette. Zij voeren meestal in Zuid-oost Friesland en Drente, maar had den hun domicilie te Leeuwarden. Na haar huwelijk in april 1901, heeft C.H. de Vries nog een paar jaar met het potschip gevaren. Waarschijnlijk heeft hij het schip tussen medio 1903 en medio 1904 van de hand gedaan. Mijn vraag is: zijn er lezers van 't Kleine Krantsje, die het potschip gekend hebben; weten zij wie het gekocht heeft en waar het geble ven is? Heerenveen PIANINO ZOEK B.H. de Vries onvergeeflijk vinden dat wanneer het instrument thans nog ergens existeert, dit nu nog zou verdwij nen. Wie kan ons helpen? Graag een telefoontje of een brief naar de Redactie van 't Kleine Krantsje. Leeuwarden Orgelmakerij Bakker Timmenga. SLAGER DE BOER Van praat komt praat, in dit ge val van schrijven komt schrijven. Het verhaal van IJ. Hamstra, ver moedelijk de zoon van Sietse Hamstra, voorheen kruideniers van G.S. de Boer was groot in omvang, want wij stuurden zelfs alle weken vlees (en zeker niet het goedkoopste) naar verschillende plaatsen in Holland. Daar had den we toen veel klanten wonen. Ook veel klanten buiten de stad in omliggende plaatsen, voor wie door de „karrijders" (zo noemden wij ze) vlees mee genomen werd. Ook werden kassabonnen ver strekt. Voor 1kreeg men dan weer 0.15 terug. Ik heb ver scheidene bonnen geteld, want toen had 15 cent nog wel waarde voor de mens. Ik meen te weten dat de heer de Lang ben ik er niet geweest, want het was een enorm groot huis, en steeds vanuit de grote keuken, die in het sousterrain lag, naar boven, de koude gangen door en de deur open doen voor de bezoe kers van de notaris, dat zat me toch niet zo lekker. Bovendien moest ik nog koper poetsen en Anneke helpen met verschillende dingen in de keuken. Ook daar ging geregeld de bel. Met Anneke in de keuken had ik altijd enorm plezier; ze hing prachtige verhalen op over haar vrijer Joop, die ik trouwens nooit gezien heb, maar ze is met hem Door de heren Fokke Bakker en Arjen Timmenga, die in 1880 de orgelmakerij Bakker Timmen ga oprichtten, is in 1881 een piano (pianino noemde men die toen, ter aanduiding van het normale staande model) vervaardigd. Blijkbaar is het - door de vele op drachten voor nieuwe kerkorgels - bij dit ene instrument gebleven. Met deze piano werd op de „Nati onale Wedstrijd ter viering van het 25-jarig bestaan der Vereni ging Nijverheid" in 1881 een bronzen medaille behaald; de medaille zeifis nog in 't bezit van Mevr. Hooykaas-Timmenga te Utrecht, terwijl de bijbehorende oorkonde op ons kantoor prijkt. In 1889 werd deze piano (pianino) eigen fabrikaat, volgens ons ar chief verkocht aan de Gemeente lijke Bewaarschool No. 6 aan de Tuinen, tegenwoordig „de Tuin- fluiter". Uw spaargeld wordt aangewend voor de economische ontwikkeling van uw eigen provincie. uw eigen bank Hier zien we slager Geale de Boer, gefotografeerd tijdens een autotochtje naar Arnhem. Hij zit op de tree plank rechts. Naast hem mevrouw Twijnstra uit Goutum en daarnaast Trijn, de vrouw van de heer De Boer. De man achter het stuur is waarschijnlijk de heer Twijnstra. Volgens mededelingen van onze oud-medewerker de heer S. van Dijk (bijna 50 jaar in ons bedrijf werkzaam geweest!) was in de vooroorlogse jaren deze piano vermoedelijk nog in dezelfde Bewaarschool aanwezig. Begrijpelijk is dat wij als voort zetters van de orgeimakerij zo mogelijk dit unieke exemplaar nog wel eens zouden willen op sporen en eventueel verwerven. Nu is zeer onlangs de heer G.R. Groustra voor ons aan 't speuren geweest, o.a. ook op 't Gemeente archief; blijkens deze naspeu ringen moet in de zomer van 1939 de oude (B. T.?) piano vervangen zijn door een nieuwe. Hoofd van de Bewaarschool was toen Mej. C.F. van Biesen. Hier eindigt voorlopig 't spoor. Onze vraag is nu, is er wellicht onder de lezers van 't Kleine Krantsje iemand die toevallig iets van de verdere lotgevallen van deze piano afweet? Of weet soms iemand of bedoelde Mej. van Biesen nog in leven is? Wij begrijpen uiteraard dat de kans zeer klein is dat de piano nog be staat, maar wij zouden 't zaak aan de Nieuwestad, spreekt mij erg aan. Want wat is het ge val, ik ben n.l. van 1921 t/m 1926, als cassière-boekhoudster bij de firma G.S. de Boer, Schrans 65, later nr. 133, werkzaam geweest. Hieruit blijkt ook al hoe vooruit strevend de Boer was, want welke slager had in die tijd een aparte cassière en welke slagerij heeft dat nu? Ik was tóen nog niet eens zijn eerste cassière, want voor mij was Sientje Looyenga, later mevr. Oudendag, als zodanig werkzaam geweest. Ja, het was een hele goede zaak. Hij had de stad in wijken ver deeld en de knechten gingen dan 's morgens op de gele fietsen ieder zijn eigen wijk in om te vra gen wat of er moest zijn. Als ze terugkwamen werden de bestel lingen te boek gesteld, van iedere bestelling een geel briefje ge maakt en weggebracht. Dan volg de in het kantoortje de afreke ning. Er was destijds een mees- tersknecht, Jan de Vries uit Goutum, die voor de zaak op kwam, als was het z'n eigen. Hij was er altijd, geweldig! De firma de Boer had meestal goede knechten, behoudens enkele uit zonderingen. Het zal de heer Hamstra misschien ook wel bekend zijn, dat er een neef van de Boer in dienst is geweest, die ook wel voor het vak wilde wor den opgeleid, maar het zover niet heeft gebracht. Ik denk trouwens, dat deze neef wel zo goed af is nu met twee grote zaken in auto-ver koop en garage. Wanneer deze neef dit „Kleine Krantsje" leest, zal hij zich ondergetekende mis schien wel herinneren. De zaak Boer destijds mede oprichter was van de N.L.S.V., waarvan de heer S. Weima voorzitter werd. de Boer secretaris en Abe Laverman penningmeester. De slagersver eniging bestaat nog naar ik meen. De zaak van de Boer is in handen van zijn schoonzoon Rodenhuis overgegaan en de Boer is in de Verlengde Schrans gaan wonen, waar hij een leuk huisje had laten bouwen, hoewel hij tegen mij altijd zei „ik word nooit een rentenier die aan de Verlengde Schrans kan wonen". Aan deze Verlengde Schrans woonden vroeger de rentenier- boeren. Maar uiteindelijk is hij daar zelf toch nog als rentenier- veekoper terecht gekomen. De zaak bestaat al lang niet meer en is later aan Albert Heyn over gegaan en momenteel is er een Rotan-meubelenzaak gevestigd, maar dit heeft de heer de Boer niet meer beleefd, geloof ik. Leeuwarden T.Pannekoek-Loois- Buursema BU OTTEMA ln het vorige Krantsje las ik een stukje van Mevr. Batstra-Werk hoven en ik dacht, och heden ja, die ken ik. Voor mij was zij toen Anneke Werkhoven, en zij was „eerste meisje" bij notarisOttema in de Prins Hendrikstraat. Mijn vader kwam daar aan de deur met brood en toen hoorde hij dat ze daar een „bellemeisje" vroe gen. Ik kwam pas van school en liep dus met „niks omme han- nen". Ikzelf zag er niets in, maar ja, ik moest van mijn vader! En zo leerde ik Anneke kennen. getrouwd. Zondags moest er eten gekookt en tafel gediend worden. Als Anneke zondags vrij had moest ik de hele morgen van acht uur af alleen in die keuken zitten tot na het eten. Nu ben ik geloof ik wel altijd een „dwarsligger" geweest, maar op een zondag had ik wel zo de balen van alles, dat toen de bel voor het eten ging ik dacht „barst maar" en bleef zitten. Een paar keer ging de bel, maar ik deed niks. Toen kwam één van de „dames" naar de keuken en zei „Zeg meisje, het eten moet naar boven". „Nee" zei ik „ik ben geen dienstmeid, en als jullie willen eten, doe je het maar allemaal zelf". Ik trok mijn jas aan en ver dween. Als „kind" van 14 kan je toch gek doen. Mijn vader moest er de volgende dag heen om te praten, maar mij kreeg hij er met geen stok meer naar toe. Toch was notaris Ottema een erg aardige man, ik kreeg nog een spaarbank boekje van hem met een gulden er op, en de wijze woorden, dat ik nog veel moest leren. Ik ben in tussen bijna 50 jaar maar nog steeds een dwarsligger. Graag zou ik het adres van Anneke hebben, dan kan ik haar eens schrijven. Den Haag Annie van der Geest Notaris Nanne Ottema

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1974 | | pagina 4