MOOIE MOLENS AAN HET VLIET
9
Hier dan nog eens de beide molens, die we (waarschijn
lijk) kunnen zien op de foto, die we op de voorpagina
hebben afgedrukt. Boven de oliemolen de Jonge Fenix,
onder de houtzaagmolen De Herstelling. De Jonge
Fenix stond aan het Zuidvliet bij Pietersburen. Het was
een grote oliemolen, die tweemaal door het vuur van
een felle brand is verwoest. Een indrukwekkende
gevelsteen, in 1929 ingemetseld in de muur van het
Nieuw Sint Anthony Gasthuis in de Pijlsteeg, herinnert
ons daar nog aan: „Rees de Fenix uit de kolen en des
vaders assche weer, so doet ook dees nieuwe molen,
twee verslond hier 't vuur weleer, siet gy dees uit steen
formeeren, die den eek en duwesteen, diet tot nutte stof
verkeeren, tot de dienst van yder een. 's Hemels hand,
die dekk' voortaan, dit gestigt so lang't sal staan. Ge-
stigt door P. en H. van der Meulen, 1752." In 1904 is
Jonge Fenix afgebroken, helaas, helaas moeten we na
tuurlijk zeggen, want ze zou nu een machtig
monument zijn geweest, een mooie herinnering aan de
vroegere industriële bedrijvigheid in deze hoek van de
stad.
Ook de houtzaagmolen De Herstelling, is eens door
een brand geheel verwoest en dat gebeurde in augustus
1848, toen de molen door de bliksem getroffen werd;
binnen de tijd van een uur brandde de molen toen tot
de grond toe af. De ramp had toen nog erger kunnen
zijn, wanneer het vuur ook de in de onmiddellijke na
bijheid gelegen molens van Mr. J. Dirks en van Alber-
da en Sijbouts, had aangetast. Gelukkig kon De Her
stelling worden herbouwd en later werd de molen wel
De Fenix genoemd. We menen, dat de molen om
streeks 1919 afgebroken is. Voor wie benieuwd is naar
de plaats, waar deze molen precies heeft gestaan, kun
nen we zeggen, dat ze scheef tegenover de bekende
tapperij van Hein Apeldoorn stond; de foto hieronder
moet gemaakt zijn van het vroegere Poppebruggetje af.
't Vileine 3Crantóje (eedt iedereen
A'K DAAR NOG AN DENK
Om nog even terug te komen op
het vorige Kleine Krantsje, waar
in mevr. Landstra van de Troel-
straweg met haar orkestje stond
afgebeeld. Ik dacht dat ze vroe
ger in de Westerplantage had ge
woond; ze was maar twee jaar
ouder dan ik en toch een zuster
van mej. lo Bender die het
Kleuterschooltje had in de Ba-
gijnestraatl?). Haar vader was
dacht ik violist. Zij was tegelijk
met mij op de Straatzangers, het
A.N.V. koor. en ofschoon ik niet
tot haar kennissenkring behoor
de, ken ik haar toch wel. De
dirigent was de heer Metzlar,
waar ik bij in de zesde klas
Lagere School had gezeten.
Dan het liedje van: Moeder ik
kan je niet missen. Ik ken de
melodie nog zeer goed en zing
het nog wel eens. evenals het fiere
schooiershart. Meestal ken ik de
woorden niet en de melodie wel.
Zoals toen in 1914 de eerste
Wereldoorlog uitbrak en wij als
jeugddeputatie voor het huis van
Mr. Patijn zongen. Patijn (3 x bis)
Zijn naam is klein. De heer
Patijn is daarna nog Burgervader
van Den Haag geweest en er is nu
nog de Burgemeester Patijnlaan
die uitmondt of begint aan de
Scheveningseweg. Dan nog even
dit. De historische foto van zoals
U zegt van 1935, moet ik helaas
tegenspreken en ben het met Mr.
Brouwer eens. De foto dateert
van 1923 want de heer vooraan
op de foto rechts was een agent
van politie in burger, de heer
Bakker. Even daarna vertrok ik
naar Suriname waar mijn man
reeds een huis had ingericht. Na
een half jaar is de heer Bakker
naar Duitsland vertrokken en
was dus in 1935 niet meer in
Leeuwarden.
In 1906 ging ik op naailes in de
Doelenstraat bij de Gez. v.d.
Meer. drie dames, die daar op
zolder een atelier hielden. Mijn
moeder had ze vroeger in Drach
ten gekend, waar hun moeder
een kruidenierswinkel had. Ze
was weduwe en vertrok later met
haar kinderen naar Leeuwarden.
Dus ging ik daar op les. 's
Middags drie uur kregen we thee.
Zoals wij dat noemden: Thee als
juffre de meid roept. Maar het
smaakte ons best. Wanneer het
orgel kwam, deden we de schoe
nen uit en gingen dansen. Mis
schien wel niet zo mooi als Mr.
Bijl. maar plezier hadden we wel.
Totdat één van de dames naar
boven kwam om te zeggen dat
het orgel al weg was en we door
moesten gaan met ons werk. Mej.
Hitje Sterk van de smid was er al
enige jaren op les en kon al haast
een hele japon maken. Maar ik
de juffrouw vond, dat ik maar
beter een ander vak kon kiezen.
Nu dat heb ik dan maar gedaan.
Ik was een handige verkoopster.
En toen in 1912 de Landbouw
tentoonstelling op de Wilhelmi-
nabaan was, heb ik daar
geholpen. De heer Wiegersma,
banketbakker in het Naauw, had
de leverantie van banket. Ik was
in Amsterdam in betrekking bij
een dame en mocht het weekend
naar huis. Daar mijn broer klerk
was aan het Landbouwhuis op de
Willemskade zat hij aan het
tourniquet en had ik vrij toe
gang met toestemming van Dr.
H. Molhuysen, landbouwconsu-
Vervolg op pagina 10)