UIT DE ANNALEN
VAN DE POLITIE
Dagorders uit
vorige eeuw
WIE KENT DEZE MOLEN?
10
Deze foto van een mooie houtzaagmolen, die blijkens het bordje op de schuur
De Hoop heeft geheten, werd ons toegespeeld met de mededeling, dat dit één
van de molens van Schenkenschans is geweest. Maar om nou even eerlijk te
wezen, dat geloven we niet. We hebben nog nooit van een molen De Hoop bij
Schenkenschans gehoord. U wel misschien? Zijn er lezers, die ons kunnen ver
tellen, waar deze molen wel heeft gestaan? Dan graag even een briefje of een
telefoontje naar 't Kleine Krantsje.
't Vileine 3Crantóje leeót iedereen
(Door R. Visser, oud-adj. van
gemeentepolitie).
Uit de tijd van Politie-com-
missaris Anthony Doyer (1877
-1893) toen het politiekorps in
totaal 44 man omvatte, zijn
nog enkele Dagorders be
waard gebleven die een aardi
ge kijk geven op de omstan
digheden van toen, hetgeen
tot uiting werd gebracht in de
navolgende Dagorders van de
toenmalige Korps-chef.
Ofschoon de kleine schouw
burg in het Ruiterskwartier
door de laatste verbeteringen
veel in veiligheid voor de be
zoekers heeft gewonnen, moet
deze plaats van vereeniging
vooral bij druk bezoek, met
het oog op brand en paniek,
toch nog altijd beschouwd
worden als een zeer gevaarlij
ke plaats, die een zeer streng
toezicht en surveillance van
de zijde der politie blijft ver-
eischen.
Te dien einde wordt bepaald:
dat voortdurende surveillance
in genoemde schouwburg zal
worden uitgeoefend door drie
politiedienaren en wel één
boven, één beneden bij de
deur der stalling van Niemen
dal, één voor het gebouw bij
de brandladder. Voor den
aanvang der schouwburg zal
de inspecteur van den actie
ven dienst of die hem
vervangt, eene nauwkeurige
inspectie moeten houden en
zich overtuigen, dat aan alle
voorgeschreven voorzorgs
maatregelen is voldaan als:
ten le het water in de reser
voir boven het tooneel,
ten 2e de extincteur achter
het tooneel,
ten 3e de brandweerman,
ten 4e de brandlantaarn in
het gebouw,
ten 5e het vrije verkeer in
den stal van Niemen
dal,
ten 6e de branddeuren ge
makkelijk te openen,
ten 7e de brandladder voor
het gebouw moet
staan,
ten 8e het luik op het platte
dak grenzende aan de
plaats van Niemendal,
ten 9e de vrije toegang tot en
over het andere platte
dak, leidende door de
woning naar de brand
ladder,
ten 10e op de galerij aan de
zijde van de stalling
van Niemendal mogen
slechts 16 personen
zitten.
De Commissaris van Politie ie
A. Doyer
18 November 1888
De Commissaris van Politie te
Leeuwarden,
Gehoord het rapport betref
fende de redding van een
drenkeling uit het water van
de Tuinen op den eersten
Kerstdag j.l. die in een
naburige woning binnenge-
btjacht, eerst na langdurige
poging met toepassing van de
desbetreffende voorschriften
kunstmatig heeft kunnen
ademhalen en hoewel dode-
De Kleine Schouwburg aan het Ruiterskwartier, later en nu nog, de
Friesche Club
lijk ziek geweest zijnde thans
aan de beterhand is, zoodat
alle hoop op volkomen her
stelling niet is uitgesloten.
.Overwegende, dat het hem
Commissaris van Politie is
gebleken, dat de politiedie
naar R.K. zoowel door het
handhaven van de orde bij de
redding en later bij het
toepassen der kunstbewer
king, krachtdadig tot het
behoud van den drenkeling -
een militair - heeft meege
werkt en den goeden uitslag
voor een groot deel aan zijnen
onvermoeiden, langdurigen
arbeid kan worden toege
schreven.
Betuigt den politiedienaar
R.K. voornoemd bij deze zijne
bizondere tevredenheid.
Gelet op art. 67 der Ambtin
structie,
Bepaald dat hem eene be
looning van f. 1,50 zal worden
toegekend.
31 December 1888
De Commissaris van Politie
A. Doyer.
Dagorder van 24 januari
1889,betreffende tevreden
heidsbetuiging P. Stevan.
De Commissaris van Politie te
Leeuwarden,
Overwegende, dat de politie
dienaar P. Stevan bij gelegen
heid van een plaats gehad
hebbende diefstal van 10
konijnen waarin eenige be
ruchte straatdieven en ge
vaarlijke medeplichtige op-
koopers waren betrokken,
veel geduld en volhardende
ijver heeft aan de dag gelegd
waaraan het dan ook grooten-
deels is te danken, dat deze
belangrijke zaak later geheel
tot klaarheid is gekomen.
Betuigt den politiedienaar P.
Stevan daarover zijne bizon
dere tevredenheid.
24 Januari 1889
De Commissaris van Politie,
A. Doyer.
„Zijn oesters gezond dokter?"
vroeg de patiënt. „Dat moet wel
zo zijn" antwoordde de dokter,
„want in mijn jarenlange prak
tijk heb ik er nog nooit een ont
moet, die over z'n gezondheid
klaagde".