Friesland Bank
't 3Cleine 3<-rantóje leeót iedereen
Dit is de eens in Leeuwarden zo bekende fotograaf Joseph Dwinger met zijn vrouw Kaatje Cohen. Dui
zenden Leeuwarders moeten de heer Dwinger hebben gekend - hij kwam immers op „alle" scholen voor het
maken van groepsfoto's. En wie is in z'n schooljaren nooit eens op de kiek geweest?
FOTOGRAAF DWINGER.
Als abonneé van 't Kleine
Krantsje, lees ik dit blad altijd
met veel genoegen en interesse.
Nu trof mij in po. 212, pag. 7,
onder de schoolfoto, het volgen
de:
De inzender hiervan, de heer
Meijer uit Bergum, vermeldde bij
zijn gegevens over deze foto, dat
deze "natuurlijk" door fotograaf
Dwinger was gemaakt.
Ik ben een dochter van fotograaf
Dwinger en het deed me goed te
merken, dat mijn vader, die
gedurende 42 jaar, een fotozaak
op de Grachtswal (hoek Molen
pad) had, nog niet geheel is
vergeten.
Ik veronderstel, dat verreweg de
meeste schoolfoto's, die in de
loop der tijden in uw blad zijn ge
plaatst, door hem zijn gemaakt.
Zou u mij het adres van de heer
Meijer kunnen verstrekken? Ik
zal het n.l. erg prettig vinden,
eens contact met deze heer op te
nemen. Juist omdat hij mijn
vader zo goed heeft gekend.
Mijn ouders werden in oct. '42
door de bezetters gedeporteerd.
Mevr. J. Weijel-Dwinger.
het z.g. Jodeland.
Nu heeft de heer J.S. Bijl vele in
teressante dingen verteld over het
oude dorp Huizum, hierbij is mij
echter opgevallen dat hij vergat
twee belangrijke industrieën te
beschrijven, tenminste destijds,
de twee wasserijen, waarvan
slechts een is overgebleven. De
andere wasserij, en daar gaat het
om, behoorde aan de heer An-
driessen;deze was weduwnaar en
had naar ik meen twee zonen.
Een huishoudster fungeerde
tevens als cheffin over de wasserij,
terwijl haar broer de stoker was.
Helaas waren de meeste meisjes
nu niet bepaald behorende tot de
z.g. upperten. Omdat maar weini
gen ambitie hadden voor dit be
roep, en zij bovendien de gehele
dag plm. tien uren in eem dampi
ge, met stoom gevulde atmosfeer
moesten werken.
In 1914 kwam ik van de MULO,
Margaretha de Heerstraat (be
staat nog) bij mijn vader in de
zaak: Brandstoffen Groothan
del in klompen; wij leverden per
praam 100 H.L. (een mud) gas-
cokes aan de fa. Andriessen,
waaraan toen netto 7.50 in
totaal werd verdiend. Die gas-
cokes werd ingeladen door het
personeel van de gasfabriek (be
staat niet meer) in onze praam en
via Voorstreek, Waeze, Potmarge
vervoerd naar de laad- en loswal
van de Huizumer gasfabriek
(thans de groenteveiling), en via
twee handkarren (terwijl de ene
reed, werd de tweede volgeladen)
via de oude brug over de Potmar
ge vervoerd naar de wasserij.
mg
Nu was door het uitbreken van
de eerste wereldoorlog het z.g.
„losse" personeel voor wat betrof
sterke kerels, opgeroepen in
dienst en wat er was overgebleven
wel, die konden dit zware werk
nauwelijks aan.
Personen als Gatse Hiemstra,
Gosse (Halve Kracht of de Itali
aanse Wees) hadden wel twee uur
nodig voor hetzelfde werk, wat
anderen in een uur deden en
vraag dan niet hoe! Het loon voor
de vaste knechten was destijds
7.- per week, dus 1.16 per
dag. Terwijl de losse werkers
1.50 per dag verdienden. De
meesten woonden toen in de
Regionale bank
Uw spaargeld wordt
aangewend voor de
economische ontwikkeling
van uw eigen provincie.
uw eigen bank
op straat verscheen in witte
kledij met een grote oranje
sjerp, hette Corpier. Zeer waar
schijnlijk heeft de heer Van der
Meij indertijd te doen gehad
met een telg uit dit roemruchte
"Pang-geslacht".
Red. 't KI. Kr.
RELATIVEREN
Het laatste Kleine Krantsje (no.
212) heb ik, als gewoonlijk met
bijzonder genoegen gelezen. De
tocht met Mr. Bijl langs alle gran
dioze kathedralen en tempels der
wereld was wel fatiguerend en de
gierende stormen bij Kaap
Hoorn effrayeerden me terdege,
maar we kwamen tot rust bij
Hüzum's pretentieloze godshuis
je en bij „pliesie Brandy" en juf
Alberda; in een vertrouwd milieu
dus.
Ofschoon Mr. Bijl in z'n
veelbewogen leven wel heeft leren
relativeren, hadden deze objecten
in z'n jeugd dezelfde envergure
als de bouwwerken en personen
van meerdere importantie. Pliesie
Brandy stond toen zelfs hoger in
de schaal van zijn waardering,
dan heden de oud-minister Mr.
Luns, secretaris-generaal van de
N.A.V.O., tegen wie hij nochthans
met bewondering opziet. Dat wel!
Maar die bewondering voor Luns
snap ik niet goed bij iemand, die
zoveel wereldwonderen, zowel
materiële als spirituele, aan
schouwd heeft. Om Mr. Luns als
(vervolg op pag. 5)
Lezers klommen in de pen
De heer Meijer woont Pasto
riekamp 16.
Red. 't KI. Kr.
Weerklank voor 1.25 - 1.50
per week. Welnu, wij waren dus
een knecht nodig en wat troffen
wij!! Een zekere Carpentier (hij
beroemde zich er op dat zijn
voorouders uit Frankrijk afkom
stig waren) maar wat zag de man
er uit! Zijn kleding was niet
alleen totaal versleten, maar hij
droeg niet eens een onderbroek,
terwijl het kruis uit zijn broek
geheel kapot was! Welnu, dit was
mijn maat! Wij moesten de cokes
via een ladder omhoog brengen
en daarna storten in het cokeshok
in de wasserij.
De dames gierden en brulden
van het lachen, terwijl ik als
onnozele hals hier niets van be
greep, en daarom vroeg ik aan de
stoker „zeg, vertel mij toch eens
waarom die meisjes zo lachen".
Hij antwoordde hierop „begrijp
jij dat niet eens, die meiden
kunnen zijn hele klok en hamer-
spel zien en daarom brullen ze
van het lachen!" Toen ik dit aan
mijn vader vertelde mocht ik niet
meer met de kar mee, maar
moest de kar afladen op de los
wal.
Hiermede is dus tevens het raad
sel opgelost voor zover het de
pseudo-historicus betreft, welke
natuurlijk nergens in het bevol
kingsregister de naam Corpier
aantrof, om reden deze Carpen
tier heette.
Leeuwarden J. van der Meij
Even een paar opmerkingen:
De sjouwerman met de prach
tige bijnaam Halve Kracht
brengt de heer Van der Meij
naar voren als een man, die in
derdaad niet meer presteerde
dan de helft van wat een ander
kon. Hoewel de bijnaam even
eens in die richting wijst, heb
ben wij altijd gemeend, dat
deze heer Hiemstra "oergriese-
lijk" sterk was en met het
grootste gemak het zwaarste
werkverzette. De bijnaam zou
dan ironisch zijn bedoeld. Wat
de heer Van der Meij schrijft
over Carpentier en Corpier be
grijpen we niet goed. Het is na
melijk zo, dat de naam Corpier
juist wél voorkwam in het be
volkingsregister van Leeuwar
den.
De eens zo vermaarde "Swatte
Pang", die op verjaardagen van
leden van het koninklijk huis
HET OUDE HUIZUM
Helaas, wat is er nog overgeble
ven van het oude Huizum, destijds
behorende tot Leeuwarderadeel,
waarvan het Gemeentehuis zich
aan de rechterzijde in de Schrans
bevond.
Wat maakten wij als kinderen
(wij woonden vroeger op de
Waeze, hoek Uniabuurt) pracht
wandelingen via de Poppebrug
door de weilanden naar het dorp
Huizum met als einddoel het café
„Ceres" (thans „Tivoli"). Ook
wandelden wij langs de Dok
kumer Ee tot Snakkerburen.
Vandaar konden wij met een
praam oversteken voor een cent!
Vervolgens door de landen naar
de „Stienserdijk",waar we werden
getrakteerd op limonade in de
„Kleine Bontekoe". Dezelfde
wandeling was ook mogelijk via
ook wandelen wij langs de Dokkumer Ee naar Snakkerburen