Café „Halfweg11, Dronrijp
M.WESTRA. 251
MOLEN DE HOOP
STOND IN BERLIKUM
^EffiLooPToWAME$V<
Vooa
2
Voor WIELRIJDERS geschikte gelegenheid tot
aangename verpozing.
Lommerrijke tuin, degelijke consumptie.
AANBEVELEND.
3i(ei<-te 3Crantóje leeM iedereen
„Wie kent deze molen?" vroegen we in t vorige Kleine Krantsje in het onderschrift bij een foto
van een fraaie houtzaagmolen, die volgens een ons bereikte mededeling in vroeger jaren bij
Schenkenschans zou hebben gestaan. De afgebeelde foto heette De Hoop en daar wij deze naam
niet kenden van een van de molens van Schenkenschans, twijfelden we sterk aan de juistheid
van de medeling van onze berichtgever.
Welnu, het raadsel is opgelost: de
molen De Hoop heeft inderdaad
niet bij Schenkenschans gestaan,
maar in Berlikum. Dat hadden
we kunnen weten, want onze
verzameling foto's van Neder
landse molens bevatte ook een
afbeelding van deze Berlikumer
molen De Hoop, maar ja, hoe
konden wij vermoeden, dat de
oplossing van het probleempje in
onze eigen collectie's met tien
duizenden foto's voor het grijpen
lag?
't Kleine Krantsje lag twee weken
geleden nog maar nauwelijks bij
onze abonnee's in de brievenbus,
toen we al een telefoontje kregen
van de heer De Koe te Franeker,
die ons meedeelde, dat hij de
afgebeelde molen onmiddellijk
herkende: „Die stond in Berli
kum" aldus de heer De Koe, „ik
zag het direct, want we voeren er
vroeger met hej schip elke week
een paar maal voorbij."
Na deze reactie konden we direct
de hierbij afgedrukte foto van de
molen De Hoop uit onze
verzameling te voorschijn halen,
waarmee we de mededeling van
de heer De Koe meteen bevestigd
zagen.
STROOM VAN
TELEFOONTJES
Daarna kwam er merkwaar
digerwijs bij ons een stroom van
telefoontjes binnen van abon-
nee's die ons met klem verzeker
den, dat de molen De Hoop in
Leeuwarden aan het Oldegali-
leen had gestaan. Dat was dan
een vergissing dus, maar wel een
begrijpelijke, want die houtzaag
molens leken allemaal als twee
druppels water op elkaar en met
de huisjes op de achtergrond leek
de molen De Hoop ook inder
daad veel op de molen, die bij de
Houtpolle heeft gestaan en die
een tiental jaren geleden is
afgebrand.
Vanzelfsprekend ontvingen we
ook nog veel reacties van
abonnee's, die ons, net als de heer
De Koe, konden berichten, dat
dit de oude Berlikumer molen
betrof. Een aardige brief ont
vingen wij van de heer Fokke van
de Meer uit Berlikum, die ons
veel bijzonderheden over de
molen kon vertellen.
Deze brief schrijven we graag
even over voor de andere lezers
van onze krant.
HERINNERINGEN
"Iedere keer als ik uw krantje
ontvang roept het bij mij weer
herinneringen op aan hoe het
vroeger was, zoals ook nu weer in
no. 214, waarin een heel mooie
molen staat afgebeeld met een
vraag: Wie kent deze molen?
Hoewel ik vermoed dat u wel
meer brieven erover zult ont
vangen acht ik het mij toch een
plicht ook iets over deze molen te
vertellen, temeer omdat ik hem
in mijn jongensjaren iedere dag
zag, daar mijn ouders er vlak bij
woonden. Ook ben ik er af en toe
wel eens in en op geweest. Ze
stond te Berlikum aan het zo
genaamde Kruiswater en de
fotograaf, die hem genomen
heeft moet met een bootje zijn
overgevaren of een kwartiertje
hebben moeten omlopen om op
de plaats te komen van waar hij
fotografeerde. Volgens mij is de
foto gemaakt zo omstreeks 1920,
gezien de toestand van de wal
ervoor en enkele andere voor mij
zeer bekende punten aan de
molen. Het juiste jaar dat de
molen gesloopt is weet ik niet
precies, maar volgens mij was
het tussen 1930 en 1940. De
molen was indertijd eigendom
van een meneer Dirk Lourens
van der Mey, een zoon daarvan is
later in Leeuwarden gaan wonen
aan de Harlingerstraatweg 4. Als
die er nog woont hangt er
misschien nog een pentekening
(zwart op wit) van de molen.
Maar ja, meer dan dertig jaar is
dat alweer geleden. De molen is
steeds bediend door twee mole
naarsknechten, de broers Jurjen
en Willem Grevenhout, die ieder
in een kleine woning vlak bij de
molen woonden. De foto toont de
molen met de wieken naar het
westen gericht met geopende
kleppen aan de roeden. De
kleppen kon men zelf onder het
DE GRACHTSWAL
werd in vroeger jaren niet
onderscheiden in de Ooster- en
de Zuidergrachtswal. Voor - in
1895 - het nieuwe kanaal werd
gegraven stonden er nog huizen
op de plaats van de eerste
Kanaalsbrug en vormden Zuider
en Oostergrachtswal nog één
geheel. Eerst na het afbreken van
deze huizen en het bouwen van
de brug werd de behoefte gevoeld
de doorgesneden straat van twee
namen te voorzien.
DE HERSTELLING
is een houtzaagmolen geweest
aan het Zuidvliet. Helaas is de
molen verloren gegaan - net als
alle andere molens, die er eens in
de stad hebben gestaan. Het
restant van de laatste houtzaag
molen die door Timmermans aan
de Houtpolle, is enkele jaren
geleden door een nachtelijke
brand verwoest.
HET SCHOOLMEESTERS-
STEEGJE
weet u waar dat is geweest? Het
Schoolmeesterssteegje moet in
het laatst van de achttiende eeuw
een steeg zijn geweest bij de
Doeke Martenspijp op de Nieu-
westad. Een schoolmeester had
daar een particuliere school en
z'n vrouw hield er „een kleine
kinderschool".
DE WASSEMASTINS
was in de late middeleeuwen een
verstrekt huis in de Grote
Kerkstraat, dat later ook wel
Andringahuis werd genoemd. In
1436 schonk een zekere Wytze
Oenema een derde deel van
„Wasmanna stinze" met bijbeho
rend erf aan het Sint Anthony
Gasthuis, waardoor later de
Beiersteraat werd aangelegd.
zagen verstellen opdat de zaag-
ramen steeds met hetzelfde
tempo op en neer gingen of het
was met windkracht 3 of 6 deed er
niet toe. In de molen stonden drie
grote zaagramen met zaagbladen
van bijna 2 meter lang. De bla
den in de ramen kon men ook
weer afstellen alnaar gelang hoe
dik men de planken wenste. Ook
had elk zaagraam zijn eigen
funktie wat aangaat de houtsoort
één voor vuren, een voor beuken
en een voor eikehout, waardoor
ook het zaagmeel, dat in de
kelder onder de molen viel mooi
gesorteerd bleef. Die kelder kon
men eigenlijk wel de fooienpot
noemen, want het geld dat het
zaagmeel opbracht was voor de
molenknechten.
En eiken was altijd het hoogst in
prijs omdat het voor het roken
van vis en vlees het beste was.
Vroeger was het meestal een
stuiver of een dubbeltje per baal
(een grote zak) maar ik herinner
me nog dat ik in 1929 25 a 30 cent
voor het eikenzaagmeel betaalde.
Tot zover dus over deze molen.
Van de
JAN MUTSKESTEEG
aan de Nieuwekade is nu niets
meer over. Dit fotootje van de Jan
Mutskesteeg werd een tiental
jaar geleden gemaakt - er was
toen nog een huisje bewoond.
DE JAN MUTSKESTEEG
DE UNIABUURT
is na 1590 ontstaan door het
bebouwen van de lege plek,
waarop eertijds het Uniahuis
heeft gestaan.
DE DRIE KRAMERS-
STEEG
is genoemd naar een uithang
bord met drie kramers, dat eens
in deze steeg aan de pui van een
logement of herberg hing. De
steeg werd in vroeger jaren ook
wel Munke- of Muntesteeg
genoemd.
DEZWARTEWEG
is een oude naam voor Groning
erstraatweg. Het ligt voor de
hand, dat de oorspronkelijke
(modder)weg inderdaad zwart
was. In heel oude tijden liep de
weg van Leeuwarden naar
Groningen van de Wirdumer-
Nu nog even over het onder
schrift. Iemand veronderstelde
van een molen bij Schenken
schans. Ja, daar heeft vroeger ook
een houtzaagmolën gestaan. Aan
de Harlingertrekvaart tussen de
Snekertrekvaart en de Steenfa
briek van De Vries. Of die ook
De Hoop werd genoemd weet ik
niet alléén maar dat hij er stond
want in de jaren 1916-1920
voeren we er dikwijls langs. Ook
stond er vroeger aan de Har-
lingervaart zo wel ten oosten als
ten westen van Franeker een
houtzaagmolen, zoals ook te
Leeuwarden. Aan de Dokkumer
Ee een eveneens bij Birdaard -
maar ja, dat is alles voorbij
Tot zover het schrijven van de
heer Van der Meer, waaraan we
nog kunnen toevoegen, dat de
molen De Hoop, volgens aante
keningen in ons archief, in ieder
geval na 1928 verdwenen is. Uit
dat jaar dateert ook de foto, die
wij de lezers van onze krant nu
kunnen laten zien.
poort langs de Schrans, de
Huizumerlaan, en de Tijnjedijk
en verder via moerassige landen
naar Tietjerk. In het begin van de
zestiende eeuw werd geklaagd,
dat het in de wintermaanden
„quaet was to Lewerden to
ccmen, met dat het land al onder
het water lach". Daarom werd
omstreeks 1530 de weg naar
Groningen geprojecteerd van de
Hoeksterpoort uit noordoost-
waarts, langs de Lekkumerdijk,
het Hoogterp en vandaar in de
richting van het Tolhuis. Drie
eeuwen later werd de Hoekster-
dinger doorgegraven en een
draaibrug over de stadsgracht
aangelegd, die weer veel later
vervangen werd door een over
kluizing; dat is de huidige
Hoeksterpoortsbrug.
DE BLAUWE BRIL
heette in het laatst van de vorige
eeuw een „magazijn" met ver
band- en verplegingsartikelen in
de Bagijnestraat.
DE NIEUWE
SLINGERJJ
is net als de Oude Slingerij in het
begin van de zeventiende eeuw
een herberg in Leeuwarden
geweest. Waar deze herbergen
precies hebben gestaan weten we
niet.
DE TREK
SCHIPPERHAVEN
bevond zich tot omstreeks 1838-
op de plaats waar later' de
gasfabriek werd gebouwd. Een
herinnering aan de trekschepen
vinden we nu nog in de zijmuur
van het pakhuis Petersburg op de
hoek van de Oostersingel en het
Noord vliet: een mooie gevelstee»
met de afbeelding van een
varende trekschuit.
JAK 'AqTSKMUfG