STAKING BD DE KRANT
MENSEN VROEGER EN NU
HIER LACHTEN
OPA EN OMA OM
9
In januari 1923, een en vijftig jaar geleden dus, is deze foto gemaakt tijdens een staking bij de Leeuwarder
Courant, waarvan de bij het NVV aangesloten typografen ontevreden waren over hun loon. Omdat de
krant, als het even kon, tóch moest blijven verschijnen staken de andere personeelleden van de Erven Kou
mans Smeding en van het Kassierskantoor P. Koumans Smeding, dat ook in het pand aan de Voorstreek
gevestigd was, eendrachtig de handen uit de mouwen. Vandaar, dat we op deze groepsfoto zowel
niet-stakende typografen zien, als administratief personeel van de L.C., de E.K.S. en het kassierskantoor.
Helemaal vooraan zien we het hoofd van Dolstra; naast hem zit een onbekende. Dan krijgen we op de eerste
rij van links naar rechts: Deelstra, Wijnants, Trippenzee, Van der Veer, mej. Pitstra en Pranger. Op de
tweede rij: Meier, Van der Woude, Ter Horst, mej. Vlietstra, Zijlstra, Bijlsma, Gorter, de Groot, Van der
Heide, Van der Meulen, Hoekstra en Stelpstra. En achteraan op de derde rij: Jans, Neuman, Jorna, N.N. en
Langendijk. Het spreekt, dat alleen de jongeren op deze foto nu nog in leven kunnen zijn. Maar die
herinneren zich deze stakingstijd dan ook nog best.
J
't 3^-letne 3£.rantóje leert iedereen
Woorden?
„Theo, liefste, ga je al zoo vroeg weg?"
„Kindje, 10 jaren van mijn leven zou ik willen geven als ik langer bij je
kon blijven, maar vanavond heb ik kaartclub en te laat komen
beteekent een kwartje boete."
De philosoof
„Hoe komt het toch dat ieder jou zoo aardig vindt?"
Hij: „Heel eenvoudig. Ik vertel nooit iemand als het mij goed gaat,
maak dus niemand jaloersch; daarentegen vertel ik altijd al mijn
moeilijkheden."
Het
allerergste
Meneer Muilman: „Goeie hemel, ik heb mijn portemonnaie onder
mijn hoofdkussen laten liggen."
„Nou, wat geeft dat? Jullie hebben toch zoon eerlijk dienstmeisje?"
„Ja, dat is het juist, ze zal het geld aan mijn vrouw geven."
Het
voorbeeld
Wandelen naar het boerderijtje De Drie Ducatons
slachtoffers. Maar gelukkig zijn
de barakken hier nooit gebruikt.
Het Jodeland werd afgesloten
door een hek. Hierbij stond een
oude man, die dit beleefd open
en weer dicht deed. Een cent was
meestal de beloning. Binnen het
hek was men in de vrije natuur.
Het vee graasde in de weide, de
leeuwerik liet, hoog in de lucht,
zijn jubelklanken horen en de
kievit vertoonde zijn duikel-
kunsten in het hemelgewelf. Alles
ademde rust en vrede. Een vlon
der bracht de wandelaar naar het
eenvoudig boerderijtje „De Drie
Ducatons". Verder ging het langs
hekken en over vlonders verder
het land in. Stond men even stil
op zo'n smal bruggetje dan zag
men in de sloot soms een grote
snoek die op prooi aasde. Alles,
zo in de vrije natuur, vond de
stadser interessant. Ook werden
wandelingen gemaakt langs het
Kalver- en Schapedijkje. Ook
hier ademde men de heerlijke
buitenlucht in. Kwam men, na
zo'n fikse wandeling thuis, dan
nam men plaats in een gemakke
lijke stoel, nam de geïllustreerde
weekbladen De Prins of Wereld
kroniek ter hand om deze
aandachtig te lezen en te
bekijken.
RUST EN KALMTE
Zo verliep een vrije dag voor
menige eenvoudige burger in
rust, kalmte en eenvoud zo'n
zeventig jaren geleden.
Wat is het leven, in dit tijdsver
loop veel veranderd. Snel moet
het gaan ten koste van alles. De
tijd van heerlijke rust en vrede is
voorbij.
Ook op het gebied van terreur is
de wereld er niet op vooruitge
gaan. Zeker, ook vroeger kwamen
misdaden voor, moord, inbraak
en berovingen, maar niet zoveel
als nu. De couranten vermelden
dagelijks moordpartijen, bank
overvallen, vliegtuigkapingen,
ontvoeringen etc. Oude mensen
stellen zich vaak de vraag: waar
moet dit heen? Het schijnt alsof
het mensdom in veel opzichten
ontaard is. Zie bij vele nog jonge
mensen hun haargroei, het hoofd
haar en de baardgroei. Let op
hun spijkerbroeken,hoe slordiger
hoe mooier. Kijk naar hun uit
spattingen, om de aandacht te
trekken, hef „dakzitten" en het
naaktlopen.
Al is de wereld er in veel opzich
ten naar mijn gevoel er niet beter
op geworden, toch dient hier ook
een pluspunt vermeld te worden.
Wat de levensomstandigheden
betreft is de toestand veel ver
beterd. Armoede bestaat niet
meer. De sociale voorzieningen
zijn uitstekend. Wie steun nodig
heeft komt hiervoor in aanmer
king.
En toch, ondanks deze verbete
ringen, komt het mij voor, dat de
mensen vroeger veel tevredener
leefden dan nu, in deze tijd van
welvaart.
Onderwijzer: „Nu heb ik jullie dus uitgelegd wat een schuin vlak is.
Kan iemand mij zoo'n vlak aanwijzen in deze klas?"
Jongetje: „Uw linker hak, meester."
Begrepen
Vader, na zijn zoontje een pak slaag gegeven te hebben: „Weet je nu
goed, waarom jij dat pak slaag van mij gekregen hebt?"
Zoontje (huilend): „Ja... omdat u sterker bent dan ik."
Zijn laatste wil op zijn rug
In een Parijsch ziekenhuis heeft een longspecialist wel erg veel moeite
gehad met een patiënt. Deze patiënt wou namelijk ;n geen geval zijn
rug ontblooten. Eerst toen de chirurg heftig verklaarde dat hij hem
dan aan zijn lot zou overlaten, stond hij het onderzoek toe. Wat was
nu de reden?
Zijn heele rug was getatoueerd, nee, niet met vrouwen of ankers,
slangen of athleten, maar met letters.
Zacht antwoordde de man op de hem gestelde vraag, dat het zijn
testament was. Om heelemaal zeker te zijn dat men zijn testamet zou
vinden heeft hij het op zijn rug laten tatoueeren.