VROEGERE LEEUWARDER KERMIS HEEFT OP VELEN INDRUK GEMAAKT ALLEMAAL TENTJE - ALLEMAAL ATTRAKTIES 8 Herinnering* aan Leeuwarder Kermis. Glijdbaan. 3£/eine 3Crantóje leeót iedereen De Leeuwarder kermis van vroeger heeft op sommige oudere stadgenoten zoveel indruk gemaakt, dat zij nu, tientallen jaren later, nog precies kunnen vertellen welke attracties er vroeger waren en op welke plaatsen de verschillende kramen en tenten stonden. Verschillende abonnees van onze krant hebben de laatste weken hun herinneringen aan de kermis van toen op schrift gesteld, anderen kwamen ons op de redactie vertellen, hoe fantastisch de kermis vroeger was in tegenstelling tot nu. Zoals ook de heer S. Kalverboer te Leeuwarden, die zijn herinneringen aan de kermis van veertig, vijftig jaar terug bijzonder vlot uit de mouw wist te schudden en daarbij veel interessante bijzonderheden kon vertellen. Graag reconstrueren wij voor onze abonnees zijn enthousiaste verhaal aan de hand van enkele notities, die wij maakten. Een /eer bekende naam op de kermissen door alle jaren heen was die van Willem Stuvé van de nogatkraam. Er ging van deze Stuvé een geweldige reputatie uit en hij ging er prat op, dat hij „de echte" nougat verkocht. Er hing dan ook een bord met deze veel zeggende tekst: „Ziet ge de naam op een andere kraam, dan is het een gekochte naam". VIRTUOOS Virtuoos in z'n werk was de man met de weegschaal, een witte stoel, die in een soort klok was opgehangen. Schatte hij je ge wicht binnen een aantal ponden (wie weet nog hoeveel ponden het verschil mocht zijn?), dan moest je drie centen betalen, was hij et- verder naast, dan kostte het de klanten niets. Elke kandidaat werd eerst figuurlijk even gewikt en gewogen, zat ie in de stoel, dan bleek meestal, dat de man het juiste of bijna het juiste gewicht had geschat. Van de tentjes met „zuur" was die van stadgenoot Hartog Cohen uit de Speelmansstraat erg bekend: voor een haltje een grote, voor een cent een oester van een zure bom. Niet ten onrechte werd Hartog „de Zuurkoning" ge noemd. De Veenstra's (de „Pinkjes" zeiden de mensen) stonden met sigaren; eerst hadden ze een kar met dubbele ramen, later zaten ze in een tentje. Bij „de deftige" poffertjeskraam van Victor Conseil hing een bordje „denk om de kwartjesvin ders en de zakkenrollers". De eenvoudige jongens met weinig centen gingen natuurlijk poffer tjes halen bij Bosch: een cent het stuk en als ze oud waren kreeg je twee voor een cent. Anton Ni/et en een van Hubert Wolfs of van Janvier, die later erg bekend geworden is. Ook was er wel eens een hypodroom met mooie paarden, een speciale at tractie voor het boerenvolk. Bij een vrouw met parkieten werd de waarheid gezegd over „het heden, het verleden en de toekomst en het vogeltje trekt voor u". Zodra de klant betaalde opende de vrouw, die altijd een klein bamboestokje in de hand had, een laatje en het vogeltje pikte er dan een kaartje uit. De tekst op het briefje veroorzaakte water wie weet hoe ver. „Caro- 'ientje valt in 't water" heette die tent. „Wij zijn echte Russen" beweer den de mannen, met wie je tegen een kleine vergoeding kon scher men en die heren waren inder daad als Russen gekleed met rode laarzen en witte broeken aan. Buiten dit tentje kon je de sabels vervaarlijk horen klet teren. ECHTER RUSSEN Indrukwekkend was de figuur, die zich Homofoto noemde: „mens, pop of maschien?" Het was een jongeman met een hoge hoed op, die zogenaamd in hyp nose was. Ze sjouwden hem als een stijve pop naar binnen, waar hij met angstaanjagende schok kende armbewegingen langzaam „ontdooide". Daarvoor staken ze hem breinaalden door de keel en de armen, maar het deed hem niets. Homofoto was ongevoelig. Tegenover de hoofdingang van het Old Burger Weeshuis stond Erg populair bij de jongste kermisbezoekers waren de man nen met de grote bakken voor hun buik - die verkochten fluitjes en hadden balonnen in alle kleuren van'de regenboog. Twee of drie keer blies de jeugd zo'n balonnetje op; dan was het vaak al gebeurd en knapte het ding. Soms stonden er twee stoomca- rousels naast elkaar, een van dikwijls grote hilariteit. Griezelig in de ogen van velen was de man met de „sierratten", roodwit gekleurde ratten, die hem over de schouders liepen. Meer gelachen werd er bij de tent, waarbij je voor een duppie drie balonnen op een cirkel mocht gooien. Was het raak,,dan stortte er een meisje van een balk in een enorm vat en spatte het wel eens een panopticum met wassen beelden, maar sensatio neler was het spultjsje, waarin je met „een wilde" kon boksen. Die wilde was gevangen in Afrika en het wezen met z'n zwarte gezicht stiet onverstaanbare kreten uit, zodra het luikje voor z'n kooi ge opend werd: „kjellala!" Als voedsel werd hem eerst een wit etensbord met tabak voorgezet. daarna een bord met rijst. Wie het waagde met deze wilde te gaan boksen, kon wel eens een beste optater krijgen, maar de stakker zal zelf ook wel eens een oplawaai hebben gehad. Hoempa, later vermaard in Leeu- warden als straatmuzikant, stond in z'n jonge jaren als boeienkoning, die je mocht vast binden: „ach, buurman" hoorde ze hem eens zeggen, „niet te stief, niet te stief, ik leg hier voor mien broad Wat vroeger ook bij de kermis hoorde en volkomen gratis was, was de waterpomp tegenover het café van Buis - die zette de gemeente er neer en daar kon je je handen wassen en elkaar nat spuiten natuurlijk. KLEINE JAPPIE Kleine Jappie was de ster van een variétetent, waarvoor vier dames voor elke voorstelling stonden te dansen, Jappie was een dwerg, nauwelijks een paar voeten hoog. Allemaal attracties dus op de kermis van toen en nu hebben we het nog niet eens gehad over de luchtschommels (het personeel hielp er met matrozenpakjes aan), de onmisbare draai- en zweefmolens en de autootjes van Sipkema (of waren ze van Kooistra uit Dokkum?), die aan elkaar vastgeklonken waren en voortdurend in de rondte draai den, als een voorloper van de rups. Af en toe ging er een kleed overheen en schreeuwde de baas van 't spui „Vijf minuten voor de jongelui!" Enfin, de ouderen onder ons weten het allemaal nog best - de Leeuwarder kermis-oude-stijl heeft onuitwisbare indrukken achter gelaten.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1974 | | pagina 8