FURIE Hè je die nog kannen GOSSE ANNE GOSSES de adjudant-vaandeldrager van t negende De Oldehove Langs de straat STOOMVAART HARLIN0£N-LONDON vice-versa. 2 (vijftig jaar geleden) Het moeten al wat oudere Leeuwarders zijn, die hem nog hebben gekend, want Gosse Annes Gosses, de adjudant-vaandeldrager van het negende regiment infanterie, dat in vroeger jaren in de kazerne aan de Nieuwekade lag, is al in de twintiger jaren gepen sioneerd en kort na de tweede wereldoorlog voor goed van ons heengegaan. 't 3Cleine 3Crantó\e leeót iedereen Meer dan ooit zal de oude Oldehove in de belangstelling komen te staan, wanneer aanstonds de restauratiewerkzaamheden aan het machtige monument zijn voltooid. De foto op de voorpagina toont ons de Oldehove, zoals hij vroeger was, of beter gezegd, zoals de omgeving vroeger was, want aan de toren zelf veranderde in de loop der jaren zo op het oog niets. De omgeving van de toren is in Opa's tijd heel wat romantischer geweest, dan nu en dat is aardig op deze plaat te zien. De oude schuur op de voorgrond heeft helaas plaats moeten maken voor een paar foeilelijke panden, die het uitzicht op het monu mentale bouwwerk van de kant van de Vrouwenpoortsbrug af ernstig belemmeren. Aan de hand van deze foto kunnen we ons gemakkelijk indenken, hoe mooi de Oldehove ook aan deze kant tot haar recht zou kunnen komen, wanneer die hoekpanden van de Westerplantage en de Torenstraat er niet zouden zijn. Maar helaas, ze zijn er wel - wie doet er wat tegen? De jonge Gosse, in 1872 ge- ïjfSfi boren in Beetsterzwaag, zou Niets geschiedt zonder oorzaak. Wanneer er een oorzaak is, dan is er ook een gevolg. En de kat was er de oorzaak van, dat de heer op de fiets een onaange naam ogenblik ,,ud. Dit zijn de juiste feiten van oor zaak en gevolg. De vrouw stond te breien, op de hoek der steeg. De breister was niet schoon, in geen enkel opzicht. Haar gezicht was tanig, niet die frisse, opwek kende tanigheid, die een oude zeerob op z'n gelaat heeft, en u aanstonds in de verbeelding doet zijn, 't zilte nat te ruiken, neen dit was een getaandheid, die deed denken aan een wit tafelkleed, waarover slappe thee gemorst is. Haar voorhoofd was gerimpeld, en in de loop der tijden waren de rimpels aan geslibt, zodat ze iet wat goor waren. De mond van de vrouw vertoonde 'n barse trek, alsof haar 'n voortdurend on recht werd aangedaan. Ook was de vrouw mager, en getooid met 'n zonderling allegaartje van kleren. Het garen waarmee ze breide, was niet zo zuiver wit als de grondstof waaruit eens Freyr de wolken spon. Eens moest het de kleur der onschuld bezeten hebben, thans was het smerig, geelachtig-grijs-wit. Aan de voeten der vrouw lag het kluwen garen, en zat de kat. Niet tegenstaande de verregaande schurftigheid, waarin de kat ver keerde, had ze toch veel van de olijkheid en philosophie overge houden, die het kattengeslacht zo eigen zijn. De voornaamste eigenschap der poesen, de zinde lijkheid. was evenwel verre bij haar te zoken. Die kat zat pein zend te' staren paar het kluwen vóór haar, en dacht na over het onuitsprekelijke genoegen, om nou een lekker met dat kluwen te gaan rollebollen en spelen. Reeds had ze al eens een paar malen 'n poot er naar uitgestoken, maar 'n zekere aangeboren deftigheid, óók al weer een kattenkenmerk, hield haar nog terug. En achter die twee wezens som berde de donkere holte der steeg, als de muil van 'n monster, dat hen aantonds weer zou opslok ken en doen verzinken in de sfeer van hun allegaagse ellende. Ten derde male deed de poes een aanval op het garen, juist toen de heer op de fiets op 'n twintig meter Wfstand was. Met de binnenkant van haar poot kaat ste de kat tegen het kluwen, dat rolde. En vóórt breide de vrouw, m 'n soort verstomping. Belangstellend zat de kat het kluwen na te kijken en wilde er een sprong naar doen. Juist op dat moment echter bereikte de fietser het kluwen en het kluwen de fietser. Wélke werking er pre cies plaats had. was niet na te gaan. maar zeker is het, dat op de een of andere manier het kluwen in 't voorwiel verward raakte. Als 'n spin, die gewaarschuwd wordt door de signaaldraad in haar web, zo werd ook plotseling de vrouw opgewekt uit hare machi nale bezigheid. Eerst keek ze even verschrikt naar het brei werk, dat haar onder de handen De jonge Gosse, in 1872 ge boren in Beetsterzwaag, zou eerst onderwijzer worden, maar in plaats van de normaalschool in Drachten werd het de militaire dienst: hij was nog maar vijftien, toen hij al "onder de wapenen" kwam. wat blijkbaar nog kon in die goeie ouwe tijd. 'Gevolg van deze zeer vroege dienstneming is onder andere geweest, dat hij in het Neder landse leger ook de jongste was.' die tot adjudant werd benoemd. Na een tijd in Leeuwarden te hebben gelegen, ging de heer Gosses naar Assen om spoe dig toch weer naar de Friese hoofdstad terug te keren; we kunnen dan ook zeggen, dat hij eigenlijk z'n hele militaire loopbaan in Leeuwarden heeft doorgebracht. Wel bracht de eerste wereld oorlog de gebruikelijke ver anderingen en de heer Gosses kwam toen tijdelijk in ver schillende kwartieren in Hol land te liggen, maar zodra de kanonnen in 1918 zwegen keerde hij toch weer op z'n oude stek terug. De heer Gosses was hier ad judant-vaandeldrager. een soort ceremoniële functie; hij was ook chef de bureau, dat wil zeggen chef van het bureau van de regiments commandant. In het begin van de twintiger jaren heeft adjudant Gosses zich fel verzet tegen de plan nen het negende van Leeu warden naar Assen te ver plaatsen omdat er in de omgeving van onze stad niet voldoende oefenterreinen zou- gerafeld werd, toen schreeuwde ze: "Hei, myn geren.Ook voegde ze er iets aan toe, 't welk minder welluidend was. Bereids was de heer, die merkte, dat er met z'n voorwiel 't een of ander niet in de haak was, afgestapt en maakte 't garen los van z'n fiets. Hém werd onder de hand eens goed aan z'n verstand gebracht, hoe de vrouw over hem dacht en dat oordeel was ver schrikkelijk. De heer transpireerde en maakte toen zo vlug hij kon, dat hij weg kwam. Nog enige minuten na dien was de vrouw bezig hare ver ontwaardiging te luchten en haar garen weer op te winden. Terwijl de kat om 'n hoekje gewoon zat te schateren. den zijn. Dit verzet heeft echter niet mogen helpen; het negende vertrok inderdaad uit Leeuwarden, maar de heer Gosses bleef - hij was blijkbaar te zeer aan onze stad gehecht om die te kunnen verlaten. Die gehechtheid aan het oude Leeuwarden bleek.later trou wens ook uit een serie artike len, die hij voor het toen zo populaire Leeuwarder Nieuwsblad schreef. "Een oude brug vertelt" heetten die verhalen en deze vertellende brug was de Hoeksterpoorts- brug, op een steenworp af stand waarvan de heer Gosses vele jaren heeft gewoond. In 1946 is de heer Gosses op vier en zeventigjarige leeftijd in Leeuwarden overleden, maar veel oudere stadgenoten zullen zich deze markante en militante figuur nog goed herinneren. Breien op de hoek van de steeg - dat werd vroeger door vrouwen in Leeuwarden meer gedaan, zoals hier in het Sint Jobsleen op de hoek van de Kalvergloppe. Behoudens onvoorziene omstandigheden vertrek ken eerst© klasse ijzeren Stoomsche pen van HARDINGEN naar LONDON iederen Woensdag en Za terdag morgen en van LONDON naar HARDINGEN iede ren Zondag en Woensdag morgentelkens met het eerste getij. Adres voor Passagiers, Goederen en Vee bij de Agenten I. S. WIARDA te Harlingen. A. G. ROBINSON te London. HONDERD JAAR GELEDEN

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1974 | | pagina 2