HET LEZEN VAN T KLEINE KRANTSJE BEHOORT SEDERT HET VER
SCHIJNEN VAN HET EERSTE NUMMER TOT DE LEUKSTE GENOE
GENS. DIE WIJ ONS ALS OUD-LEEUWARDERS MAAR KUNNEN
WENSEN. TELKENS DUIKEN ER DAN HERINNERINGEN OP UIT HET
VERLEDEN. VELE MALEN HADDEN WIJ DE NEIGING OM IETS VAN
DIE JEUGDHERINNERINGEN NEER TE SCHRIJVEN. MAAR EVEN
ZOVEEL KEER BLEEF HET DAARBIJ. VERONDERSTELLENDE DAT
WAT WIJ HADDEN TE VERTELLEN WEL NIET ZO BELANGRIJK ZOU
ZIJN. -MAAR NU IS HET ONS TOCH TE MACHTIG GEWORDEN EN
"MOAT DER MAR IN SLIM SET FAN WEZE", ZOALS DE RECHTGE
AARDE FRIES ZOU ZEGGEN.
DAAR GAAT HIJ DAN.
't 3Cieine 3£.rar'óje leeét iedereen
van de verschillende deelnemers
stonden bij ons thuis op de
schoorsteenmantel in een pijpen-
rek met op de kop van elke pijp
de naam van de eigenaar-roker.
Dcheer Mollema:"een opvallende
figuur..."
In de jaren, toen wij er woonden
was er elk jaar een grandioos
buurtfeest.
De voorbereiding er van was naar
ik meen in handen van de heren
Hijgenaar, de Jonge en Gramser.
Eerstgenoemde was uiterst be
kwaam in het verzinnen van
kinderspelen. Het feest speelde
zich af in de Gijsbert Japicx-
straat en het Nassaupark. Er was
een echte consumptietent, waar
wij de ontvangen bonnen voor
limonade en snoep konden in
leveren.
En dan de spelen. Geweldig 1 Het
hoogtepunt was naar mijn
mening het z.g. kuipjesteken.
Wat een vermaak en gelach als
de deelnemer zo onfortuinlijk
was om naast het gat te steken en
daardoor de kuip omwipte en de
gehele lading water over zich
heen kreeg. Hoéwei ik ook schóól
12 heb bezocht herinner ik mij de
heer Hijgenaar daar niet van,
maar zoals gezegd wel van het
buurtfeest. Op de hoek van het
Emmaplein en het Kanaal was
een kliniek voor overspannen en
zwaarmoedige dames. Deze werd
gedreven door de zoon van de
heer Hijgenaar en diens echtge
note, een verpleegster. Later werd
deze kliniek verplaatst naar
Huizum, waar hij onder de naam
Bornia-klinick nog jaren heeft
bestaan.
VEELTE BELEVEN
Voor de jeugd was er in de om
geving van het Emaaplein,
Nassaupark en Willem Lodewijk-
straat veel te beleven.
Aan het Nassaupark was de
jamfabriék van Sloep, 's Zomers
werden er de aardbeien in mand
jes per vrachtwagen aangevoerd.
Als jongens mochten we wel eens
meehelpen om de mandjes in de
kelder te brengen. Als beloning
kregen we dan na atloop een
bloempot met aardbeien mee
naar huis. Zo was dat in die
dagen. De aardbeien werden ook
in bloempotten aan de man ge
bracht. Later werden bij de
jamfabriék rode bessen aange
voerd. Deze kwamen uit Het
Bildt en wij spraken steevast over
Sint Annabessen. Tegenover de
woning van Sloep in de Gijsbert
Japicxstraat woonde de graan
handelaar Mylius. Een prachtige
monumentale eikenhouten deur
HERINNERINGEN AA
Ook bij de Willem Lodewijkstraat was voor ons jongens veel te beleven.
Elk jaar was er een grandioos buurtfeest, maar wat een wonder ooktaan kinder in;
met koperen brievenbus en knop
maakte op ons als kinderen een
geweldige indruk.
Ook de bijzonder mooie goud
gele collie trok steeds onze aan
dacht. Men bedenke dat het toen
nog niet zo de gewoonte was om
honden te houden.
In de Gijsbert Japicxstraat dicht
bij het Emmaplein was een klein
kruidenierswinkeltje. Feitelijk
onder gebracht in de woon
kamer. In die woning woonde het
gezin Hulstra.
De heer Hulstra was godsdienst
onderwijzer. Hij en zijn vrouw
hadden dit winkeltje naar ik
meen opgezet voor hun niet ge
heel volwaardige zoon.
De heer Hulstra herinner ik mij
ook nog van de gemeenteschool.
Hij was wat klein van stuk en
enigszins beweeglijk. Volgens
verhalen van andere jongens, die
bij hem godsdienstonderricht
hadden ontvangen kon hij prach
tig vertellen. Ook echter was er
bij hem in de les altijd wat te be
leven, omdat hij het met de orde
blijkbaar nogal te stellen had.
Blijkbaar waren mijn ouders
daar wel iets mee op de hoogte al
lieten ze dat nooit merken, maar
wij mochten niet bij hem op les.
Wij moesten naar zijn collega de
heer Andringa, een rijzige en
vrij ernstig man, die de wind er
goed onder had.
ALLEMAAL VERMAAK
Vopr kinderen was er in de om
geving van het Emmaplein in de
jaren 1917-1920 veel te beleven.
Van enig druk verkeer was toen
nog geen sprake. We konden nog
hoepelen en hinkelen naar
hartelust - ook werd er wel ge
kaatst. In het voorjaar zaten de
jongens gewoonlijk bij de spoor-
sloot. Met de pols werd in de
waterplanten gedraaid en dan
snel alles op de wal getrokken om
tiaar salamanders te zoeken. Ook
vingen we stekelbaarsjes en
hadden we kikkerdril in -een
stopfles om de kikkervisjes te
zien uitkomen. Natuurlijk was
het polsstokspringen over de
spoorsloot ook nog mogelijk.
Verder trokken we nog al eens
naar de gemeentelijke vuilstort
plaats voorbij de Tweede Ka-
naalsbrug, waar nu de fabrieken
van Koopmans en de Condens
staan. Daar was veel te beleven.
De meest sterke verhalen deden
over deze stortplaats de ronde.
Men zou er eens een hoeveelheid
bankpapier hebben gevonden,
dat door toevallige omstandig
heden bij het huisvuil was ge
raakt. Natuurlijk lag er tussen al
die weggeworpen spullen nog wel
eens iets, dat in kinderogen nog
waardevol lijkt. Van thuis moch
ten we feitelijk niet op de vuil
stortplaats komen. Het was er te
Het was in de mobilisatie jaren
1914-1918 dat mijn vader be
noemd werd als hoofd van een
school te Leeuwarden. Dat be
tekende voor ons een verhuizing
van Harlingen naar Leeuwarden.
Voor een jongen van 10 jaar na
tuurlijk een hele belevenis zo'n
verhuizing. Nog te meer omdat
we per schip van Harlingen naar
Frieslands hoofdstad verhuisden
en wij de eerste kennismaking
met de stad van het water af
moesten ervaren. Het schip
kwam bij het Emmaplein in het
Nieuwe Kanaal voor de wal. Wij
mochten meehelpen sjouwen met
stoelen, planten etc. De woning
nood bestond toen ook al, want
het staat mij nog klaar voor de
geest dat mijn ouders veel moeite
hebben gehad om in 1917 een
woning te bemachtigen. Dat dit
aan het Emmaplein is geweest, is
voor ons kinderen wel zeer geluk
kig geweest. Het was er een fijne
buurt om te wonen. De mensen
vormden er een goede gemeen
schap en hadden onderling veel
contact. Er woonden onderwijs
krachten in deze omgeving. Ik
herinner mij nog de volgende
namen: Andriessen. Eerwerda,
Mej. Stoet aan de Willem Lode-
wukstraat, Hijgenaar en Boers-
ma in de Gijsbert Japicxstraat en
de Jonghe aan het Nassaupark.
Daar woonde naar ik meen ook
de heer Siersma.
KALKENPUPEN
Mijn vader had met enkele
andere onderwijskrachten een
kaartclub.' De kalken pijpen