VERRAAD VAN UNIAHUIS KWAM UIT
toch werd
stad
door
saksers
bezet
9
't 3^(eine S^Crantóje leeót iedereen
DE SCHERMUTSELINGEN TUSSEN DE SCHIERINGERS EN DE VET-
KOPERS, DIE FRIESLAND VERSCHEURDEN IN DE TIJD, DAT DE
NIEUWE VERDEDIGINGSGRACHT IN LEEUWARDEN WERD
VOLTOOID, KREGEN EEN DRAMATISCH HOOGTEPUNT IN DE
LAATSTE JAREN VAN DE VIJFTIENDE EEUW DE SCHIERINGERS,
NOG ALTUD FLE BELUST OP WRAAK JEGENS DE GEHATE VET-
KOPERS EN VOORAL OOK JEGENS HET VETKOPERSGEZINDE
LEEUWARDEN, RIEPEN TOEN DE HULP IN VAN DE VERMAARDE
EN GEVREESDE ALBRECHT VAN SAKSEN, EEN RUIGE BENDEN-
AANVOERDER, DIE KEIZER MAXIMILLIAAN EN FILIPS DE SCHONE
AL BIJZONDER VAN DIENST WAS GEWEEST EN DIE NU FRIESLAND
IN PAND ZOU KRUGEN.
Toen Albrecht, nog voor z'n of
ficiële benoeming tot "erfelijk
gubernator ende potestaat" enke
le benden Duitse landsknechten
naar Friesland zond, wisten de
Vetkopers zich gesteund door
Groningen, dat vast van plan was
de vijand met hulptroepen te be
strijden, hoewel het van meet af
duidelijk 'was, dat Albrecht van
Saksen als tegenstander niet te
overwinnen was.
GEEN TEGENSTAND
Lang bood Leeuwarden dan ook
niet tegenstand, toen de Schie-
ringers en de Saksers voor de
stadswallen verschenen en in de
tijd van een ogenblik drie vaste
punten in handen kregen: het
klooster aan de (Olde) Galileën,
het klooster Fiswerd, dat stond,
waar nu aan de Spanjaardslaan
de oude begraafplaats ligt, en de
stins Camminghaburg, waar
Rienk Cammingha woonde, die
overigens zelf de Saksers zeer wel
was gezind - na een beleg, dat
nog geen drie dagen duurde,
moest de stad zich al gewonnen
geven.
Bij de overgave werd bepaald,
dat Hertog Albrecht als lands
heer zou worden erkend op voor
waarde, dat de stad de lastbrief
van keizer Maximiliaan zou
zien, waaruit zou moeten blijken,
dat de keizer de Saksische hertog
inderdaad het recht had verleend
Friesland voor hem te besturen.
Ook wilde de stad het bewijs, dat
Albrecht van Saksen graaf Wil-
lebrord van Schaumburg als zijn
stadhouder had aangesteld. Na
het ondertekenen van deze voor
waarde verlieten de vijandelijke
troepen de stad en Leeuwarden
kon - tijdelijk - weer even ruimer
ademhalen.
Er werden nu enkele voorname
ingezetenen aangewezen om naar
Sneek te reizen, waar ze van de ver
langde staatsstukken kennis
zouden kunnen nemen. Deze
delegatie kwam onvoldaan van
haar missie terug en de stedelijke
regering stond dan ook op het
standpunt, dat Albrecht en
Schaumburg alleen erkend kon-
BABBELTJES
OPDEBRUG
den worden, wanneer ze de dele
gatie een lastbrief op perkament
en met het keizerlijke zegel
hadden getoond.
EEN LIST
Ontstemd over de houding van
de Leeuwarders stond Schaum
burg op het punt de stad op
nieuw te veroveren en door een
list trachtte hij nu binnen de
stadsgrachten te komen. Hij
huurde daartoe het Uniahuis,
een sterk kasteel, dat stond aan
de Weaze tussen het Zwitsers-
waltje en de Ossekop, en kreeg
van de stadsregering toestem-
ming om ér een vijftiental onge
wapende lieden onder bevel van
een hopman te legeren. De hop
man moest beloven niets vijan
digs tegen de stad te zullen doen
en moest voorts toezeggen ook
geen krijgsbehoeften binnen de
vesting te brengen. De stadhou
der zond echter toch een wagen
met kruit en wapens van Sneek
naar Leeuwarden om het Unia
huis te versterken. Toen dit uit
lekte kwam Leeuwarden op z'n
achterste benen te staan, plun
derde en verwoestte de vesting en
doodde de hopman met enkele
van z'n helpers. Voor de tweede
maal rukte de vijand op naar de
stad en opnieuw werd Cammin-
ghabrug versterkt en van krijgs
behoeften voorzien. Zelf legerde
Schaumburg zich met een zes
honderd man in het klooster Fis-
werd.
HULPTROEPEN
Groninger hulptroepen, ijlings in
de richting van Leeuwarden ge
sneld, bleken d,aar aangekomen
niet tot vechten bereid en na een
beleg van negen weken, besloot
de stad zich andermaal gewon
nen te geven.
Bij de vredesvoorwaarden, die
zeker niet in het voordeel van de
stad uitvielen, werd bepaald, dat
de Saksers het recht kregen bin
nen de stad een blokhuis te
bouwen om daarin een bezetting
Dit is Hertog Albrecht van Saksen, die erfpotestaat van Friesland werd:
wilskrachtige trekken in een markante kop.
te legeren, die de Leeuwarders huis werd gebouwd, zullen we
onder de duim zou kunnen een volgende maal zien.
houden. Hoe en waar dat, door
nieuwe grachten omgeven, blok-
FENNO L. SCHOUSTRA
Herinneringen
Vervolgvan paginad
over het dok van'Landeweer en
Stemmer, daar over heen door
een hekje links had je boóthuizen
daar lagen de jachten in van de
voorname lui. Je kon er niet in
want een hoog hek versperde de
toegang. Niet voor mij hoor!
Verderop weer een boederij,
rechts weiland, dan kwam je aan
Waar nu de huizen van de Weaze zich vredig weerspiegelen in het water van de Warmoesgracht, bestormden zeshonderd jaar geleden woeste
Leeuwarders het Uniahuis, plunderden en verwoestten het kasteel en brachten een deel van de bezetting omhet leven.
het kanaal ging je links tot aan
het eind dan had je een grasdro
gerij. Aan de ene kant Schil
kampen met zijn scheepswerf en
aan de overkant van het kanaal
de kistenfabriek. Kunt u zich
herinneren de Greuns en het
Woudmansje over de spoorbrug?
Vader, mijn broertje en ik gingen
daar soms vissen, zondags bij een
boerderij. Jonge, wat een mooie
vorens ving mijn vader. Wij
visten bij het stap waar ze 'de
melkbussen schoon maakten. Op
een keer toen we er weer waren
meende ik dat ik aan de grond
vast zat en riep. "vader ik zit aan de
grond vast'V'G.d". hoor ik nt'n ou
we nog zeggen, "net een nieuw
snoertje gekocht voor 5 centen".
Hij kwam aanlopen, pakte m'n
hengel en zei "Dou leerst het
nooit, er zit een kanjer an,
klootzak. Haal mien schepnet,
vlug." Toen ik terug kwam kon
hij net op tijd een prachtige edel-
karper scheppen. Ik liet hem aan
de boerin zien en wij kregen melk
en koekjes. Nieuw.Zee|and H.
Pictersakes wevnma
Vervolgvan pagina 2
"Of hij zondag soms in Sneek is
geweest?" wil de politie weten.
"Nee" zegt Pieter, "ik ben zondag
niet in Sneek geweest."
"Heeft Pieter Trijntje Jilderts
Dijkstra dan niet op het Trekpad
ontmoet?" vraagt de politie dan.
"Nee" antwoordt Pieter, "die heb
ik niet ontmoet."
Nu doet de politie een meester
lijke zet. Plotseling zet ze Trijntje
Jilderts Dijkstra in levende lijve
voor Pieters neus en Pieter is er
meteen ondersteboven van.
Verrast door de onverwachte ver
schijning ziet hij het nutteloze
van zijn ontkennen in. En Pieter
Sakes Weynma bekent! Hij
bekent, dat hij zijn vrouw Hiltje
Rimmerts Zijlstra door middel
van rattenkruid om het leven
heeft gebracht.
Waarom?