m Ï'1'IM Maison ILONA BR Bb ^>safe Bruids japonnen Gelegenheids kleding Dames hoeden EEN ONZER BEKENDSTE STADGENOTEN, DE NU TWEE EN TACHTIGJARIGE HEER HENDRIKUS VAN KEULEN, DIE PRECIES VIJFTIG JAAR EEN ZAAK IN NAAIMACHINES - EN FIETSEN EN RADIO'S - IN DE SINT JACOBSSTRAAT HEEFT GEHAD, IS SPECIAAL VOOR 't KLEINE KRANTSJE IN DE PEN GEKLOMMEN OM HERINNE RINGEN OP TE HALEN AAN DE TIJD, TOEN HIJ ZICH ALS JONG ZAKENMAN IN DEZE STRAAT VESTIGDE, EN DAT WAS VLAK NA DE EERSTE WERELDOORLOG. HIJ HEEFT ZIJN GEHEUGEN SCHERP AFGETAST EN KWAM ZO WEER ALLE NAMEN EN ALLE ZAKEN TEGEN, DIE ER TOEN IN DE SINT JACOBSSTRAAT ZIJN GEWEEST. t Oil eine ^ICrantóje leeM iedereen Ir-'TZ» f r^rA St. Jacobsstraat 5 Leeuwarden ?- ji m -- 'r -iSr-ji SINT JACOBSSTRAAT Als we beginnen bij de hoek van de Sint Jacobsstraat en het Hof plein. dan krijgen we eerst het politiebureau met een bezetting van dertig agenten in uniform en twee rechercheurs, Turksma en Stevan. die wij "stillen" noemden. Commissaris van Politie was de heer Wesser, een ruwe kerel met een grote snor, maar ook met een hart van goud, vooral voor zijn personeel. Wesser woonde ook in de Sint Jacobsstraat naast het bureau, waar ook de cellen waren. Daar heeft zich heel wat afgespeeld, zeker, wanneer er door dronk aards, die opgebracht werden en dan met de agenten door de straat laveerden, verzet werd ge pleegd. WESSER Wanneer de Sint Jacobsstraat versierd moest worden, hielp Commissaris Wesser zelf mee om het groen te plaatsen, dat we in Bcrgum hadden besteld. In die tijd gingen we met drie auto's naar de kwekerij van Bosgra in Bergum, een man of vijftien, twintig als winkeliers, in de auto van de heer Wesser, in de dure slee van Baron Van Nagel en in mijn T.-Ford, die onverwoest baar was. Op de terugweg allemaal even aansteken in Warga en "Glaasje op. laat je rijden" was er toen niet bij. De oude heer Hofstede had de kastelein al telefonisch ge waarschuwd, dat we in aantocht De heer Hendrikus van Keulen (zoals hij vroeger was) schreef deze herinneringen. waren "en of ie wel even wou zorgen voor een goed. dat wil zeggen vooral pittig Framboosje" -dat waren mooie middagen. Op de hoek van het Raadhuis straatje, dat nu Auckemastraatje heet. woonde de bloemist Kerk hof. Hij was een zeer geziene vakman, die bloemstukken lever de, zowel voor bruiloften als be grafenissen. Na de drukte van de dag wou de heer Kerkhof nog wel eens het Oranje Bierhuis binnen wippen om er andere zakenmen sen te treffen en een praatje te maken met Ype Schaaf. Dat kon er nog wel af, want een groot glas bier kostte er een dubbeltje. Ype Schaaf wes een fijne kastelein, maar tevens een groot kleinkun stenaar in 't voordragen, zoals wij dat noemden. Met Job Sytsma was hij gelijk Snip en Snap. Op dc andere hock van 't Raad huisstraatje was de heer Dood- korte gevestigd, een beroemde koperslager, die ketels en kwis- peldoorns uit de hand maakte en voor zijn etalage te koop aan bood. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat zat hij op het koper te tikken, welk geluid voor de buurt zeer irriterend was. Dood- korte maakte ook koperen emmers voor de boeren. Hij en Van der Veen waren de enige vakmensen in Friesland. Ik her inner me. dat hij al tachtig was en nog steeds werkte. NAAIMACHINES Naast Doodkorte had ik sinds 1918 mijn zaak en eerst deed ik hoofdzakelijk in naaimachines. Ik had het vak van mijn vader ge leerd: met m'n twaalfde zat ik al met hem aan de werkbank. Toen dc fiets in opkomst kwam, wilde ik het fietsmakersvak ook graag leren en daarom vertrok ik met m'n vijftiende jaar naar Jan Smit in de Burgstraat in Sneek, waar het SDAP gemeenteraadslid Ytsma. die later in Leeuwarden woonde, de chef was. Ik verdiende toen vijf gulden in de week, betaalde vier gulden kostgeld en was nog rijk met de ene gulden, die overbleef. Maar je kon er ook nog wat mee: twintig sigaretten voor een dub beltje, een stuiver voor een biertje en ga zo maar door. Later nam ik de rijwielhandel in mijn zaak op en die rendeerde uitstekend. Ik verkocht hoofdza kelijk Simples en Phoenix fiet sen. die we dan op huurkoop leverden - de mensen betaalden een gulden of een daalder in de week. I oen de radio kwam opdagen begon ik daar ook mee. maar daar was werkelijk moed voor nodig. Over de dertiger jaren zal ik maar niet praten, toen stond negentig procent van de midden stand op springen en in die tien jaar tot 1940 zijn er veel zaken mensen financieel gesneuveld. Als een herinnering aan mijn zaak heb ik nu nog een stuk of tien naaimachines, die een hon- derdvijftig jaar oud zijn; allemaal pronkstukken in de kamer. Naast ons woonde Hettema de horlogemaker, een vakman, die tot over de grenzen bekend was en de fijnste onderdelen zelf maakte op draaibanken en po- lijstapparaten. Ook als schoon- rijder op de schaats kon hij er heel wat van. Buurman van Hettema was Drontman en dat was een echte verkoopzaak voor degelijke schorten en onderkleren. Eerst stond mevrouw Drontman met een winkeljuffrouw achter de toonbank, maar spoedig moesten ze uitbreiden en toen kochten ze de zaak van Hettema. Dat was een hele belevenis in de straat en wij waren ook trots op deze grote uitbreiding; hoe meer mensen er bij hen kwamen hoe liever, in een woord de straat bloeide. Ik ad verteerde in die tijd dan ook altijd als "Van Keulen naast Drontman". Nog zie ik de heer Drontman uitrukken met tassen op de rug om z'n klanten in de provincie te bezoeken, te voet of met het Dok kumer lokaaltsje. Later wilde de zoon Johan het hoger opzoeken en dat is hem op de Nieuwestad gelukt, waar nu ongeveer vijftig mensen werken. Een mooie loop baan! Verder, richting Nieuwestad, kregen we de zaak van H. Hof stede, toen zowat de enige optiek- De Sint Jacobsstraat van lang, lang geit

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1974 | | pagina 6