PLOEGJE SCHIPPERS WIE KENT ZE? Het verhaal van Bouke, de Hoornblazer Uw eigen bank Friesland Bank tlCrcmtóje leeM iedereen Lezers klommen in de pen SCHOOLFOTO En weer klimt een lezeres in de pen, om een aanvulling te geven bij de schoolfoto van de 5e klas-Arendstuinschool 7 van Hilly Bouma, KI. Kr. nr 226. Bij de eerste oogopslag kende ik alle meisjes nog en hier komen de namen: Staande van links naar rechts, Dina Hummel, Antje Dijkstra, Wietske v.d. Hoop, Greta Röter, Ida Lieuwsma, Hilly Bouma, Els Braaksma, Grietje Baron (niet Paron), Willy Westerbaan (niet Antje Kielstra), en Jitske Venin- ga (niet Venema). Knielend van links naar rechts, Annie Hettema, Sjoeke de Vries, Elske Schaafsma, Grietje Bak ker, Saakje Engelmoer en Griet je Mebius. Wat de jongens betreft blijkt het dat er toen bij mij nog niet veel belangstelling voor was, van "gezicht" ken ik ze wel, maar de namen komen er niet uit. Achterste rij nr 6 Lubbe Beetsma, was dat niet Lubbert Bouma ene Albert dan Petrus de Boer, daarnaast Abe Speerstra Ie op de voorste rij is Frederik v.d. Harst en naast Sjoerd Binnerts, Appie de Groot. Mis schien komt er van de "heren" nog een reactie. Met meester Noorman (niet Noordhof) hebben we nog erg te doen gehad toen hij het school bord op z'n voet kreeg en enige tijd op een schoen en een slof op school kwam. En dan te bedenken dat wij nu allemaal om en nabij de 60 zijn. Iedere keer weer als het Kleine Krants- je komt worden er herinnerin gen opgehaald en we hopen dit nog vele jaren te kunnen doen. 'k Eindig met de hartelijke groeten voor allemaal van Harderwijk Annie Vinken-Dijkstra. DE FABRIEKSTEEG Ik kreeg van mijn tantezegger de Kleine Krantsjes en tot mijn grote vreugde las ik daarin over de Fabrieksteeg. Ik heb er tot mijn 18e jaar gewoond dat is nu ruim 50 jaar geleden. Een paar spoorlijn rechts fam. Louwe naar, fam. Dijkstra met drie zoons, Douwe, Ruurd en Ge rard. Fam. ter Horst, zoon Piet en zuster. Dan kwamen wij de de fam. Adema, waarvan een dochter met Douwe Dijkstra is getrouwd. De fam. Adema is verhuisd naar Heemstede en toen ging een zoon in het huis Er is op onze redactietafel een foto terecht gekomen van een ploegje schippers, dat wil zeggen pleziervaarders, die in Leeuwarden gemaakt moet zijn. Maar we herkennen de gefotograffeerden niet. U wel? Wie zijn deze dames en heren? Wie het weet mag het zeggen. jaar terug ben ik nog eens wezen kijken, maar er was niet veel meer te Zien. Het huis van Smit stond er nog en was nog bewoond en langs het spoor stond een dichtgetimmerd huis waar Grasman in woonde. De heren Elsloo en Terpstra heb ik goed gekend en ze wisten veel namen en feiten, maar over het middelste buurtje niet zo veel. Alleen Steven de Boer en Siep de Boer, maar die hadden nog een broer, die in het leger was en een zus Rika. Van de fam. Eden hadden ze alleen maar Piet. Er waren daar een Hen drik (naar Amerika gegaan volgens zeggen) dan Piet, die in Frankrijk woonde en met een Francaise was getrouwd. Dan Jan en Matze en een zuster. Misschien weten de heren het nu wel. Ik wou graag de namen geven van de mensen in de middelste buurt hebben ge woond. Dat zijn vanaf de fa. Boskma, 7 dochters, 2 zoons. Al die namen zal ik maar niet opnoemen. Drie zusters zijn overleden, evenals mijn ouders. Dan Van Asperen, waarvan ik nog twee namen weet n.l. Jan en Hendrikje. Fam. Smit, erg vrome mensen, dan Steven de Boer zijn ouders, fam. Meier, fam. Reindersma de waskapper twee dochters en fam. Sangers, drie dochters waarvan een met een weesjongen is getrouwd. Aan de overkant om het hoekje eerst Hardeveld, later Heeringa uit het eerste vierkantje. Dan fam. Bron, fam. Wiersma, fam. Tombal, één dochter die vriendin was met mijn oudste zus (beide overleden). Dan Kra mer, Heidema, een cipier, later woonde fam. Kok er in waarvan een dochter Riekje met Ruurd Dijkstra is getrouwd. Dan v.d. Velde, ook een spoorman, die later naar het zuiden is ver plaatst. Later ene Reekers, dan van mijn ouders wonen. Later gingen die ook weg, toen gingen Aafke en Douwe er in wonen. Dan Van de Velde, 3 dochters en een zoon Klaas, die had een houten been en een bultje voor en achter, dan Edens, (later Steven de Boer) en dan weer Edens. Wie daar voor hen gewoond hebben weet ik niet meer. Om de hoek woonde Hoekstra, daarnaast de Vries en in het hoekje Billie Ritzie. Misschien weet de heer Terpstra ook, dat bij hem op het streekje Zorn de schoenmaker woonde en er tegenover fam Smit, die een zoon hadden, die koloniaal was. Verder weet ik niet veel meer van het streekje van de heer Terpstra. Ik meen dat hij ook een zus had, die Lena heette en Jet. Ook de fam. Meulenkamp en Stoelwinder en Faber, de melkboer zijn goede bekenden. Ik ben nog wel eens op bezoek geweest bij de zusters Faber en Men kent er de Friese verhoudingen en is bereid plaatselijke en provinciale belangen te dienen. daar hebben we herinnerinegn op gehaald. Over Keverkamp kan ik ook nog wat melden. Daar haalden we altijd groente en aardappelen. We hebben daar op woensdagmiddag en ook na schooltijd boontjes af zitten halen voor de inmaak, die 's winters werd verkocht. We kregen dan, mijn zus en ik, een dubbeltje, een kopje thee en een winterpeen als beloning. Ik denk er nog vaak aan, want nu zou je zoiets niet doen op je vrije middag. Aan die kant tot aan de Hoveniersstraat waren onder en bovenwoningen daar woonden wat mensen, die meer waren dan wij (dat geloof ik tenminste). Ik zou nog wel meer willen schrijven, maar misschien een andere keer als het goed is. Er is nog zoveel rond en om de Fabrieksteeg te schrijven maar dat zou nu te lang worden. Ik hoop dat ik niet te veel fouten heb gemaakt en mijn schrijven is ook niet zo mooi. Verder zou ik graag de groeten willen doen aan de heren Terpstra en Elsloo van Jikke Boskma. Ik hoop dat zij dit onder ogen krijgen. Dordrecht Mevrouw Goudswaard-Boskma 'f Is al weer een paar jaar leden". Bouke gong een bitsje voorover zitten. En met de ellebogen oppe knieën keek ie uut het raamke van de coupé. Sipke en Martha en Gosse en Griet zatten em nieuwsgierig an te kieken. Nou was Bouke oek wel een figuur die opviel. Zien rooie hoofd met een paar waterige oogjes en een neus die onmiskenbaar de kentekenen droeg van een zekere mender Bokma, een welbekende naam in 't kroegje van Van der Woude oppe Ouwegleien. En in dat kroegje zat Bouke altied as ie niet op pad was. "Ja meessen, 't is al weer een paar jaar leden, toen in mei een nije meid te werken kwam op een boerderij tussen Massum en Menaldum. De boer en de boerin hadden één zeun. Een jonge kerel van zo'n vijf en twintig jaar. Een rokkejager eerste klas, die al verskeidene meiden met een kien opskeept had. De nije meid was as een van houvast met alles d'r op en d'r an as je wete wat ik bedoel. Et was dan oek gien wonder dat et al gauw speulen wudde met de twee. Mekaar wat achterna zitte oppe deel en oppe hooizolder. Op een dag kwam de boer de skuur in en toen vonnie die twee in 't hooi. Toen had je 't gedonder inne glazen. Wat must tou g.v.d. met die slons in 't hooiHe'k al niet genoeg gedonder met dij had. hè! Gaat dit weer dezelfde kant uut? Vader en zeun stonnen as twee vijanden teugenover mekaar. Nou was er op die boerderij oek een vaste knecht in dienst. Een kerel as een boom en sterk as een beer. Hij kwam uut de contreien van Haulerwiek. En laat die kerel nou verliefd wudde op die meid. Maar wat deed die meid? Die lachte die kerel uut. Daar mutte je heel voorzichtig met weze, heel voorzichtig, wel te verstaan. Ik kan die mannen uut die contreien. Ze zegge deurgaans niet veul, maar wat er in zo'n hasses omgaat, dat komme je nooit anne weet. Die meid gong deur met de speulerij met de zeun van de boer. Mei vergong en juni. Massummer kermis kwam in zicht. En de meid en de zeun van de boer gongen 's avens op pad naar Massum. De knecht ston op 't hiem toen et tweetal oppe fiets wegreed. Lachend en wel. En toen begonnen de duustere gedachten van de knecht za'k maar zegge, te werken. Hij keek et tweetal na, hij draaide zich om en gong naar zien kamerke inne skuur. Eerst ston ie een tied doodstil voor de speigel naar zich zelf te kieken en toen ie daar genoeg van had gong ie oppe stoel zitten. En zo zat ie daar op die stoel in dat kamerke te staren en te staren. Toen pakte die zien jas, zette zien zundagse pet op en stapte op zien fiets, richting Massum. Oppe kermis trof ie al gauw een stel komuten en dat gong naar Moeke Verf. En wat doen zukke mannen! Just: Drinke. Ondertussen keek die knecht rond om te kieken of die meid in de zeun van de boer d'r oek waren. Die waren d'r niet. Later oppe avond, toen ver skeidene slukjes en glazen bier deur 't keelgat van die knecht gaan waren, kwam 't stel binnen en gongen an een tafeltsje zitten, vlakbij waar de knecht en zien komuten zatten. En voor 't oog van alle meessen zat dat stel te vrijen dat 't niet mooi meer was. Nou mutte je zuksoorten van dingen niet in't openbaar doen in een café en zeker niet as d'r een afwezen minnaar vlakbij zit met de beelg vol drank. Op een gegeven ogenblik ge beurde wat gebeure must. De knecht ston plotseling op, pakte de stoel, waar ie op zeten had en liep naar 't tafeltsje van 't vrijende paar en voor d'r iemand op verdacht was had ie de zeun van zien baas met de stoel zo'n klap op zien hasses geven, dat ie voor dood neerviel. Grote con- stemasie vanzelf. In een o- genblik leek et wel een hekse- ketel. Iedereen skreeuwde deur mekaar. En daar kwam de veldwachter met een collega et café in. D'r wudde een dokter haald en die liet een rietuug komme en de zeun wudde naar 't ziekenhuus in Leeuwadden bracht. De knecht wudde deur dc veldwachters metnomen. De meid was in alle verwarring 't café uutvlucht en naar de boerderij reden om de ouwelui te waarskouwen. De jonge gong niet dood. 't Was miskien beter weest van wel, want hij had sun klap had dat ie gek wudde en nou zit ie in Franeker. Totaal gek. De meid hezze nadien nooit meer zien en de knecht zit in Leeuwadden. Inne gevangenis welteverstaan ".De toehoorders zuchtten alle vier. "Wille jou een sigaar hewwe?", vroeg Gosse. "Ja", zei Bouke, de hoornblazer, "ja, dat wil ik wel". En de trein joeg vedder met een vaart van wel veertig kilometer per uur deur 't Friese land.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1974 | | pagina 4