HERINNERINGEN AAN HET
STEDELIJK GYMNASIUM
8
't Si/eme SCrantóje leeót iedereen
In dit mummer het voorlaatste
van een serie artikelen van onze
abonnee, de heer Mr. J.S.
Brouwer te Bussum, over het
Stedelijk Gymnasium in vroeger
jaren.
Dan wordt het tijd om te komen tot
de „grosse Kanonen" zoals dat in
oostelijke richting heet. Vooreerst
dan rector Dr H.F. Th. Ringnalda,
uiteraard classicus naar de eisen
van de wet, maar in de lagere
klassen alleen te zien ingeval van
ziekte van een leraar. Vrijgezel,
studentikoos, charmant en in zijn
commentaren op het gelezene
re-eel humoristisch zonder de bij
oude schrijvers vóórkomende
ondeugendheden ook maar in het
minst te maskéren.
Nimmer doctrinair, toch volslagen
de baas, tot helaas zijn broze
gezondheid hem parten ging
spelen.
RUTOER AFGEZEGD
Héél naar was het dat deze periode
van verzwakking samenviel met
een ongelukkig aflopend eind
examen, een zo slechte uitslag dat
de rijtoer moest worden afgezegd,
en dat terwijl het merendeel der
lessen toch door de andere leraren
gegeven werden.
Na een lang ziekteverlof kwam hij
een dag terug - met grijze baard -
om van zijn school en zijn
leerlingen een bijna pathetisch
afscheid te nemen. En niet lang
daarna berichtte men zijn overlij
den. Rust, zo schreef Dr. van
Esveld, voor zijn arm gemarteld
hoofd.
De opvolger was rector in Zwolle
en kwam, voorafgegaan door
haast legendarische verhalen over
werkkracht, bibliotheekomvang
en zo al meer. Het was Dr PJ. Enk,
die ongetwijfeld bij meer Leeuwar
ders in het geheugen zal liggen dan
Dr Ringnalda. De heer Enk werd
later hoogleraar in Groningen.
Zoals Dr van Groningen vooral
Graecus was, bleek de heer Enk in
hart en nieren het Latijn
toegedaan, al mag ik me dan
herinneren hoe hij eens voor de
vuist weg uit Homerus'Ilias de
klacht over de geroofde priesters
dochter als een machtig stuk
toneel heeft voorgedragen. Een
onuitwisbare indruk. Men zou een
parallel kunnen trekken tussen
Enk en Mengelberg, beide uiterst
suggestieve trainers van hun
mensen en in staat er alles uit te
halen wat ze konden (101%
noemde Mengelberg dat) en toch
desondanks tegenstand oproe
pend.
Er is door ouders die deze tucht,
dit eisen van onverbiddelijk de
hele leerling, niet begrepen, nogal
eens over dit alles gemopperd. Ten
onrechte uiteraard, want er is met
een compromis nog nooit een goed
resultaat bereikt en voor com
promis was Enk niet te vinden.
Overigens lag zijn schrandere
techniek vooral in het verplaatsen
van de keur naar de overgang van 5
naaró,een goed ideewanteen keer
blijven zitten is een vrij frequent
jeugdelement, maar bakken voor
eindexamen niet.
Geen wonder dat de komst van
zo'n enthousiast latinist naar
Leeuwarden ertoe leidde dat zich
groepjes gingen vormen van
oud-academici, om nogeens onder
leiding de mooie schrijvers te
herlezen,en dan zoals Enk zei met
een verwijzing naar de dichter
Horatius met een goede fles Bour
gogneerbij.
DOOR
MR. J5. BROUWER
Dit onderricht in het Latijn was
voor wie het meemaakte een
belevenis die lang heeft doorge
werkt o.m. door invloed op eigen
taalgebruik en zinsbouw in Neder
lands en verdere moderne talen.
Er is tegenwoordig weinig taalres-
ODEKLONJE
pekt meer, - de fonetische spelling
dreigt, - zag ik niet onlangs een
winkelier „odeklonje" verkopen....
Hoe dan ook, Dr. Enk heeft zijn
Gymnasium nog bezocht in 1955
bij het 75-jarig bestaan en daar een
rede gehouden, nu is ZED niet
meer in het land der levenden.
Hij zal zich bij dat feest
geamuseerd hebben met een
menu in het Latijn, bij het 75-jarig
jubileum van de Gymnasiasten
club was men daar al van afgestapt
Inde hoop dat ik geen onzer classi
ci vergeten heb, keert de blik zich
nu tot de hoeders der moderne
talen, een zeer stabiele en wat
oudere lerarengroep, Nederlands,
gecombineerd met aardrijkskun
de, werd gedoceerd door Dr K.
Poll,stammend uit het Noorden
(Buitenpost als ik het wel heb) die
met vrouw en charmante dochter
Paula in de Paul Krugerstraat
woonde, van waaruit hij buiten
schooltijd onnoemlijk veel wan
delde. Bij tij en ontij kwam men
zijn hoekige gedrongen gestalte
tegen.
In de klas onveranderlijk met
oude beduimelde boeken, hoewel
de leerlingen de nieuwste druk
moesten hebben, was hij een voor
standervan „uit het hoofd leren"
De remedie was dan, zoveel
mogelijk machinaal inpompen en
veel bijschrijven op de rand van de
atlaskaarten-
Met een programma dat o.m.
zowat een heel leerjaar moest
besteden aan de Camera Obscura,
was het als geheel niet erg boeiend
in tegenstelling tot de levendige
lessen van de heer Haye Boonstra,
door niemand ooit anders aange
duid dan als Bitte, en dus zoals
men zal begrijpen, docent in het
Duits.
Toendertijd sprak de wet nog van
Hoogduits.
Lange jaren vrijgezel en vrij vroeg
weer weduwnaar, in vacantietijd
als toerist in alpengewaad de
bergen in, in Leeuwarden be
faamd om zijn Almaviva, een
zwarte wijde regenjas met cape,
een toen al uit de mode geraakte
dress.
Deze nogal sarcastische man gaf
een gedegen Duits, liefst gelar
deerd met wijze levenslessen al
hadden ze met de taal niets uit te
staan, en soms ook filosoferend
over eigen vak.
Is een leraar hoffahig? Nee. Wie
wel? een tweede luitenantsje.
Of 't een bewaarschooljuffrouw is
of een professor, 't bin allemaal
skoolmeesters.
T OUDE LIEDJE
Bij het aantreffen van een graag
begane fout: ,,'t is weer 't oude
liedje en wat zegje nou
Als leerling zweeg, was het:
„hekkent sü gauw om docht".
Buiten de school hield hij zich
verre van alles, ook de leerlingen
bals etc. Er wasdan ook geen liedje
over hem.
Wèl over de engelse lerares
juffrouw Marwitz, een vriende
lijke lerares, in wezen meer
onderwijzeres wat ook een beetje
bij het tijdsbeeld paste. Voor de
moderne talen was er nog niet of
pas een opleiding aan de
universiteit, zodat vele onder
wijzers door bijstudie een acte A
en B haalden en dan kwamen tot
het leraarsambt. Een vaak ge
hoord dispuut ging over de vraag
wie beter waren, leraren van de
universiteit of zij die eerst lager
onderwijs hadden gegeven.
Vervolg op pagina 9
Dit is een foto van het afscheid van rector Enk, in 1930.
Zittend vJjij-.:
De leraar Hebreeuws, Dr. ten Bruggencate, directeur R.H.B.S., leraar Kosmografie, D.
v-d. Craats, Mej. Maathuis, Mevrouw Enk, Prof. Enk, Jettie Enk, Mevr. v.d.
Meulen-vxl. Berg, Mej. Stellwag, (LJ. lerares Oude Talen).
Staande: De heer Dijkstra?, half zichtbaar Annie Veenbaas of Akke Reidinga?, Hr.
Hijmans (leraar Oude Talen), Makkes v.d. Deyl (Tekenen), Hr. Brederode, Klaas
Wijbenga, Mej. P. Rosier (gymnastiek), Koert van Beyma, Hilly de Vries, Mej. R.
Douma, Mej. Erdman Schmidt (Engels). Ieraar Nederlands, door mij zeer
gewaardeerd maar ik ben zijn naam vergeten) Johan Dijkstra, Kees Moulijn, "Nunis"
Feenstra, Anne Annema-Kingma, de haast legendarische concierge.
- De groep van vijf met de vraagtekens is waarschijnlijk een delegatie Oudleerlingen.