RESTAURATIE OLDEHOVE VOLTOOID Hoe de toren ontstond gymnasium sierks sierks sierks sierks sierks sierks 3^.rantejê U eM iedereen Nu de grootste restauratie aller tijden aan de Oldehove haar voltooiing nadert, is het misschien aardig om eens terug te zien op de historie van dit oude bouwwerk. Het is vrijwel algemeen bekend, dat de toren de Oldehove haar naam dankt aan de vroegere nederzetting van die naam, waaruit later met Nijehove en Hoek de stad Leeuwarden ont stond. Mogen wij de legende geloven, dan zou op de hoge uitspringende landhoek - terp - aan de westkust van Oostergo, ten zuiden en westen door de Middelzee of Borndiep bespoeldomstreeks 300 jaar voor Christus door de legendarische prins Friso, de priesterschool "Aula Dei" Gods Hof zijn gesticht. Naast die priesterschool was er een offer plaats, waar de Heidense Friezen van toen hun offers aan de Goden brachten. Daar ook was de hoofdtempel van de Druïden, een priesterkaste van de oude Kelten gevestigd. Rondom die priesterschool en offerplaats ontstond een nederzet ting van in hoofdzaak vissers, die hun brood verdienden met het vissen in de Middelzee. Uit die nederzetting groeide inde loop der jaren het dorp Oldehove of Oldehof. HOUTEN KERKJE Omstreeks 800 werd hier het eerste Christenkerje gebouwd, dat zoals het in die tijd gebruikelijk was, van hout was opgetrokken. Tussen deze kerk en het edele geslacht Burmania, dat zich hier in 1180 vestigde in de persoon van de toen pas van een Kruistocht teruggekeerde Friese edelman Douwe Burmania, ontstond een nauwe band. De Kruisvaarder werd door de bevolking van het Oude Hof geestdriftig begroet en verzocht het Beschermheerschap van de kerk en het dorp op zich te willen nemen, en het was deze Douwe Burmania, die ten zuiden van de kerk een sterke stins liet bouwen, de Burmania op welke plaats het tegenwoordige Burmania-huis verrees, daarmede de naam van het geslacht Burmania in ere houdend In 1280 werd de bouwvallig geworden houten kerk afgebro ken en vervangen door een stenen kerkgebouw, de St. Vitus-Dom waarvoor de priesters door de Heren van Burmania werden benoemd en ontslagen. Deze St. Vitus-Dom van Oldehove groeide in de loop der jaren uit tot de grootste en belangrijkste der inmiddels onstane parochieker ken van de zich steeds uitbreiden de stad. Vooral wat het inwendige betreft muntte zij uit in schoon heid, doch haar uitwendige gedaante beantwoordde geenzins aan haar invloed en gezag en het was vooral de Deken en pastoor van Oldehove, Bemardus Bucho toren gekomen, begon deze naar het noordwesten over te hellen. Wat was hiervan de oorzaak? Allerlei gissingen werden geopen baard, totdat men zich realiseer de, dat de noordwestelijke hoek steen was gelegd door de uit de burgerij gekozen koopman. On middellijk werd na deze conclusie naar het verleden van de koopman een onderzoek ingesteld, waarbij aan het licht kwam, dat de man niet zo rein van hart en zeden was als men gedacht had. Zo zou hij in het recente verleden o.m. getracht hebben de dochter van de bouwmeester te verleiden. Men was het er nu wel over eens, dat het wegzakken van de toren de schuld was van de "onreine" koopman. Goede raad was duur, doch na overleg tussen overheid en de geestelijkheid, werd besloten met debouwdoorte gaan. Driejaar na de ontdekking van de verzakking stierf bouwmeester van Aken, naar men wil van verdriet over het mislukken van zijn opdracht. Tot zijn opvolger werd benoemd Cornelis Frederik van der Goude, een Nederlands bouwmeester. Deze zette het bouwwerk door, doch toen de verzakking aanhield en erger werdbesloot men in 1533 met de bouw te stoppen. Mede door de inmiddels onstane Hervorming, die zich zienderogen uitbreidde, werd tevens besloten om ook met de kerkbouw voorlopig te wachten. Dat wachten is evenwel eeuwigdurend gewor den en zo is de 40 meter hoge toren on afgebouwd en zonder haar kerk alleen blijven staan. ONVOLDOENDE FUNDE RING Bij een restauratie in 1910 heeft men de ware oorzaak van de verzakking ontdekt en deze zou gelegen zijn aan een onvoldoende funderingen in de onevenwichtige zwaarte van de torentrap. Binnen afzienbare tijd zal de restauratie van de toren voltooid zijn en zal het bouwwerk mooier dan ooit uit de steigers te voorschijn komen, en haar in haar nieuwe gedaante aan de bevolking van stad en land presenteren. Een F riese d ichter schreef eens het toepasselijke lied: "Dêr 'tde Aldehou syn brommen, Urenfier soms dreunt yn 't roun, Dêr 't it tilt fan féen blommen, Dêr is 't oeral Fryske Groun." In de zuidelijke muur van de toren is ingemetseld de fraaie gebeeld houwde grafzerk van de Friese edelman Pieter van Dekema en diens vrouw Catharina van Loo, respectievelijk overleden in 1568 en 1581Deze zerk werd in 1862 op het Oldehoofsterkerkhof opgedol ven bij de bouw van de voormalige schippersschool. Zo blijft de Oldehove, niettegen staande het feit, dat zij nooit werd afgebouwd, een sierrad voor de stad en de provincie. R. Visser. van Aytta, die de stedelijke overheid er van wist te overtuigen, dat Oldehove broodnodig aan een nieuwe kerk toe was. Het stadsbestuur was niet doof voor de argumenten van de pastoor en zo kwam het, dat in 1529 de Duitse bouwmeester Jacob van Aken de bouw van een nieuwe kerk met benevens het vrije gebruik van een woning en jaarlijks een deftig kleed. Voor men met de bouw begon, moesten vier personen uit de burgerij worden uitgezocht voor het leggen van de hoekstenen. Het moesten mensen zijn, volkomen rein van hart en zeden, eerlijk en verkiezing gehouden en de uitslag was, dat een koopman uit de stad als vierde hoeksteenlegger werd aangewezen. Toen het eenmaal zover was, werd met grote plechtigheid de eerste steenlegging verricht, waarna terstond daarna met de bouw werd begonnen. De toren zou een De toren De Oldehove'' van het noordwesten gezien. toren werd opgedragen, welke zou moeten verrijzen ten westen van de bestaande St. Vitus-Dom. Aan de opdrac ht aan van Aken was de voorwaarde verbonden, dat hij gedurende een periode van zes jaar geen ander werk mocht aannemen en hij zou als loon ontvangen acht stuivers per dag, rechtvaardig. Met drie hunner waren de geestelijken en Vroede Vaderen van de stad spoedig klaar, doch een vierde persoon, die aan de gestelde eisen zou moeten voldoen, kon men niet spoedig vinden. Besloten werd, dat deze door de burgerij zou worden aangewezen. Er werd nu een hoogte moeten krijgen van tachtig meter en de kerk zou een Kathedraal worden, die wat uiterlijk en innerlijk betreft met reeds bestaande Kathedralen in den lande zou kunnen wedijveren. Helaas is het dat niet geworden. Nog maar slechts op 10 meter hoogte met de in aanbouw zijnde vervolg Samen met mejuffrouw Dijkstra, haar vriendin, en beide ietwat invalide, woonden zij op het laatst aan de Harlinger-singel, naast de Groene Weide. Zij kwamen uitgebreid het gymnasiumbal bezoeken en dan werd bij haar vertrek door het strijkje (meestal het Orchestre d'élite van van Aken.de befaamde Isi Seyffers en van pag. 8. de Cellist Düflo) het engels volkslied gespeeld met de traditio nele zang: How is it possible How is it possible? Tut tut my dear What means that noise I hear, 't is not quite silent here Ifyou make noises more There is the door Klein vraagje voor vrijwel alle publiciteitsmedia in Nederland: zat Pim Sierks nou alleen met die Japanners in dat vliegtuig of waren er nog een paar helden by? ABONNEES DIE GAAN VERHUIZEN: tjjdig adreswijziging opgeven

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1974 | | pagina 9