DE SPIKKELAASPOP VAN BAKKER EGAS
1889
13
't 3i/ei«e ^ICrantóje leeM iedereen
DE
Hendrik Nuttes Boersie, wonende in het Zaailand klaagt,
dat hedenmiddag bij hem in den winkel is gekomen
Wijbrandus Meyer, Bewaarder in het Tuchthuis alhier en
geëischt heeft 1 glas genever, 1 flesch bier en 4 centen
noten; dat Meyer toen de deur uiting zonder te betalen,
zeggende dat hij geen geld had. Boersie heeft men daarop
de hoed van het hoofd genomen, waarover Meyer verstoord
werd en hem heeft uitgescholden voor afzetter en twee
slagen op de borst toegebracht.
Persijnt in het Hoeksterachterom geeft kennis dat zijn
zwager, de Bewaarder Wijbrandus Meyer vermist een
zilveren cilinderhorloge van achteren op de kast bewerkt en
een gouden ring.
De winkelier Matthijsen op de Gedempte Keizersgracht
klaagt, dat gisterenavond bij hem in den winkel is gekomen
de Bewaarder Wybrandus Meyer, welke drank eischte, dat
Matthijssen, aangezien Meyer beschonken was, hem dat niet
wilde geven, hij daarop door Meyer bij de keel is gepakt.
Mozes Keizer, wonende in de Boterhoek, klaagt, dat hij in
het been is gebeten door een hond van Van de Form op de
Groeneweg. Haquebard, de brievenbesteller heeft hetzelfde
van die hond ondervonden.
Elizabeth Rademaker, 9 jaar, wonende aan de Gouden Bal
is hedenmiddag, terwijl zij op het kerkhof speelde, door A.
Geestman aan de Nieuwekade onder de rokken en bij hare
billen gepakt en heeft Geestman haar daarna zijne
mannelijkheid in de hand gegeven.
Nachtverblijf aan de wachtverleend aan Berend Lender, 46
jaar, geboren te Harderwijk, rondzwervende.
Aan de wacht gebracht Johaan Biillewitz, koopman in
muizenvallen, die in beschonken toestand omringd van een
menigte menschen op de Nieuweburen liep.
Eliazar de Metz, wonende op de Nieuweburen, klaagt, dat
hij gedurig op de straat wordt uitgescholden voor dief door
Juda de Metz in de Breedstraat.
Eenigen tijd geleden hebben zij met elkander verschil gehad
over een handel in kersen.
Vrouw Moedwil, in de wandeling genoemd Vrouw de Groot,
wonende Wolvesteeg, klaagt, dan haar zoontje Klaas zeer
ondeugende en slechte streken uithaalt, o.a. kan hij zijne
handen niet thuishouden en eigent hij zich telkens goederen
van zijn baas toe, die hij dan verkoopt en het geld daarna
versnoept. Verzoekt zeer beleefd hem hetzij enige tijd in het
hok te zetten of hem te reprimanderen om hem schrik in te
boezemen.
Otte de Vries, melktapper in het Ritsumastraatje, klaagt,
wanneer hij met zijn bootje vaart langs de Potmarge om
melk te halen, hij met modder enz. wordt gesmeten door
Johannes Wiemers, wonende Achter de Hoven. Johannes
Wiemers zegt, dat hij dat niet gedaan heeft, doch misschien
zijn volk, omdat Otte de Vries altijd zeer brutaal is en
scheldt.
Willem Keizers, tapper in de Kleine Kerkstraat, klaagt, dat
bij hem aan huis gekomen Wilhelmus Verbeek, Metselaar
te Hegen (Noord-Brabant), die, na eerst te hebben gezegd, dat
er te Leeuwarden geen goede metselaars zijn, daarna ruzie
gezocht heeft tegen Martinus Oostendorf, ploegbaas aan het
Burmaniahuis en deze heeft geslagen en zijn boezeroen
stukgescheurd. Jan van der Werf, -wonende in een
woonschip achter de Kazerne en Johannes de Jong, wonende
in de Kalksteeg, zeggen, dat Verbeek den gehelen avond
tuist heeft gezocht en hen beiden ook heeft geslagen. De 1 2
schade in de tapperij van Keizer aangericht bedraagt: 15
romers fl. 1.35. kopjes en schoteltjes fl. i,= en boezeroen
vernield fl. 1.=.
Fietje Popma, wonende op het Noordvliet, klaagt, dat toen
zij hedenmorgen rustig in hare kamer zat te naaijen hare
buurman Anne Hacquebard op het onverwachts bij haar in
de kamer is gekomen en bij de keel gepakt. Toen zij daarop
is begonnen te schreeuwen, hebben hare buurvrouwen
Vrouw Zondervan en Vrouw Bouma gezien, dat Anne r, ,j
Haguebard haastig hare kamer verliet.
Hedenmorgen vermist van de bleek bij Amicitia ten nadele
van Gideon van der Leij, wonende in de Blokhuissteeg een
katoenen bedlaken.
Zo omstreeks Sunteneklaas bin-
ne alle kienders en grote mees-
sen een bitsje van streek.
Weken van te voren wudde op
de skolen de Sunteneklaasveskes
weer instudeerd deur de juffen
en de meesters en tuus wudde de
vaders en de moekes de kop gek
zeurd om van Sunteneklaas de
meest fantastische kedootsjes te
vragen.
De winkeliers doen daar natuur
lijk et hunne an. De etalaasjes
wudde extra mooimaakt. De
speulguudwinkels krije dan een
grote belangstelling, zowel van
de vaders en de moekes as van
de kienders.
Inne huus wudde savens de Sun
teneklaasveskes één voor één
deumomen en dat duurt net zo
lang totdat de dag van de ver
jaardag van de heilige daar is.
Een van de winkeliers vroeger
oppe Voorstreek was de brood-
en banketbakker Egas. Egas zag
er welvarend uut, zoas je van een
brood- en banketbakker ver
wachte konnen. Normaal ston-
nen taartsjes, dooskes met suke-
laadsjes en zuksoort spullen in
zien etalaasje, maar met de
Sunteneklaas gooide Egas er oek
een skepke bovenop en wudde
de etalaasje extra mooi maakt.
En zo ston gedurende drie
weken voor Sunteneklaas een
levensgrote pop van spikkelaas
midden in de etalaasje. Op de
pop had Egas met engelen
geduld een heleboel amandelpit-
ten indrukt. Et was een mooie
pop. Een prachtpop. Een waar
kunstwerk en Egas was er dan
oek wat trots op.
Nou had Egas die pop niet voor
niks maakt. Bij de pop ston in
de etalaasje een klein skoolbod.
En op dat skoolbod ston, dat je
rade konnen hoeveul amandel-
pitten op die spikkelaaspop zat-
ten en as je et goeie getal raden
hadden, dan was ie gratis voor
de winnaar.
Vedder ston op dat bod, dat
inne winkel een formulierke te
krijen was, waar je op invulle
kon het getal van de amandel-
pitten en ja, naam en je adres.
Maar ik zei al, Egas had die pop
niet voor niks maakt. Je konnen
wel een formulierke krije, mar
dan musten je eerst voor een
bepaald bedrag an koekjes of
sukelaadsjes of want ander lek
kers bij Egas kope.
Nou, Egas hoefde d'r gien spiet
van te hewwen, dat ie die pop
maakt had. Martha had er oek
van hoord en ze was op een
morren de deur uutstapt en ze
kwam weerom met een paar
puden met koekjes en zo'n
formulierke.
Savens kwam Sipke tuus. Nadat
dat ie de groene zeep uut de
ogen en oren peuterd had en
inne grote stoel zat, zei Martha
"Sipke jou mutte, ajje. zaterdag
middag vrij binne, es bij Egas
oppe Voorstreek kieke.
Daar staat een grote spikkelaas
pop inne etalaasje en die pop zit
vol met amandelpitten.
"Waarom mut ik zaterdagmid
dag bij Egas naar die spikke
laaspop kieken gaan? zei Sipke.
"Dat sa'k die segge" zei Martha
en zij ver-telde dat Sipke de
amandelpitten rade must van de
spikkelaaspop.
"Wat mutte wij met zo'n grote
spikkelaaspop doen, we binne
maar met zien tweeën," pruttel
de Sipke. Maar Sipke kon prut-
tele wat ie wu, zaterdags ston ie
voor de etalaasje van Egas.
Sipke'begon te tellen.
As ie daar nou alleen staan had,
had ie miskien nog wel telle
kannen, maar hij ston tussen een
hoop kienders, die allemaal had
op stonnen te tellen en Sipke
was al gauw de tel kwiet.
Sipke gaf et op en gong naar
huus. Hij had de put er uut.
"Bist nau al weerom?", vroeg
Martha verbaasd. "Bist nau al
uutteld?
Sipke gong weer inne grote stoel
zitten. "Ik kon er niet meer uut
wies wudde, der stonnen alle
maal kienders om mij hene en die
stonnen te douwen en te dringen
en had op te tellen.
"Nou, dat is oek wat", zei
Martha, "dou hest daar dus voor
niks staan.
"Ja, zo kanst et wel zegge."
Martha zette een kopke thee
voor Sipke oppe tafel. "Weest
wat", zei Martha, "morren is't
zundag. Wij gane morrenvroeg
tegare der naar toe en dan telle
wij samen.
En zo stonnen Sipke en Martha
op zundagmorgen, terwiel ande
re meessen uutsliepen van de
vermoeienissen van de week of
naar de kerk gongen, voor de
etalaasje van Egas alle amandel
pitten, die ze maar viene konnen
oppe spikkelaaspop te tellen en
toen ze klaar waren met tellen
leek et net of de pop stond te
gniezen, toen Sipke naar de kop
keek.
Tuus wudde et formulierke
invuld en de andere dag brocht
Martha et naar Egas toe.
Sipke had die nacht slecht
slapen. Sipke droomde die nacht
over een enorme spikkelaaspop,
die langzaam oppe bedstee
afkwam waar hij met Martha in
lei te slapen.
Et swit brak em an alle kanten
uut. Mar goed, oek an dizze
nacht was een eind komen. En
toen kwam-5 december.
Sipke was 's morrens naar zien
werk gaan oppe fiets. Martha
was bezig met et skillen vanne
eerappels, toen er "volk" roepen
wudde.
En daar ston Egas In vol
ornaat met de witte banket
bakkersmuts oppet hoofd en
achter em ston een knecht met
een grote plank op 't skouder en
op die plank lag, onder een wit
laken, de spikkelaaspop met de
amandelpitten er nog opEt
het maanden duurd, voordat ze
em ophadden en toen konnen ze
gien spikkelaas meer zien of
ruke.
Et kwam hun, bij wieze van
spreken, de strot uut.
WRT.