4
Uw eigen bank
Friesland Bank
'f kleine ZiCrantóje leeót iedereen
Lezers klommen in de pen
WIE KENT DIT LIED?
Gaarne zou ondergetekende de
tekst ontvangen van een liedje
dat ik vroeger in Leeuwarden
wel eens heb horen zingen o.a.
door de sigarenwinkelier B. de
Boer op de hoek van de
Voorstreek en de Nieuweburen.
De melodie was van het bekende
St. Nicolaaslied "Daar ginds
komt de stoomboot uit Spanje
weer aan." Er waren 3 of 4
coupletjes van.
Een één daarvan ging over
"Sientje, de meid die met de
knecht Nicolaas had gespeeld",
en van een ander "De bommen,
ze vallen, de motor hij bromt, en
dan zeggen zij dat de zegen van
boven af komt."
Degene, die mij de volledigé
tekst van dit lied kan zenden
aan Uw redactie van het Kleine
Krantsje of aan mijn eigen
adres, krijgt van mij een jaara
bonnement op het Kleine Krant
sje cadeau.
Amsterdam-Oost J. Lucas
Danie Theronstraat 29 huis
VAN KOLLEM
De heer Van Kollem over wie ,U
de laatste weken enkele malen
schreef, had inderdaad zijn
bedrijf in "Kunsttanden en
Gebitten" op het Ruiterskwar-
tier en woonde aan de Span
jaardslaan ter hoogte van de
Cronjéstraat.
Voorzover hem ingrepen als
technicus niet waren toegestaan,
gebeurde dit door een aan zijn
instituut verbonden medicus. Zo
herinner ik me de op de
Westersingel wonende en in
1922 ongeveer overleden arts de
Geus.
Voorts was van Kollem een
belangrijk lid van de toneelvere
niging de Vriendenkring, een
joodse club, waar ik hem de
Vrijbuiter van Hans Martin nog
Het vroegere Achter de Hoven, waarover onze abonnee, de heer P. van der Horst in z'n bijdrage over de
Fabrieksteeg schrijft.
eens heb zien spelen, met als
tegenspeelster Eva de Vries (Ee-
wal) en op zeer goed niveau.
Hij is later naar Java gegaan en
een echte tandarts geworden of
omgekeerd.
Toen de meeste Europeanen
door de Jappen opgeborgen
waren, brak die dag ook aan
voor de medici. Zij traden op een
dag opeens het kamp binnen,
waar ik ook logeerde en wie
schetst de verbazing van een
oud-Spanjaardslaner, daartussen
van Kollum te zien opmarche
ren.
Hij was de enige, die een
tandartsuitrusting in kofferfor
maat bij zich had en daarmee
dan ook velen van dienst was.
Om een of andère reden ver
scheen opeens de Jap, die zo nu
en dan mensen weghaalde, zg.
"verloste" en dus in het Jappen
kamp de bijnaam accoucheur
verworven had.
Van Kollem werd gehaald,
wellicht om elders te werken, en
liet zijn uitrusting in het kamp
achter, wat door de inwoners als
een bijzonder gebaar is ge-ap-
precieerd.
Een figuur, die me toevallig te
binnenschoot, is Bajema, bekend
als verslaggever van de L.Ct in
de periode van Schaik en
Sprenger, wellicht nog onder
Elias.
Van Bajéma, die socialist was,
wat in die tijd betekende alle
nationale symbolen te minach
ten, vooral het Koningshuis, had
het Friese karakter wat Hollan
ders ten onrechte stiefkop noe
men, en in wezen een onwrik
baar eergevoel bij zijn principes.
Toen hij op een dag naar Grouw
moest om de Koningin te
"verslaan" weigerde hij het
bijwonen van dat eerbetoon aan
H.M. Wat zijn bazen ook
probeerden het bleef bij "Ik
gaan niét na' Grou".
Het is bij de Leeuwarder op de
redactie een soort gevleugeld
woord geworden, als iemand
eens resoluut nee zei.
Een abonnee.
Men kent er de Friese
verhoudingen en is bereid
plaatselijke en provinciale
belangen te dienen.
FABRIEKSTEEG I
Naar aanleiding van het schrij
ven in het Kleine Krantsje Nr.
227, over de Fabrieksteeg. door
Mevr. Goudswaard-Boskma,
(Dordrecht) zou ik hier iets
willen vertellen. Mijn schoonou
ders woonden in de Fabriek
steeg. Op de hoek woonde
Sangers, daarnaast Reineman,
de kapper (niet Reindersma).
Naast mijn schoonouders woon
de Meier, heb ik ook goed
gekend, want Luit Meier trouw
de met een buurmeisje van mij,
D. Dorenbos. Mijn schoonouders
hebben drie jongens gehad en
twee meisjes, Hendrik, Roelof en
Piet, Griet en Firn; daar is alleen
Piet nog van in leven. De
Meulenkamps, was een jongere
bij Covers, later op de hoek van
de Peperstraat, maar die jongen
is ook overleden. Froukje Tom
bal kwam veel bij mijq schoon
ouders thuis. Want zij was met
Griet Reineman vriendin. Dan
de tam. Adema: Johannes en
Wietse en Afke en Sjoerdje
gingen bij mij op school. Zorn,
de schoenmaker heb ik ook
gekend. Dan de Boer, Steven en
Siep en Rika. Grasman, ook.
Bron; daar is nog een zoon met
vrouw in het Gasthuis. Faber de
melkboer, als hij klaar was met
zijn melkwijk zat hij altijd te
breien, kousen of sokken. Fam.
Wiersma ook, maar kende U
daar ook fam. Verhoef, hoe de
jongens heetten weet ik niet, de
meisjes waren Renske en Cobie,
hun vader was bakkersknecht en
dan fam. Beers.
Leeuwarden
Mevr. J. Reineman-Tiemersma
FABRIEKSTEEG II
Door de beschrijving van de
Fabrieksteeg en omgeving, in de
Kleine Krantsjes nummers 216
en 224, ingezonden door de
heren Terpstra en van Elsloo
kwamen bij mij de jeugdjaren in
herinnering. Veel is er in latere
jaren veranderd in die omgeving,
net als overal elders. Ook het
inwontertal, dat was in die jaren
verre beneden de 35000, nu
boven de tachtigduizend, nog al
Vervolg op pagina 12
De heer Van der Horst schrijft ook over de strokartonfabriek. Volgens een maar oudere Leeuwarders zullen wel beter weten: deze "strokartonfabriek" is de
prentbriefkaart in de verzamelingen van 't Kleine Krantsje zou dit hem moeten zijn, scheepswerf van Landeweer aan het Kanaal