HET LEED 4 Friesland Bank Uw eigen bank 't 3£(eme ^Crar^óje leeót iedereen Lezers klommen in de pen DE MOLEN "HET LAM" In het KK no. 231 zag ik de mooie foto van de achterkant van het tramstation, met daarop de molen van Vosman. Dit riep bij mij weer vele herinneringen op. Ik had een vriendje, Bartele Mulder, wiens vader stationschef was op het tramstation. Een oudere broer van Bart zat daar op het plaatskaartenbu reau. Wij speelden dan ook altijd in en om het station en zo ook natuurlijk in en om de molen, op de meelzolders en in de paardenstal. Nog zie ik in gedachten de meelwagens rijden met de twee prachtige donkerbruine gevlam de vospaarden met hun wappe rende gele manen en staarten. Als de wagens gelost waren en het op naar de stal ging, zat de gang er aardig in en had koetsier Propsma er handen vol werk aan om ze te houden. Het was dan ook een schitterend gezicht, de grote man met puntsnor achter zo'n mooie span paarden, fier op de bok. Men kon vroeger door de tuin van de molen en langs de bloemisterij van de fam. Van Zuilen door het land over bruggetjes met leuningen een mooie wandeling maken en dan kwam men bij de Leeuwarder halte van het lokaalspoortje naar Dokkum weer op de Harlinger- straatweg of wel Marsumerdijk, zoals het in de volksmond toen genoemd werd. Dit was dan ook voor vele Leeuwarders een mooi ommetje waar veel gebruik van werd gemaakt. Aan dat wandelpad lag de boerderij van m'n oom, waar ik dan ook vaak kwam. Eens waren er vliegfeesten op de Wilhelmi- nabaan, en kon je het daar mooi zien, toen het grote ongeluk gebeurde. Eer, vliegtuig was juist de lucht in, toen het achteruit naar beneden viel in het publiek, waar bij o.a. de dochter van de molenaar Vosman dodelijk ge troffen werd. Deze dochter was getrouwd met de toen in Leeuwarden zeer bekende luite nant Feenstra. De verslagenheid was dan ook zeer groot voor de betreffende familie's. In de molen was als pakhuis knecht werkzaam een oude man, Jochem genaamd. Deze man, een achterlijk type, was nog verre familie van Mevr. Vosman en werd dan ook uit liefdadig heid aan het werk gehouden. Deze Jochem kon lezen noch schrijven en de meester kon hem vroeger op school ook niets bijbrengen. Eens vroeg de meester hem echter wat kost een dubbeltjese bolle (witbrood) Jochem Tot verwondering van de onderwijzer kwam dadelijk het antwoord: "negen centen meester, als hij oud is." De molen werd afgebroken toen ik 14 of 15 jaar was, het onderste stuk is blijven staan en is dan ook nog jaren als maalderij in gebruik gebleven, en ook de paardenstal want auto's waren er toen nog maar heel weinig. Fortuna had de eerste vracht- meelauto op ijzeren achterwielen voor rubberbanden (geen lucht) In de paardenstal van de molen hadden ze na de vosschimmels onder andere ook een prachtig zwart paard, dit dier had de vervelende gewoonte z'n kop tussen z'n voorbenen te laten zakken en werd dan onbestuur baar en sloeg op hol. Dit was al een paar keer gebeurd met alle ellende van dien. Wij hoorden in de winkel, van een van de koet siers, dat de zwarte moest worden verkocht. Mijn vader, ook een paardenlief hebber, zei nu is er nog één middel op. Je maakt een houten blokje en bindt dat aan het hoofdstel onder z'n keel, als hij dan de kop weer naar beneden doet kan hij geen lucht meer krijgen. En werkelijk, het heeft geholpenv hij deed het met meer. Ze hebben de zwarte nog jaren gehad. Leeuwarden Y. Hamstra. De in dit verhaal omschreven boerderij is later geheel afge brand. Daarna is er een woon huis neergezet met daarachter een moderne veestalling, voor de hooiberging werd er een plaatij zeren loods gebruikt welke door de Leeuwarders de benaming kreeg van de blikkene plaats. H. HERMAN LEVIET Op de tentoonstelling over de Joden van Leeuwarden zag ik - als niet oud-Leeuwarder - ineens een bekende: de dansleraar Herman Leviet. Toen iemand mij daarna Uw Kleine Krantsje van 28 december bezorgde met Uw verhaal over zijn dansinsti tuut in Leeuwarden dacht ik, dat U misschien een reactie uit "de wijde wereld er omheen" op prijs zou stellen. Herman Leviet gaf nl. ook les in die wijde wereld en zo heb ik zo De Molen Het Lam ongeveer in de jaren van de brochure, die U noemt als lagere schoolleerling - 6de klas of zo iets - mijn eerste dansles gehad van Leviet in Kollum. De lessen werden gegeven in "de zaal" van hotel de Roskam. Ik was kennelijk nog helemaal niet rijp voor de danskunst en vond het een penitentie. Mijn vriendinne tje en ik behoorden tot de jongste leerlingen en brachten er weinig van terecht Aan het eind van het winterseizoen werd een bal gegeven voor de leerlingen van de verschillende dansklas- sen, waarbij de ouders dan konden zien wat de resultaten waren geweest. Voor die avond werden speciale dansen ingestu deerd, zoals "die Mühle im Schwarzwald" en voor mij was het hoogtepunt de show van ballroom dancing door de heer en mevrouw Leviet. Mevrouw kwam bij die gelegenheden kennelijk mee. Ik zie hen nog voorbij zweven, mevrouw Leviet in een zwart fluwelen avondja pon, waarvan ik diep onder de indruk was. Ik meen dat we die avond onze ouders ook trakteer den op een voorzichtige versie van de charleston. Ik weet helemaal niet wat er van de heer en mevrouw Leviet terecht is gekomen, maar zou nu toch wel graag weten hoe het hen in de oorlog is vergaan. Een berichtje daarover in geval dit aan U bekend is zou ik zeer op prijs stellen. Goutum Mej. M JL de Jager In nummer 192 van 't Kleine Krantsje hebben wij in een artikel over Herman Leviet verteld van hun droeve lot: het echtpaar Leviet is in de oorlog met alle zes kinderen in resp. Auschwitz en Sobibor om het leven gebracht. Red. t KIJKr. PAARDENTRAM Telefonisch gaf ik al door, dat de foto in 't Kleine Krantsje no. 230 de paardentram-halte in Dokkum was. Ik zie het nog duidelijk voor mij, want ik ben er verschillende malen mee gereden. Rechts café van der Meer en op de achtergrond het Bolwerk. Links zie ik nog goed in mijn gedachten de houten remise. Na stopzetten van deze paardentractie heeft nog gerui me tijd deze remise er gestaan voor de stoomtram. En nu weer in no. 231 een prachtfoto van het tramstation in Leeuwarden. Wij woonden in de Harlingerstraat en we waren bevriend met de zonen van de stationchef, de heer Mulder. De zonen waren Anne en Bouke Mulder. Bouke, de boekhande laar in de Peperstraat, deze woont nu in Sloten en Anne is overleden. Op deze foto rechts Men kent er de Friese verhoudingen en Is bereid plaatselijke en provinciale belangen te dienen. staat volgens mij de stationchef, de heer Mulder. Zij woonden in het eerste huis links. De bekende heer de Bunje woonde daarnaast met zijn vrouw. 1 Mijn vrouw en ik zijn beiden zeer ingenomen met het abonne ment op 't Kleine Krantsje, van A tot Z wordt het gelezen en de schrijfsters en schrijvers laten niet alleen ons, maar duizenden lezers genieten van hun verhalen over wat er 60 en 70 jaar terug in Leeuwarden plaats vond en de heer Schoustra Iaat ons zijn vele mooie oude foto's zien. Hartelijk dank. Schiermonnikoog K. van Oos trum. Voor 't Kleine Krantsje nummer 231 hebben wij uit onze Doos met Sniepsnaren een heel oude en curieuze rekening gevist, die betrekking had op een begrafe nis ergens op het Friese platte land. Eén post op de rekening was ons niet recht duidelijk: fl. 38,40 "wegens het leed der begravenis" Enkele abonnee's hebben hierop gereageerd, zodat we nu het geheimpje uit de doeken kunnen doen. "It fryske wurd foar "begrafenismaal" is "leed" aldus de heer A. van der Kooi te Castricum, die hieraan toevoeg de: "de man, dy't it wurd brükte sil wol in Ljouwter west ha Mevrouw Pietsje van der Wal te Colmschate in Overijssel beves tigde dit: "It wier de begrafenis maaltijd nei it to hóf bringen fan de forstoarne". Mevrouw Van der Wal voegde hier nog aan toe, dat er dan koffie gedronken werd met koek (soms twee soorten of soeskra- kelirigen; voor de mannen waren er sigaren. Een abonnee, die het liefst anoniem wilde blijven, berichtte ons nog telefonisch, dat de post van "het leed" gemakkelijk hoog kon oplopen, omdat dikwijls veel dorpsgenoten van de gelegen heid gebruik maakten om wat eetbaars naar binnen te slaan. "Het was, vooral in de slechte tijden, voor de armsten even een buitenkansje" zo zei hij ons. Van Goor's Klein Fries Woor denboek, een paar jaar geleden verschenen, geeft overigens de verklaring "begrafenismaaltijd" voor het Friese woord leed niet. Volgens H. Pebesma, de auteur, is leed gewoon leed en daarmee uit.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1975 | | pagina 4