LESSEN VOOR HET HUISHOUDEN "ACH JAN BRENG DIT EVEN WEG" Drogisterij-Parfumerie „De Eenhoorn" 'f kleine 3Crantóje leeót iedereen De/e bijzonder aardige toto van klas C. van de Leeuwarder Industrie- en Huishoudschool is in ld 16 gemaakt. Directrice was toen Mej. Aalbers. We zien van links naar rechts de dames Johanna van Kuik, Corrie Bos. Hendrika Rozema. Sietske Vis ser, mej. Zoovele, lerares huis houdkunde, Trijntje Rijpstra, Jantje de Jong, Petronella Kie stra. Rijkje Bokhorst en Atje Tuinhof. De toto werd ons toegezonden door onze abonnee, mevrouw J. Feenstra-de Jong, die bovendien zo vriendelijk was haar herinneringen aan de school voor 't Kleine Krantsje op schrift te stellen, wij laten mevrouw Feenstra hierbij graag aan 't woord. EXAMEN "Om tot de school toegelaten te worden moesten wij een toela tingsexamen doen. Onze klas mocht niet groter zijn dan tien leerlingen. Op de foto staan negen meisjes. Er waren wel tien geweest, maar één meisje werd tussentijds van school afgeno men. Haar moeder was overle den. haar vader, die invalide was, ging naar Sonsbeek. De twee kinderen, het bovengenoemde meisje cn een jonger broertje, kwamen in pleeggezinnen te recht. maar dit meisje moest later naar een dominee'sgezin in Deinum als dienstmeisje en kon daardoor haar tweejarige oplei ding aan de school niet voltooi en. Zo ging dat in die dagen. Ze zal toen veertien jaar oud zijn gew eest. Vooraf was zij al van de lagere school overgeplaatst naar een school waar geen schoolgeld betaald hoefde te worden. Er waren toen meen ik vier van die scholen in Leeuwarden. Het waren openbare scholen, maar het onderwijs was beslist niet minder dan op de "betaalseho- len", zoals wij ze noemden. De kinderen van die vier scholen werden met Sinterklaas "ver rast" met een St. Nicolaasmand- je, dat ze konden afhalen in de Breedstraat, bij Van de' Wielen, later Zalen Schaaf. Zo'n mandje was voor de meeste kinderen een verschrikking, geen enkel stukje speelgoed of een sieraadje of een boek, maar steevast een wit katoenen hemd, een taaipop en een zakje snoep. Eén kind - de beste van elke klas - kreeg een mandje waar op stond "uitmun tend", daar zal dan nog iets extra's bij in. KWARTJE IN DE WEEK Op de Huishoudschool was het lesgeld voor ons een kwartje per weck. dat moesten wij 's maan dags meebrengen. Wij zaten in de C klas. Dan waren er ook nog A en B, dat waren kinderen van wat meer gefortuneerde ouders. Hun opleiding was ook anders dan de onze en meer gespecialiseerd voor hen, die later lerares wilden worden in een bepaald vak. In onze klas waren het meest meisjes, die een dienstje hadden voor 's morgens en 's zaterdags de hele dag. Daarom waren onze schooltijden 's middags van twee tot vier en 's avonds van zes tot acht uur. Zaterdags vrij. Maal ais er kattekwaad werd uitge haald en wie doet dat niet op de leeftijd, dan was de straf: 's zaterdagmiddag terugkomen en strafwerk maken, hetgeen weer een heel probleem opleverde om dat thuis en aan de Mevrouw te vertellen, bij wie je diende. De schorten en de mutsen, die wij moesten dragen, werden door de school verstrekt, maar onze moeders moesten ze wassen en strijken. UITMUNTEND Toen de twee jaren verstreken waren, werden de diploma's uitgereikt. Die waren er in drie categorieën. Voldoende, goed en uitmuntend. In onze klas was er één meisje die het diploma "uitmuntend" kreeg, één was er met het diploma "voldoende" en de overigen allen het diploma "goed". Het onderwijs bestond uit: huishoudkunde, koken, be handeling was, naaien en verstel len, breien, mazen en stoppen, handwerken, fröbelen, Neder landse taal en rekenen. De leraressen waren in die dagen stuk voor stuk prettige dames in de omgang met hun leerlingen en wat mij zelf betreft heb ik een hele mooie herinnering aan die twee schooljaren, maar als men het met de gemakken van tegenwoordig bekijkt, was alles in die dagen nog heel primitief. Geen stofzuigers geen geisers, geen wasmachines, geen electri- sche strijkijzers. Koken op kolenfornuis en bij uitzondering op een gasstel." Het nog eens doorlezen van een aantal oude nummers van 't Kleine Krantsje bracht bij onze abonnee, de heer IJ. Klein te Amsterdam herinneringen naar boven aan de buurt van de Kleine Kerkstraat, waar hij toen woonde. De heer Klein schreef ons o.a. het volgende. Het pand op de hoek van de Burmaniastraat en de Kleine Kerkstraat was vroeger een slagerij, daarnaast was een winkel van de Vereniging Eigen Hulp met als bewoner een Spiekstra en wij zaten daar vlak fëgenover met naast ons Draper links en Sanders rechts. Er waren vijf slagers in de Kleine Kerkstraat en allen zaten ze aan dezelfde kant: de gebroeders De Boer, Brada, De Vries, Wierda en Kooistra. Allen slachtten ze ook zelf hun vee op vrijdagmid dag en dat heeft mij vaak een pak rammel gekost. Eenmaal, ik was toen een jaar of elf, ben ik te pakken genomen bij het slach ten van een koe. "Hier Jan" zei toen de slager, "pak even an" en hij gaf me wat, dat kennelijk uit het pas geslachte dier te voor schijn was gekomen. Ik zei "wat is dat - "nou", zei de slachter, "dat dragen de barbiers en die gebruiken het als scheerriem. Breng het maar naar Maurer bij de Vrouwenpoort en wat je er voor krijgt is voor jou Wel, dat heb ik dan geweten: Pietje stuurde me naar Jantje en Jantje stuurde me naar Klaasje en eindelijk kwam ik bij Barendsma op de Voorstreek. "Ben jij niet een zoontje van Klein vroeg hij en toen gaf hij me de raad maar gauw naar huis te gaan. Hard hollend terug kwam ik op de Nieuwestad Roelof Alberda tegen, wiens vader daar een bottelarij had. Het was meteen vechten geblazen, waarbij ik hem met die "scheerriem" op z'n hoofd sloeg. Toen brak het ding in tweeën en bleek het de milt van die pas geslachte koe te zijn. Daarmee eindigde het drama nog niet. want toen m'n vader er van hoorde kreeg ik nog een pak slaag bovendien A. R. van Dantzig B. B. van Oantzig-Postuma APOTHEKERS-ASSISTENTEN Jan van Scorelstraat 55 - Telefoon 22495

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1975 | | pagina 8