HERINNERINGEN OM NOOIT TE VERGETEN de bekoring vm het oude friesland 'c kleine ^Crantóje ieeót iedereen Mijn ouders verhuisden om streeks 1906 van Bolsward naar Leeuwarden. Ik was toen zes jaar. Het was een hele gebeurte nis. Onze inboedel werd overge bracht per stoomboot, die des tijds een geregelde dienst onder hield op Leeuwarden. Ons gezin ging als passagiers ook mee. Ik herinner mij die lange tocht als een plezierreis. Wij hadden in Leeuwarden, in de straat waar wij zouden komen te wonen, kennissen. Het inrichten van de nieuwe woning: het leggen van de vloer bedekking. het plaatsen van de meubelen, het ophangen van de gordijnen enz., alles om in elk geval voor de nacht zover te zijp. dat men de moede leden op zo comfortabel mogelijke wijze zou kunnen strekken, vergde een grote gezamenlijke inspanning. ENORME HULP Onze kennissen, die bijna onze buren zouden worden, bleken van enorme hulp en steun. De vrouw des huizes had een kostelijk maal voor allen bereid, •voor elf man in totaal en zij en de twee dochters zetten zich aan 't naaien en vermaken van de gordijnen, zodat wij. niet eens zó laat 's avonds, werkelijk g,om- pleet en gezellig waren geïnstal leerd. Wat mij altijd is bijgebleven is de prachtige reis. de hartelijke ontvangst, de heerlijke geur van koffie, het kostelijke maal en de gezellige sfeer toen 's avonds a)les klaar was. Het bleek geen éénmalige uiting van burenhulp te zijn. Gedurende de vele jaren, dat wij daar w oonden bleef de hartelijke verhouding bestaan en nog groeien. Ook met andere buren ontwik kelde zich een prettige verhou ding. waarbij lief en leed op ware wijze werd gedeeld, zodat hechte vriendschappen ontston den, welke tegen de tand des tijds bestand bleken. Wat hebben wij. als ik daar nu op terug zie. een mooie tijd beleefd Hoe hebben wij genoten van de gezelligheid, van kleine beleve nissen, gezamenlijke uitstapjes, feestavondjes enz. En hoe groot en intens was ons medeleven bij ziekten en bij sterfgevallen. Hoe heg lit de band was met de buren bleek overduidelijk toen mijn ouders hun 25-jarig huwe lijksfeest vierden, jn een weken lange voorbereiding had men een z.g. snieselbank samenge steld. waar in tekeningen en in gedichten de hele levensloop van ons gezin werd geschetst. Alle aanwezigen zongen, onder lei ding van een soort ceremonie meester de gedichte coupletten mee. waarbij hij de verschillende tafrelen (met bijbehorende tekst) met een stok aanwees. Deze avond in een knus zaaltje, w aar ook nog verschillende voor dragers optraden, vergeet ik nooit meer Wij hebben het er nog dikwijls over. Kleine gebeurtenissen, welke de sfeer die ik hiervoor aangaf in 't bijzonder tekenen moge ik hier weergeven. Tegenwoordig is een vliegreis naar Spanje of Joegoslavië niet eens meer een bijzondere ge beurtenis. Destijds betekende een treinreis- je van Leeuwarden naar Grouw voor mijn moeder en twee buurvrouwen meer. Men zou een bezoek brengen aan omke B. in Grouw. De drie vrouwen waren uren voor het vertrek al op van de zenuwen. Daar ze voor het eerst zelfstandig - zonder hun mannen - gingen reizen, kregen ze uitge breide aanwijzingen van hun ega's mee. Hoewel ze zich al zeer vroeg hadden gereed gemaakt, kwamen ze op het laatste moment op het station, omdat toch nog wat aan de voorberei ding had ontbroken, wat inder haast nog moest worden goedge maakt. Daaraan was het ver moedelijk te wijten, dat ze inder haast - ondanks alle vooraf ontvangen aanwijzingen - in de trein naar Staveren stapten en zich daar tevreden installeerden. Hun drukke en luide gekeuvel in de trein was enige tijd aange hoord door een medepassagier, die tenslotte opmerkte: "As ik de dames so hoor, dan komme jimme so nooit in Grouw; disse trein gaat naar Staveren." ANNE NOODREM TREKKE™ "Och heden is 't waar Nou hoe milt dat dan; kanne we er hier niet ut deur an 'e noodrem te trekken Dit zijn de tonnemannen uit de goeie ouwe tijd. Links Klaas Zijlstra, in het midden Hendrikus Drijfhout. De naam van de voerman is ons niet bekend. De foto is in de oorlog gemaakt op de Wirdumerdijk voor het Beursgebouw. "Wel né. jim blieve mar rustig sitten, tot 't volgend stasjon en wachte daar op de trein terug." Deze raad werd opgevolgd. Men moest ruim een uur wachten voor de trein kwam en peuzelde in die tijd het grootste deel van de in een reticuul meegenomen versnaperingen maar op. In Leeuwarden aangekomen bleek de eerstvolgende trein naar Grouw pas over geruime tijd te vertrekken, waarom men besloot dat 't nu toch te laat zou worden, zodat men weer vroeg thuis was. Toch had men een fijne dag gehad. Ijsvrij was er vroeger zelden bij; dé mannen werkten in 't algemeen lang en hard. Daarom besloten de drie buurvrouwen - vriendinnen - tijdens een lange strenge winter met mooi ijs samen een schaatstochtje te ondernemen. Op de heénweg, voor 't lapje, ging het prachtig; achterelkaar hand in hand gleed men heerlijk over 't ijs. Onderweg genoot men in een koek en zopie-tentje van een kop hete chocolademelk met een stuk kalverpoot. De terugtocht, tegen de wind in viel niet mee. Nu en dan - en steeds vaker - moest men even rusten. Een stoere boer, die het trio zag staan stopte en zei: "Kin jim net fierder Liz mar op Dankbaar werd de uitnodiging aanvaard en de stoet van vier, dv man als vóórrijder aan kop, zwierde met flinke vaart over de baan. richting Leeuwarden.. Na enige tijd gaf de rijdster achter de boer te kennen haar plaats te willen wisselen met de derde in de rij. wat ook gebeurde. Korte tijd daarna wenste de tweede te wisselen met de laatste; ook dit vond plaats. In Leeuwarden aangekomen werd de man bedankt en reed verder. De drie vrouwen bonden luid lachend hun schaatsen af en vonden dat ze maar mooi vlug de moeilijke terugtocht hadden afgelegd, al hadden ze dan ook stuk voor stuk moeten verdra- SCHOONHEID IN VROEGER EEUWEN SCHARNEGOUTUM. (Vervolg op pagina 9).

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1975 | | pagina 5