HET "ROOIE" HAD NIETS TE MAKEN MET DE POLITIEK 'f 3^-leine 3£rantóje teeót iedereen I DORP" DORP BUITEN DE STAD onderwijzer geworden. STAKING Hoe meer je er over nadenkt, des te meer figuren komen er naar voren. Zo herinner ik mij ook, dat er eens een staking was onder de bouwvakkers. In de Polderstraat woonde een werk willige, die werd thuisgebracht door naar mijn mening ontelba re stakers, die onder het uitroe pen van allerlei scheldwoorden en bedreigingen de man achter volgden totdat hij in huis verdwenen was. Winkelier van der Schoot kreeg er een klein concurrence bij, Hiemstra, die in een woonhuis tegenover ons ook een winkeltje begon, maar ik geloof, dat de man er geen droog brood heeft verdiend. Er woonde ook een schoenmaker, Weustink, die een zoon - Karei - en twee dochters had. Knappe kinderen, herinner ik mij. vooral de oudste dochter. Zij ging altijd bijzonder chic gekleed en zal waarschijnlijk wel in één van de modehuizen hebben gewerkt. Ergens bewon derden wij haar verschijning, de jongens waarschijnlijk omdat zij zo knap was en de meisjes vanwege haar mooie kleren IETS BIJZONDERS En zo zou je natuurlijk nog wel wat door kunnen gaan, want iedere bewoner van het "Rooie Dorp" van meer dan 50 jaren terug had in onze ogen wel iets bijzonders of merkwaardigs Wat zou er geworden zijn van al die bekenden De oudste generatie is er natuurlijk niet meer, maar de jongeren zijn waarschijnlijk allemaal uitge zwermd. Zouden zij zich dit alles ook nog herinneren Zouden zij nog weten hoe wij door de wijde landen liepen tot aan de Greuns - "Greeuwes" noemden we die - en in het koele water de eerste beginselen van de zwemkunst aanleerden Goed dat de diverse moeders dit niet wisten Heerlijke tijd Ik zei reeds, dat het "Rooie Dorp" een echt dorp was. Aan de kant van Achter de Hoven maakten we daar een hut van door een gang te graven en er provisorische zitplaatsen in te maken. Hoe we zo'n hut hebben verlicht weet ik niet meer, we zullen wel stiekum eens een kaars hebben meegenomen. Aan de ene zijkant van het dorp was een grote boomgaard, afge scheiden met een slootje. Aan de andere zijkant hadden we de Molensloot. 's Zomers vingen we daar "kuutskieterkes" en sala manders en 's winters konden we daar heerlijk schaatsenrijden tot aan de molen. Dan was het feest tot het donker werd en we van het ijs werden gehaald. dat van Hubert de Groot, in onze ogen een zeer rijke familie, want zij hadden al vroeg een auto en zij reden paard, in die tijd iets heel bijzonders en voor ons onbereikbaar De van Asbeckstraat was toen ook nog niet doorgetrokken tot Achter de Hoven, maar eindigde bij de van Heemstrastraat. Tegenover het Rooie Dorp aan Achter de Hoven stond destijds een oud vervallen herenhuis, eigenlijk een villa met aan de voorkant een blauwstenen trapje van 3 of 4 treden. Het huis stond een eindje van de weg af en er liep een slootje langs, terwijl was de winkel van van der Schoot het eerste huis, terwijl over de lengte van ongeveer 20 huizen het einde van de Tuin- bouwstraat ook het einde van het Rooie Dorp betekende. En dat zo ongeveer in het vierkant, ik denk, dat er in totaal ongeveer 150 huizen stonden. Achter het dorp was weiland zo ver je kon zien. Er w.as een prachtige speelgelegenheid voor ons, kinderen. Heel lang heeft daar een grote partij betonnen buizen gelegen. Levensgevaarlij ke toeren hebben we daarop verricht. Er waren ook grote, ronde voorwerpen bij. die ver moedelijk bestemd waren voor beerputten. Wanneer die met de open kant naar beneden lagen Op het open terrein vóór de winkel van van der Schoot hebben we eens een buurtfeestje gehad met allerlei spelletjes voor de kinderen en snoep voor iedereen Overigens strekte dat open, braakliggende terrein vóór het Rooie Dorp zich uit tot de van Heemstrastraat. De Spoorstraat was er toen natuurlijk al. De achterkant van de huizen van de Spoorstraat waren afgeschut met een schutting en ik herinner mij, dat daar ergens een mevrouw woonde die prachtig piano kon spelen, tenminste, zo klonk het voor ons en we hebben er vaak naar staan luisteren. Het laatste huis van de Spoorstraat met daarnaast een papierfabriek was twee dammen hierover en een soort oprijlaan toegang gaven tot het terrein. Naast die villa waren vier of vijf kleine arbeidershuisjes onder cén dak gebouwd en ik herinner mij, dat er wel eens mannen bezig waren met het sorteren van papier. Wij kregen dan soms mooie gekleurde stroken of stukjes. Een kinderhand was in die tijd al gauw gevuld Aan de andere kant van de villa was een verwaarloosde vijver. In die vijver zat een draaikolk, had men ons verteld en we waren dan ook als de dood zo bang om er te dicht bij te komen Achter de villa was een boom gaard die tot de van Heemstra^, straat zich uitstrekte en doorliep tot ongeveer bij school 13, die toen nog nieuw was. Verder tot aan Achter de Hoven was alles nog bouwland. Huizen zag je nog niet, alleen het oude gedeel te van Achter de Hoven tot het zwarte weggetje bij het terrein, waar later het Parkherstellings oord kwam. De rij huizen tot aan de Huizumerstraat hadden toen nog een vrij uitzicht op het bouwland met op de achter grond de boomgaard. RAADSEL Het is ons nooit duidelijk gewor den wat die oude villa ooit eens heeft betekend. Was het een buitenverblijf en heeft er een vooraanstaande familie ge woond Een oudere zuster van mij meent te weten, dat er een familie Reede moet hebben gewoond. Het moet een prachtig huis zijn geweest, maar was in 1920, dus 55 jaar geleden, al oud en moet dus meer dan 120 jaar geleden zijn gebouwd. Wij noemden het in die tijd wel de "wasserij" of de "blekerij" en et- is dus misschien ook nog een wasserij of blekerij in gevestigd geweest. Zijn er misschien nog oudg Leeuwarders die zich dat herenhuis ook nog herinneren of zijn er nog oude stukken, tekeningen of foto's van te vinden Zal de oude villa voor ons een mysterie blijven of zal ons "Kleine Krantsje" ook hierbij duidelijkheid kunnen brengen Al met al hoop ik met dit artikel (Vervolg op pagina 11).

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1975 | | pagina 7