HET ONTROERT ALS MEN HET UIT VOLLE BORST HOORT ZINGEN ONS FRYSK BLOED TSJUCH OP: EEN VAN DE BESTE VOLKSLIEDEREN 8 't 3Cleine 3*Cranteje leeót iedereen Het was een goede gedachte om in 't Kleine Krantsje, op verzoek van een lezeres, het Friese Volkslied in zijn geheel te plaatsen. Het is naar mijn gevoel, zowel wat inhoud als gezang betreft, een van de beste volksliederen, die ooit geschre ven zijn. Het geeft met élan weer, wat er in een volk - al is het dan ook maar een klein volk - leeft en het ontroert, als men het uit volle borst door een groep mannen en vrouwen hoort zingen, vooral als men ver van het heitelan is. Het geeft dan, veel sterker dan als men in het land is, een gevoel van saamho righeid, een gevoel van samen iets te bezitten, waarvan men houdt. Op emotionele wijze geeft het dan uitdrukking aan het gemeenschappelijk gevoel van gebondenheid met het vertrouw de Friese land. Ik heb het voorrecht gehad deze emotie te ondervinden op de meest uiteen- liggende plaatsen van deze aarde en ik voelde me dan trots en gelukkig deel uit te maken van deze oude Germaanse stam, waarvan men de leden, evenals de Joden, over de gehele wereld tegenkomt en die zich, evenals zij, met elkaar en met het stamland gebonden blijven voe len. Anderen kunnen vaak een gevoel van ergernis niet onder drukken als Friezen hun Fries- zijn op min of meer ostentatieve wijze naar voren brengen, maar het is nu eenmaal sterker dan zijzelf. Toegegeven, het wordt soms overdreven, zoals, toen ik enige jaren geleden op uitnodi ging van de gemeente Leeuwar den met een gezelschap perso nen van diverse pluimage die stad bezocht, een professor in de Friese taal het vertikte iets anders te spreken dan Fries, terwijl verscheidenen die taal in het geheel niet meester waren. Dat geeft blijk van te veel zelfin genomenheid en zelfs van onhof felijkheid. Maar buiten deze ui tersten neem ik het geen Fries kwalijk, dat hij zich, bij voorko mende gelegenheid, van de Friese taal bedient en ik vind het een loffelijk streven, dat men alles in het werk stelt - vooral sinds 1945 - de Friese taal levendig te houden al wordt zij dagelijks misschien door nog geen 400.000 mensen gesproken. Ik schaam me altijd een beetje, dat ik haar nooit heb leren schrijven, al kan ik me mis schien (zwakjes) verontschuldi gen, dat ik er geen tijd voor heb kunnen vinden, omdat ik ver schillende andere talen heb moeten leren gebruiken, die verband hielden met mijn werk. EEN HALVE FRIES Ik had een (aangetrouwde) oom, de destijds nogal bekende Friese schijver Rudolf Canne, die me het wèl kwalijk nam en me eigenlijk maar een halve Fries vond. Maar terug naar het Friese volkslied, waarvan ik opmerkte, dat ik het een van de mooiste vind, die ik ken. Waarom, zult ge zeggen, kom ik tot deze uitspraak. Komt het, omdat ik, bij het óuderworden, de nostal gie voel groeien en, zonder te abstraheren, me ga overgeven aan overdreven sentimentaliteit of is er een andere, meer nuchte re, verklaring voor te geven Ik geloof van wel. Het geeft namelijk op krachtige en toch gevoelige wijze weer, wat er in het volk leeft. Men kan het zingen met motivatie, men voelt zich echt betrokken. Anders dan bij het Nederlandse volkslied, waarbij men de vorst, als symbool en exponent van hetge- ne, waarvoor men staat, toezingt, is bij het Friese volkslied de stam zelf direct betrokken. Het is geenszins mijn bedoeling om me ook maar enigszins denigre- door Mr. JJS. Bijl rend uit te laten over de inhoud van ons Wilhelmus van Nassaue, het door Marnix van St. Alde- gonde zo'n 400 jaar geleden geschreven gedicht ter ere van de stamvader van ons vorsten huis en de man, die de stoot gaf aan de bevrijding van ons vaderland van de toenmalige onderdrukker. De Fransen zeg gen: "II faut juger les faits d'a- près leurs dates", daarmee te kennen gevende, dat bij het geven van een oordeel rekening moet worden gehouden met de tijdsomstandigheden, waaronder een bepaalde gebeurtenis plaats vond. Men kan zich voorstellen, hoe in die tijd de man aanbeden werd, die alles gaf om ons uit de ellende te verlossen en hoe men zich toen meer gebonden voelde met de inhoud van het lied dan nu. Dat het ons volkslied is gebleven, het volkslied van het Nederlandse volk, ligt, naast het gevoel voor traditie, dat in me nigeen leeft, waarschijnlijk aan het feit. dat wij ons ook met de afstammelingen van Willem I, als vorsten gelukkig hebben kunnen prijzen. Maar een kind. dat het volkslied voor de eerste keer moet leren, zal toch enige moeite hebben met het "van duitsen bloed" en met het "altijd hebben geëerd van den koning van Hispanje". Hetzelfde geldt, mutatis mutandis, voor het Engelse "God save the King (Queen)", hoewel ik dat eveneens een prachtig volkslied vind. Weer anders ligt het bijvoor beeld met het Franse volkslied "La Marseillaise". Hoewel ik het een schitterend lied vind, vooral als het door geëmotioneerde Fransen gezongen wordt, is het eigenlijk een strijdlied, dat in 1792 door de Franse genieoffi cier Rouget de l'Isle gedicht en op muziek gezet werd als krijgs lied tegen Pruisen onder de titel "Chant de guerre pour l'armée du Rhin". Een gelegenheidslied dus, dat, omdat het voor het eerst in Parijs door Marseillaanse solda ten werd gezongen, de naam Marseillaise kreeg, hoewel het op zich niets met Marseille te maken heeft. Het heeft, door z'n élan de Fransen blijkbaar zo aangesproken, dat ze het tot volkslied verheven hebben. LIEFDÉ VOOR FRIESE GROND Het Friese volkslied is echter duidelijk geschreven om de geïn tegreerdheid van de Friezen met hun land tot uitdrukking te brengen. Men moet immers het bloed laten bruisen en koken om de liefde voor de Friese grond, men moet zich met het stamland gebonden voelen en men moet dat ver in de rondte laten weten. Laten we het maar erkennen, de Friezen zijn sentimenteel, hoewel ze er niet graag voor uitkomen. Zc lopen niet met hun gevoelens te koop. Maar in hun volkslied laten ze dat gevoelen de vrije loop en ze zijn erom te prijzen. Hun geëmotioneerdheid is n.l. begrensd door hun nuchterheid. Ze zullen zich nooit tot excessen laten drijven, zoals het Duitse volk, dat eveneens in zijn volkslied "Deutschland, Deutschland, über Alles" de liefde boven alles tot het vaderland tot uitdrukking brengt. In wezen speelde Hitier op deze sentimentaliteit, die hij verwerkte in zijn verwrongen Blut- und Boden theorie. En we hebben gezien, waartoe hij het Duitse volk, dat in wezen helemaal niet zo Germaans en homogeen is, als hij het deed voorkomen, maar dat als het energiekste ter wereld mag worden aangemerkt, wist op te zwepen. Motivatie is nodig om een volk tot grootse daden in staat te stellen. Men kijke slechts naar het Israëlische volk, dat de sterkste motivatie heeft om zich te weer te stellen, de zucht naar zelfbehoud. Als men die motivatie echter voedt men valse sentimenten en waantheo- rieën roept men, vooral bij labiele figuren, kwade instincten op, die tot de afschuwelijkste wreedheden kunnen leiden. De Friezen hebben ook een motivatie - zij het (gelukkig) op een ander vlak - die hen gemeen schappelijk doet optreden en hen in staat heeft gesteld een gemeenschappelijk doel te berei ken, het behoud van de Friese taal. Anders dan op economisch, politiek of religieus gebied, waarop ze net zo verdeeld zijn als de rest van Nederland, hebben ze voor hun taal als één man pal gestaan en hebben ze (Vervolg op pagina 10) Ver van 't heitelan denken aan thuis

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1975 | | pagina 8