■f 34 eiite SCrantóje leest iedereen een poppenkast enz. Hier moch ten de kinderen zich na de geza menlijke spelletjes een poosje uitleven. Verder een brede ste nen gang, die 's winters door en door koud was, met een flinke ruimte met W.C.'s en een boenhok. Dan was er nog een heel royale speelplaats met zand en een overdekte tegelplaats. Vrouw Verhaar hielp ook altijd mee de kinderen van hun jasjes te ontdoen. In de winter klaagde ze dan over "rimmetiek", ze wreef zich in met "sloons" want zei ze, "dat is er so goet foor, 't stinkt wel, mar dat kan mie niks skele". Ze had als huisarts Dr Damsté, dat was nog een echte "arretekaat" (arristokraat) zei ze dan. GROOT FEEST Nu ruim vijftig jaar geleden, was ze een kwart eeuw aan school geweest. Dat was me een feest. Juf Braaksma had zelf liederen gemaakt voor de kinderen en voor het personeel. De kleintjes zongen: "Beste vrouw Verhaar Reeds 25 jaar Zijt ge hier aan school geweest Daarom zingen wij zo vrij. Daarom zijn wij nu zo blij. Want we vieren zo graag feest", en wij zongen: "Heden op deze dag der dagen Klinkt ons lied U tegemoet. U, die wij toch allen eren. Juichend brengen we U een groet. Gij waart een lange reeks jaren Voor de kinderen trouw en goed Daarvoor willen wij U danken Daarom ruist in brede klanken. Ons gezang, ons gezang." Nog een foto van school 3, anno 1920. Rechts juffrouw Broers met naast haar Hiltje Rusticus en verder haar leerlingen Griet van der Veer, Albe Boelmans, Jeltje Hempenius, Maaike Nauta, Wim Zandstra en Cathrien de Haan. Terwijl ik dit schrijf, zie ik haar weer voor me, stralend en blij, ze was zo het middelpunt. Wat hebben we al die jaren, stuk voor stuk met haar gepraat, alles werd haar toevertrouwd. Ze zat de tijden, dat ze in school niet kon werken, achter in de klas te breien. Niets ontging haar. Ze was weduwe en had één zoon, ze moest wel uit werken gaan, voor een heel klein loon, maar er zat een pensioentje aan vast en daar deed je heel wat voor. Dat was een beeld van Vrouw Verhaar, dat even een blik gaf op het werk, dat toen verzet moest worden. Het was een fijne school, daar aan de Eestraat. Wij kwekelin gen, waren manusje van alles. De hoofdzaak was natuurlijk, goed op letten hoe de juf met de kinderen werkte om later zelf lesjes te kunnen geven. We waren alle dagen aan school. De ene maand 's morgens, de andere maand 's middags. We moesten boodschappen over brengen naar de andere scholen, of naar het gemeentehuis, want telefoon was er niet. Soms moesten we ook een kind naar huis brengen, dat overgege ven had, of een plas in de broek had gedaan, alhoewel dat meest door vrouw Verhaar werd ge daan. Zaterdags moesten we leien boenen, griffels en potlo den slijpen en pijpaarde kneden. Griet van der Veer en ik zongen daarbij het hoogste lied. Ik vond destijds het mooiste liedje "van het jodensoidaatje". Dat ontbrak nooit op~ het repertoire. We konden het goed samen vinden, 's Avonds hadden we cursus, in de jongensschool in de St. Antonystraat. Daar was onze direkteur meneer Semplonius ("Ploontsje"). Een enige man, hij kon zo lekker Leeuwaddes met ons meepraten. Verder waren er de heren Zijlstra en Beunk (later ook de heer Westerhuis en de dames Braaksma en Broers, daarna ook juf Bender. Het was een fijne tijd. Er is gevraagd of er namen bekend zijn van kinderen van toen. Ik kan er heel wat uit m'n mouw schud den, terwijl ik ze toch lang niet allen op de foto's terug kan vinden. Daar was Jopie Pietersen (later Wika) Auke Beekhuizen, die zei: "onse juf siet deur de muren hene", Aukje Lok, het kleine heilsoldaatje; ze zong: "Mijn zonden zo hoog als een toren" enz., de hele klas zong het later mee. Corry Slauerhof, Alie van der Heide, Klaas Dantuma, Annie Boetes, Atty de Haan, Bobbie Suskind, een minder begaafd jongetje, van zeer begaafde ouders. Het waren joden en in de eerste oorlogsnacht hebben ze zich zelf vergast, wetende wat hen voor verschrikkelijks te wachten stond. De brief die we bij ons huwelijk ontvingen is nog in mijn bezit. Dan was er Herman, een spastisch jongetje. Jelly Hiemstra met haar donkere ogen en lange blonde vlechten, allemaal schatten van kinderen. HENIOE TAMMES Daar was ook Willem v. Aspe- ren. Altijd als er een of ander werkstukje werd gemaakt zei hij: "tat, toen it niet". En dan zei de juf: "och jonge, zeg liever dat wil ik niet" en prompt volgde tat wil it niet. Ook was er Henkie Tammes in zijn matrozenpakje. Nu een flinke robuuste man. (Vervolg op pagina 10). N BRANDK ASTEN-PIET. licht. Brandkastenpiet liep naar de voordeur van het woonhuis naast het kantoor en belde aan. Hij kreeg evenwel geen gehoor. De afspraak was, dat hij niet daar zou bellen, maar aan de deur van het kantoor. Nadat hij al driemaal gebeld had, werd de politie bang, dat hij zich bij de neus genomen zou voelen. Wel licht keerde Brandkastenpiet dan onverrichterzake terug. De kandidaat werd daarom ge vraagd de inbreker toch maar in het woonhuis .binnen te laten. ALLEEN THUIS? - Toen de notaris de deur opende, stond Brandkastenpiet stijf te gen de muur van het portiek aangedrukt; hij wilde zich voor voorbijgangers onzichtbaar ma ken. Het eerste, wat hij vroeg, was of de notaris alleen thuis was, waarop deze bevestigend antwoordde. Hij had - zei hij - zijn vrouw en kinderen naar Zeist gestuurd en zijn bedienden verteld, dat hij zelf eveneens enkele dagen afwezig zou zijn. De notaris vroeg Piet, of hij hem aanstonds ook naar Zeist wilde brengen, want in Valkenswaard zou men hem nu niet meer mogen zien. Brandkastenpiet gaf er geen antwoord op, maar informeerde belangstellend naar de buit. "Is het geld in de safe vroeg hij. "Ja" zei de notaris "en ik heb zelfs nog vierduizend gulden meer binnen kunnen krijgen, maar die mag jij wel extra hebben". Ook hierop antwoord de Brandkastenpiet niet. Hij liet zich naar een stoel in het donkere kantoor leiden en zette een zware tas op de grond. De kandidaat nam plaats op een stoel achter zijn schrijfbureau tegenover Brandkastenpiet. Op het bureau lag de stalen plaat. De beide mannen konden elkaar niet zien, maar de notaris verzekerde Piet, dat hij nu onmogelijk licht kon maken. Op dit uur van de nacht brandde er nooit licht in het kantoor; bovendien meenden de mensen in de buurt, dat de notaris op reis was gegaan. Plotseling begon de inbreker hevig te snuiven en hoewel de notaris niets zag, dacht hij, dat Brandkastenpiet vreemde bewe gingen maakte. De spanning in het notariskan toor steeg nu met de seconde. In de archiefkast stonden de beide politiemannen klaar om toe te springen. "Wat doe je toch vroeg de notaris fluisterend, toen het snuiven aanhield. "Ik trek mijn gummie hand schoenen aan" antwoordde Piet. Tot zijn schrik merkte de notaris echter, dat Brandkastenpiet zich over het schrijfbureau heenboog en een voorwerp verschillende malen vlak voor zijn gezicht heen en weer bewoog. Voorzich tig pakte de notaris de stalen plaat van het bureau en hield die voor zijn hoofd. WAT DOE JE TOCH Maar er viel geen schot: de inbreker trok zich terug en begon nu te graaien in zijn tas met gereedschappen. Op scherpe toon vroeg de notaris weer wat Piet toch deed, maar zonder te antwoorden liet de inbreker zich op de knieën vallen en kroop hevig hijgend om het schrijfbu reau heen. Toen hij vlak bij de stoel van de notaris was, riep deze op luide toon: "de kluis is stevig en de deur is vijftien centimer dik". Meteen sprongen de beide poli tiemannen naar voren en nog voor het licht van de staafbatte- rij aanflitste klonken er twee revolverschoten. Een moment later zag de notaris tot zijn ontsteltenis twee mannen op de grond liggen: Brandkas tenpiet - alleen gekleed in een broek en een hemd - en een van de politiemannen. Beiden waren getroffen door de kogels uit de revolver van de andere agent. Brandkastenpiet was vlak onder het hart geraakt; hij stierf vrijwel onmiddellijk. De politieman, die de inbreker op z'n nek gespron gen was, kreeg een kogel onder in de rug en moest ijlings voor een operatie naar het ziekenhuis. GEEN WAPEN Zo eindigde dus door wapenge weld het misdadige leven van Brandkastenpiet, de beruchte inbreker, die zelf nooit een wapen in zijn handen had gehad. Natuurlijk wierp dit wild-west- drama in het Valkenswaardse notariskantoor veel stof en veel vragen op. Was het gebruik van een vuurwapen in dit geval nu wel nodig geweest Wist de politie in Valkenswaard dan niet, dat Brandkastenpiet geen vechtersbaas was en 'zelf nog nooit geweld had gebruikt En had de politie niet iets anders kunnen bedenken om deze oude inbreker achter slot te krijgen Bij het onderzoek naar de juiste toedracht van het gebeurde kwam vast te staan, dat èn de kandidaat notaris èn de beide politiemannen in de kast stellig meenden, dat Brandkastenpiet op het punt stond de notaris te overvallen. Door een kier in de deur van de kast hadden de politiemannen de inbreker in het flauwe schijnsel van het licht van de overburen heel vaag kunnen zien. Toen hij zich over het schrijfbureau heenboog hadden ze al willen ingrijpen. Alleen omdat de notaris het afgespro ken wachtwoord niet zei, deden ze dat nog niet. Het feit, dat Brandkastenpiet - naar later bleek - zijn overjas, zijn colbertjasje en zijn over hemd had uitgetrokken, kon ook wijzen in de richting van een gewelddadige overval: wellicht had de inbreker zich van deze kleren ontdaan om bloedvlekken te voorkomen. ONNODIGE SCHIETPARTIJ Overigens meende men in krin gen van juristen, dat de noodlot tige schietpartij en het vooraf gaande gesprek van de notaris met de inbreker niet nodig waren geweest, wanneer de poli tie Brandkastenpiet al hadden gearresteerd op het moment, dat hij zich aan de woning van de notaris vervoegde. In dat geval had de Officier van Justitie hem evenzeer het uitlok ken van een misdrijf ten laste kunnen leggen, omdat Brand kastenpiet de notaris dan ook al had bewogen een misdrijf te begaan. VIJFJAAR Op het plegen hiervan staat een gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaar, wanneer het misdrijf of de strafbare poging daartoe niet is volvoerd. Helaas voor Brandkastenpiet koos de justitie een andere manier om hem voor de zoveel ste maal in de val te krijgen. Zijn laatste grote slag voor een onbezorgde oude dag zou hem noodlottig zijn

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1975 | | pagina 7