OUD LEEUWARDEN
TEGEN DE GROND
WAAR KOMT DE NAAM
DE WEERKLANK VANDAAN
ONDER 'T STADHUUS
T ETEN GEMIST
7
'f 3<Cleine 3<Crantóje leeót iedereen
We kunnen het leuk vinden of
niet. maar Oud Leeuwarden
gaat tegen de grond; het lijkt of
alles moet verdwijnen.
Afgebroken is of wordt op dit
moment I) het Hotel De
Klanderij en 2) het geboortehuis
van Pieter Jelles Troelstra aan
het Zuidvliet.
Het Hotel De Klanderij, op de
hierbij gereproduceerde foto nog
met de vlag in top (of hangt ie al
halfstok verkeerde reeds in
een verregaande staat van ont
binding, toen de slopers er twee
weken geleden met hun mokers
op om begonnen te slaan.
Het schijnt, dat het gebouw na
het vertrek van de laatste
officiële hotelgast vrij frequent
door vage lieden bewoond is
geweest, met alle gevolgen van
dien. Een sieraard voor deze
hoek van de stad was het pand
al lang niet meer en omdat het
4:
doodvonnis nu eenmaal onher
roepelijk was. mogen we nu wel
blij zijn. dat de puinhoop
eindelijk wordt opgeruimd.
Anders was het met het huis aan
het Zuidvliet. waarin Pieter
Jelles Troelstra honderd en vijf
tien jaar geleden geboren moet
zijn - dat zat nog aardig hecht in
elkaar, toen het startsein van de
slopers klonk. Protesten tegen
het afbreken van dit pand
hebben we niet gehoord, maar
we kunnen ons voorstellen, dat
er stadgenoten zijn, die het
verloren gaan van dit huis uit
gevoelsoverwegingen bijzonder
betreuren.
Maar ja, nogmaals; het lijkt of al
het oude verdwijnen moet. Be
halve dan de Oldehove en de
Grote Kerk - die zullen er nog
wel staan, wanneer we met z'n
allen niet meer weten wat
hoofdpijn is.
De oorsprong van veel Leeuwarder straatnamen is wel bekend en na te gaan, maar ook Zijn er straten,
waarvan de naam zich niet verklaren laat. Ze zullen velen zich wel eens hebben afgevraagd hoe de naam
De Weerklank is ontstaan. De Weerklank was de verzamelnaam voor de vele straatjes en steegjes tussen
Oostersingel en het Noordvliet, zoals daar waren het Hoog- en het Laagpad, de Krimp en de
Weerklanksteeg, de Hulst- en de Seringebuurt.
De laatste herinnering aan de
overigens geheel verdw enen Weer
klank vormt een fors pand
achter de Oostersingel, waarin
op de zeven en twintigste van
deze maand het atelier en de
tentoonstellingsruimte "Weer
klank" van de Leeuwarder kun
stenaar Jentsje Popma officieel
zullen worden ingewijd.
De door Jentsje Popma verstuur
de uitnodiging om deze inwij
ding te komen bijwonen ging
gepaard met een beknopt druk
werkje, waarin de Leeuwarder
journalist H.W. Keikes o.a. het
ontstaan van de naam Weer
klank ter sprake brengt.
"De naam van deze fel levende
buurt" aldus Keikes, "zou vol
gens oude Weerklankers ont
leend zijn aan het feit. dat de
klokken van de Bonifatiustoren
over het water van de stads
gracht en de voormalige drink
watervijver aan de Oostersingel
een opvallende echo. een sterke
weerklank gaven."
Vandaar dus ook. dat de oud
Weerklankers, die nu jaarlijks in
een gezellige reünie bij elkaar
plegen te komen zo gemakkelijk
spreken over De Echo. wanneer
De Weerklank wordt bedoeld.
Enfin, het is een mooi verhaal,
maar het klopt niet helemaal.
De naam De Weerklank bestond
al tientallen jaren, toen de
Bonifatiustoren nog moest wor
den gebouwd en de klokken van
deze toren nog gegoten moesten
worden. De Bonifatiustoren werd
voltooid in 1884 en pas toen
kunnen de Weerklankers voor
het eerst het klokgelui hebben
gehoord, terwijl we de naam De
Weerklank al kunnen vinden in
de Geschiedkundige Beschrij
ving van Leeuwarden van Wob-
ke Eekhoff. die acht en dertig
jaar eerder van de persen kwam.
Met de klokken van de Bonifa
tiustoren kan de naam van deze
buurt dus niets te maken heb
ben. maar waarmee dan wel
De oorsprong van de naam De
Weerklank zal wel altijd een
raadsel blijven.
Toen de landbouwer Boonstra aan den Harlinger-
straatweg woensdagmorgen 1.1. in zijn land kwam,
vermiste hij een zijner ooilammeren. In het land
waren bloedsporen aanwezig. De politie, van den
zaak onderricht, mocht er ook ditmaal spoedig in
slagen den brutalen dief te ontdekken. Zij vond hem
aan den disch gezaten, juist toen hij zich met zijn
gezin aan het gestolen vleesch zou te goed doen.
Het was een ingezetene dezer gemeente, die reeds
vroeger met de justitie in aanraking was geweest. Hij
is aangehouden en opnieuw ter harer beschikking
gesteld.
(1888).
In de rubriek Lezers klommen
in de pen in dit Kleine Krantsje
wordt gewag gemaakt van een
oud Leeuwarder rijmpje, dat in
vroeger tijden door de kinderen
op straat gezongen werd: "Rom-
me domme dom - de fismerk
om". Er waren meer bekende
rijmpjes, zij het niet specifiek
Leeuwarders. In het higrvolgen-
de wordt melding gemaakt van
een mutis onder het stadhuus,
maar in Groningen zongen de
kinderen weleer hetzelfde versje,
maar dan lag de muis niet onder
het stadhuis, maar onder een
brug. En waar de Leeuwarders
spraken over 'menheer de wind',
hadden de Grönnegers het over
een meneer de Wit. Enfin, hier
komt de Leeuwarder versie.
Onder 't stadhuus
Daar leit een muus
Is menheer de wind oek thuus
Water hale, water hale
Raad 'is wie mij teugen kwam:
Twie oue mantsjes
Twie potten en pantsjes
Twie meisjes sonder siel
De siel is inne hemel
Onder 'e gouden kemel
Onder 'e goudene bontekoe
Dat gaat na groot Marssum toe
Deze bijzonder aardige foto maakte Jentsje Popma vanuit de steeg
naar zijn atelier en tentoonstellingsruimte "Weerklank" die zaterdag
27 september zuilen worden ingewijd.