FA. ALEX COPINI
LEEUWARDENZO WAS HET
10
I U W E L I E R Goud Uurwnrknn
Nog deze maand verschijnt een herdruk van het nieuwe boek
in Friesland
DE VIEVERBUURTSKOAL
PEPERSTRAAT 11 - TEL 26880 - LEEUWARDEN
Brillont Goro Cassettm
Zilver Omega dealer
DOOR FENNO L. SCHOUSTRA
De eerste druk was binnen enkele weken uitverkocht
U kunt nu weer bestellen: gireer fl. 19.50 naar nummer
98 10 62 t.n.v. 't Kleine Krantsje.
HET STATIONSPLEIN
t Vileine 3Crant$jè leeet iedereen
fëaAê' Sh
(Vervolg van pagina 8).
werkt had, trok ik eveneens nar
de residentie en ontmoette daar
Nawijn nog herhaaldelijk.
Na zijn pensionering bezocht ik
hun enige malen in het N.O.V.
(het tehuis voor bejaarde onder
wijzers) in Oosterbeek, waar ze
hun laatste levensjaren door
brachten. De oud-leerlingen van
de skoal in 'e Vieversbuurt
kwammen dan geregeld ter spra
ke en het gebeurde, dat we
samen nog de versjes zongen, die
hij in der tied an de Viever-
buurtster leerde.
Vrolijk van aard is hij dus
gebleven. Op 87-jarige leeftied is
hij daar overleden en 'n paar
jaar later z'n vrouw.
Ut was 'n tied van armoede, soas
meyr. Bul skreef. Centen voor
seep waren er vaak niet en
sodoende liet de zindelijkheid
wel us wat te wensen over. In de
klas ging so nou en dan een
vinger omhoog. "Meester, een
ongediert So wudde 'n luus
betiteld. Dat kon 'n kleine
hoofdluus weze, of 'n grotere
klereluus. "Auke 1", sei ik dan.
En Auke stapte er resoluut op af
en greep sonder aarzeling het
ongediert.
Eén keer toonde hij het me
voldaan. 'n Lekker stukje spek,
meester en verdween er mee
achter het zwartgelakte scherm,
dat om de dikke kolomkachel
stond. De parasiet was "ten vure
gedoemd". Dat Auke z'n beuls
werk zonder wroeging verrichtte
was geen wonder. Z'n hals was
getatouëerd met honderden rode
puntjes van vlooieprikken. Ei
genaardig, een vlooie te hebben
was geen schande, maar voor 'n
"loop langzaam" moest je je
"sjenere".
Laat me nu voor 't gemak maar
verder in 't "Hollands" vertellen.
De armoede leidde ook tot
baldadigheid en erger. De zak
ken met duivebonen, erwten en
granen, die op de wal van de
Voorstreek, Oostersingel, Vliet
en elders op de losplaats van de
schepen en boten stonden, droe
gen daar de duidelijke sporen
van. De meesten hadden vier
kante, lichter gekleurde stoppen
in hun donkere jute stof.
De jongens ratsten er met 'n mes
en gat in en vingen in hun pet
op, wat er uitstroomde. Ook de
Vieverbuurters maakten zich
daaraan wel schuldig. Het vol
gende is 'n biecht van Gerrit, 'n
inport van de Bergumerheide, 'n
gezin, dat op het Schoppershof
onderdak had gevonden. Het is
het verhaal van één van zijn vele
strooptochten, dat hij voor me
op moest schrijven. Alleen de
achternamen zijn weggelaten.
Het is gedateerd 29 maart 1906.
Ik ben gistermorgen om half
acht van huis gegaan met
Gradus en Corneles en mijn
broer. Wij gingen het Vliet langs
daar stond een kar met brood.
Oene tilde het'deksel op en ik
stal er een koek uit en gaf hem
Corneles in de kiel. Hij liep er
met weg naar het kanaal en daar
deelden wij hem. Toen zagen we
de trein aankomen en gingen bij
het hek staan. Wij bleven er
zoolang staan totdat er een
andere voorbijging. Toen hij
voorbij was gingen we het
kanaal langs naar de Schrans.
Wij gingen daar weer weg naar
de Nieuwburen. Daar liepen we
even om. Toen gingen we de
Voorstreek langs over de Tuinen
bij de kazerne daar stond een
broodkar.
Wij gingen er bij staan en Oene
tilde het deksel op en ik stal er
een halve koek en een bolle uit.
Ik gaf hem Oene onder de jas en
hij gaf hem Corneles weer onder
de jas. Ik deelde de koek en hij
de bolle. Toen gingen we naar de
Wirdumerdijk naar het plein
daar stond een kar met broodjes.
Oene trok een laadje open en
stal er twee uit en ik een. Toen
gingen we het kanaal langs naar
de balschoppers. Even later
gingen ik en mijn broer het Vliet
langs over de Tuinen naar de
Nieuweburen. Daarvandaan gin
gen we Willemskade en daar zag
ik balen met noten staan met
gaten in de balen. We deden de
vinger in de zak en lieten de
noten in de hand rollen. Toen
gingen we naar 't broodfabriek
in dat hok en gingen in een kist
liggen te slapen en de andere 's
morgens was de haak in de
kram gevallen en wij konden er
niet weer uitkomen. Toen een
man een kar haalde riep mijn
broer doe het deksel even los ik
zit in een kist. Toen haalde de
man nog een man en liet ons uit
de kist. Wij gingen met een man