GOSSE EN GRIET ZALLE VERHUZE
NAAR WERKMANSLUST
NSSK3
MB
§*s*
TOEN WE NOG OP DE SCHOOLBANKEN ZATEN
10
>W8$m
tóje leent iedereen
mmm
mwMj
v«v!vv»vl«
>Wc"**evs*?1W
m^wé,
yMp,
ag»>:Q
M&
Deze foto van de school in het dorp Huizum is omstreeks 1922 gemaakt. De heer A.
Bulthuis te Cothen, in Utrecht, die ons de foto toezond, schreef, dat het klassebeeld
vals is: om de kosten te dekken werden zoveel mogelijk kinderen uit het zelfde gezin
bijelkaar gezet; welnu, dat gebeurde vroeger veel meer bij het maken van schoolfoto's.
Hier komen, voor zover bekend de namen - we beginnen bij de achterste rij: Joukje
Busman, Tilly Oosterveld, Iemkje Busman, een onbekende ("net geimporteerd met de
meubelfabriek Fristho" schrijft de heer Bulthuis) en Akke Krol. Op de tweede rij
Keesje Langerak, nog een onbekende van Fristho, Ruurd Zijlstra, Simon Dam, Sake
van der Heide, Andries Bulthuis en een broer van het onbekende meisje, genoemd
Mopie Staal. Op de derde rij: Kobus Tolsma, Melus Busman, Gerrit Stelpstra, Marius
Wuite, Wiebe Leenstra, Klaas Dekkinga, Henkie Faber, Jan Krol en Harm Tolsma.
Zittend tenslotte: Meinte van der Woude, een onbekende, Hendrik van der Woude,
nog een onbekende en nog een van der Woude. De leerkrachten zijn meester van der
Tol (naar Indië vertrokken en juf Doetje Bearda.
c/i \jriei naaaen dus een
eigen huuske op Werknianslust.
De zundag. volgende op de
zaterdag, dat ze eigenaars wud-
den waren, besloten ze naar
Sipke en Martha te gaan.
Ze wuden et grote nijs natuurlijk
zo gauw mogelik an hun zwager
en zuster vertelle.
De twee echtparen zatten in et
huuske inne Houtstraat omme
tafel inne kamer. De kofftekom
ston te pruttelen oppet stoofke.
Ik zal eerst maar es de koffie
inskinke, zei Martha. Ze nam de
vier zundagskopkes van et blad
en zette die voor heur neer en
deed in ieder kopke een brune
kandijklont.
Wat hest toch mooie kopkes. zei
Griet. Et binne van die hoogop-
pen, zei Gosse, die oek wat zegge
wu.
Martha skonk de kopkes vol.
Nou nog wat melk erbij. Zo.
klaar. Ze deelde de kopkes
koffie rond. Eerst Sipke, toen
Griet, toen Gosse en toen heur-
zelf. En toen ze met z'n vieren
behaaglik de koffie opdronken
vroeg Martha of er nog nijs was.
Griet vertelde met een opgeto
gen gezicht wat er de vorige
week allemaal gebeurd was.
Hastau mij dat niet zegge
kannen, vroeg Sipke verbaasd an
Gosse. Ja, kiek, zei Gosse,
eigelken feitelken maar
verder kwam ie niet.
Griet nam et woord over.
De hele kwestie is, dat ik et
vorige week te druk had hen,
anders was ik wel even langs
komen.
Ik vien et maar raar, zei Sipke
zien zwager anziend. Nou, ik
vien et fijn, dat jimme wat
dichterbij komme te wonen, zei
Martha, die gien ruzie hewwe
wu.
Och ja, dou bist nou eenmaal
gien prater, hé Gosse. Dat was
zo. Gosse was gien man die je de
oren vanne kop kletste. Nee.
Et is al weer een tied leden.
Gosse en Griet gotigen vroeger
nog al es naar de kerk, naar
domenee Vorenkamp.
Griet kon die zundag niet en ze
zei teugen Gosse dat ie maar
allienig gaan must.
Gosse gong dus allienig naar
dbmenee Vorenkamp. Gosse
komt tuus na de kerkdienst en
Griet het de koffie klaar. Ze zitte
samen een kopke koffie te
drinken en Griet vraagt waar
domenee et die morgen over had
het.
Waar had domenee et over,
Gosse Over de zonde, zei
Gosse. Wat zei ie daarvan Hij
wadder teugen, zei Gosse.
En vedder zweeg Gosse en dronk
zien koffie op.
Nee, Gosse was gien prater en
dus deed Griet aided et woord.
Waar komme jimme precies te
wonen, ik bedoel op wat voor
streekje, vroeg Martha.
Oppet laatste streekje, teugen-
over de Nutstuuntsjes. Et binne
mooie woningen hoor, vervolgde
ze. Een mooie kamer met twee
bedsteden er in en dan een keu
ken, oek met een bedstede. De
plee is oek inne keuken, onder
de trap naar de zouder. Dan
hoeve we niet meer et huus uut,
net as nou. En vedder hewwe de
kraan innet portaal, naast de
trap. Dat is een vaste trap en
gien ladder. Nou, en dan hewwe
we een mooie rume zouder, en
voor een bleek.
En zoas ik al zei, teugenover ons
hewwe we de Nutstuuntjes. En
we zitten vlakbij de Groninger
straatweg.
Weet je wat, zei Martha, zawwe
strakjes die kant es uutgaan
Wat denkst tou daar\>an Sipke
Ja, zei Sipke. late we dan doen.
Ja maar, zei Griet, hoe mut dat
dan met et eten Nou, dan ete
jimme hier toch een eerpeltsje
met, zei Sipke. Ik zal eerst nog
es inskinke en dan nemme we
d'r nog een timke koek bij, zei
Martha, en ze begon de kopkes
weer vol te skinken.
's Middags, nadat ze et middag
eten op hadden, gongen ze naar
Werkmanslust.
Oppe Spanjaardslaan, bij de
Noorderbrug, vroeg Sipke an
zien zwager, hoeneer verhuze
jimme eigenlik. Gosse
En Gosse zei, de 12e vanne
volgende maand. Dat was de 12e
mei.
Van der Weerdt.