Door Fenn f Sileifie Z^Crantóje leeót ip.ds'cci COEN DE KONIN TWEEMAAL IN E VOLGEND JAAR, IN DEZE TIJD - DE ZES EN TWINTIGSTE JANUARI - ZAL HET ALWEER ZESTIG JAAR GELEDEN ZIJN, DAT EEN FRIESE ELFSTEDENTOCHT VOOR DE TWEEDE ACHTEREENVOLGENDE MAAL GEWONNEN WERD DOOR DEZELFDE MAN. DE ARNHEMMER COEN DE KONING, WERELDKAMPIOEN SCHAATSEN OP DE LANGE BAAN, DIE IN 1912 GETRIOMFEERD HAD MET EEN VERSCHIL VAN PRECIES EEN KWARTIER OP DE TWEEDE AANKOMENDE, DE LEEUWARDER JAN FERWERDA, BOEKTE NU DE GROOTSTE OVERWINNING UIT DE HELE ELFSTEDENGESCHIEDENIS TOT NU TOE DOOR BIJNA EEN HALF UUR EERDER DOOR DE FINISH TE GAAN, DAN Z'N GROOTSTE CONCURRENT, SJOERD SWIERSTRA UIT OFFINGAWIER. ALLEEN DE OUDSTEN ONDER ONS ZULLEN ZICH NOG HERINNEREN, HOE HET IN DIE SPECTACULAIRE ELFSTEDENTOCHT VAN 1917 IS GEGAAN. wcrda nog scherp in het geheu gen, zocht De Koning op de avond voor de nieuwe race contact met de nu in Kampen gelegerde beroeps-militair Fer werda. Coen de Koning trof z'n rivaal in de achterzaal van Hotel De Klanderij, waar de Elfsteden- vereniging nu haar Hoofdkwar tier had, omdat het Hotel Wei- dema aan het Groot Schavernek niet meer bestond. "Nou kan er morgen maar een ding gebeuren" gromde de grote kampioen "of De Koning wint deze Elfstedentocht, of jij kunt voor De Koning een doodkist bestellen De reactie van Jan Ferwerda moet een simpel glimlachje zijn geweest, maar welke uitwerking hadden die dreigende woorden op de vechtlustige Fries Heb ben ze hem geprikkels om de wereldkampioen een nóg verbe- tener tegenstand te bieden dan de vorige maal Of brachten ze hem uit z'n evenwicht, deed de brommend uitgesproken verze kering van De Koning Ferwerda beseffen, dat ditmaal alle ver weer, alle tegenstand nutteloos was GEEN GROOTSPRAAK op kracht, dan op techniek. In een imponerende race heeft Sjoerd Swierstra geestdriftig ge poogd om de Elfstedenkampioen te benaderen, maar een Coen de Koning-in-de-vorm-van-deze-dag bleek werkelijk niet te verslaan. En zo stempelde het verrassende verloop deze Elfstedentocht tot een van de merkwaardigste, die er tot vandaag zijn geweest: met een magistrale eenling ongrijp baar op kop en ver daarachter een tweede eenzame, die op zijn beurt weer veruit superieur aan alle anderen was. Alleen in het donker van de prille morgen heeft Coen de Koning een klein clubje concur renten aan zijn zij geduld; van Leeuwarden naar Dokkum moch ten drie deelnemers bij hem in de buurt blijven: de Fries Swier stra en twee rijders uit Grams- bergen, H. Krikke, elfde aanko mende in 1912 en G. Zwijze, dertiende aankomende in dat jaar. KRACHTEXPLOSIES Maar kennelijk toch wel heel er bang voor komende krachtsex plosies van een Jan Ferwerda-op- een-onbekende-afstand-achter- zich zette Coen de Koning op de terugweg van Dokkum naar Leeuwarden de spurt er al in en distancieerde hij zich duidelijk van de andere coryfeeën van dit eerste uur. Terug in Leeuwarden lag De Koning twee minuten voor op Swierstra, die toen Zwijze en Krikke ook al gedecideerd achter zich gelaten had. Tussen Leeuwarden en Franeker vergrootte De Koning zijn voor sprong op Swierstra tot zes minuten, bij het passeren van Harlingen bleek hij acht minu ten voor te liggen, in Bolsward, precies op de helft van het tweehonderd kilometer lange traject, bedroeg De Konings voorsprong veertien volle minu ten. En wat niemand had verwacht: zó vroeg kwam De Koning hier aan, dat er ijlings naar de volgende controleposten moest worden getelegrafeerd - de kans was groot, dat de koploper, in dit moordende tempo doorrij dend, in Workum, in Hindeloo- pen of in Staveren voor nog niet bemande controlehokjes zou ko men te staan En Coen de Koning ging door: met nog maar één doel voor ogen, het record van 1912, zijn eigen record van 11 uur en 40 minuten te verbeteren, joeg hij voort, zonder om te zien, zonder lang te pauzeren, zonder zich nog zorgen te maken over de concurrentie, die zo ver achter hem lag. Tot twintig minuten was de voorsprong op Swierstra al gegroeid, toen De Koning in Staveren kwam, waar een selecte groep van achttien stoere schip pers paraat stond om de deelne mers over de grote meren te loodsen. Met een Jan Poepjes als gids Coen de Koning, de Koninklijke: hij triomfeerde tweemaal in de Friese Elfstedentocht. Er kwamen nu precies 150 deelnemers op af en onder de 42 wedstrijdrijders bevonden zich verschillende cracks, die zich al eerder als favorieten ontpopten: Jan Ferwerda, de vinnige vecht jas van 1912, Sjoerd Swierstra, de "-I'" til na n uit dezelfde tocht, C.ko'. va r l ii de pr. mie winnaar van 1909, Sjerp Kaas tra, de pijprokende zevende prijswinnaar van dat jaar en niet te vergeten Coen de Koning, de koning van 1912, de grandioze winnaar van de eerste officiële tocht. Met de herinneringen aan zijn geweldige gevecht met Jan Fer- Het is geen grootspraak, wan neer men van tevoren zegt den tocht te kunnen en willen vol brengen. Zelfkennis geeft zelf vertrouwen en is mede een der machtigste factoren, welke ter overwinning voeren Dat was het wat Jan Ferwerda zelf als slotconclusie geschreven had in een boekje over zijn Elfstedentocht van 1912. De winnaar van die tocht moet dit boekje gelezen hebben; zeggen we te veel wanneer we veronder stellen, dat Coen de Koning, de uitgekookte, Ferwerda's eigen woorden aanwendde als een wapen tegen de concurrent, die hij het ergste vreesde "Eerlijk gezegd was ik er lang niet zeker van, dat ik van Jan Ferwerda zou kunnen winnen," verklaarde De Koning, toen hij zijn woorden had waargemaakt en eerder.-veel, veel eerder dan Jan Ferwerda als een onoverwin nelijke grootmeester over de eindstreep was gegaan. De Koning's grote tegenstrever, z'n enige werkelijke concurrent, was ditmaal een andere Fries: Sjoerd Swierstra, de sterke boer uit Offingawier, de pechvogel van 1909, een vechter als Fer werda, een crack, die anders dan De Koning, meer moest bouwen vloog De Koning er meteen weer als de wind vandoor en terwijl hij het Staverse publiek versteld deed staan door de ongekende snelheid, die hij nog ontwikkel de, bleek de gids al gauw grote moeite te hebben de briljante koploper bij te benen. Zo kan de onversaagd doorsto mende De Koning zijn voor sprong op Swierstra nog voort durend groter maker.: 3l minu ten voor in Sloten, 35 minuten voor in IJlst, 36 minuten voor in Sneek - nog maar 27 kilometer voor de finish. Niet minder bloedig waren intussen de belagers van Swier stra afgeslacht, de Gramsberger Zwijze en Gerlof van der Leij, die tussen Leeuwarden en Frane ker al de der de positie op Krikke veroverd had. Drie minuten lag dit tweetal op Swierstra achter in Harlingen, 5 minuten was de achterstand in Bolsward, 10 in Workum, 17 in Hindeloopen. Met de sterke steun van hun MM 7 De Leeuwarder beroepsmilitair Jan Feil 1912, maar vijf jaar later ver achterbil i

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1976 | | pagina 6