ZWEMMEN MET DE HONNEKLAUW IN LEKKERE MODDERPOEL 'T KLEINE ^1 KRANTSJE 3 En kinderspelletjes wie ziet ze nu nog v leeót ieder voor Leeuwarden en de wijde wereld er omheen. Een uitgave van Fenno Schoustra's Publlci- teitskantoor. Verschijnt eenmaal in de veertien dagen. Redactie, Administratie en Advertentieafdeling: Naast Emmakade 39 (Vre deman de Vriesstraat 1) Leeuwarden Telefoon (05100) 20302 Postgiro 98 10 62 Bank: Rabobank Geopend: van dinsdag tot en met vrijdag, uit sluitend 's morgens van 9 tot 12 uur. 's Middags en van za terdag tot en met maan dag gesloten. Abonnementsprijs: voor Nederland fl. 17,50 per jaar; voor het buiten land: fl. 30,00 per jaar Losse nummers: i afge haald fl. 1.00 per stuk Per giro besteld: fl. 1^60 voor 1 ex., fl. 2,90 voor 2 ex., fl. 4,30 voor 3 ex. Het lidmaatschap van 't Kleine Krantsje is alleen mogelijk voor lezers, die akkoord gaan met de bepaling, dat het abonne mentsgeld vooruit moet worden voldaan. Op de 1e februari dient het abonnementsgeld voor het dan lopende jaar te zijn betaald. G eschenk-abonnemen ten en abonnementen van lezers in het buitenland moeten op de 31e decem ber van het voorafgaande jaar zijn betaald. Lezers, die zich niet tele fonisch of schriftelijk, maar per giro-overschrij ving als'abonnee aanmel den, worden verzocht op het girostrookje te ver melden: Nieuwe abonnee. Abonnees, die zijn ver huisd, dienen er op te letten, dat hun giro-over- schrijvingskaart het nieu we adres vermeldt - het oude adres moet' worden doorgehaald. Wie het abonnementsgeld voor een ander betaalt, dient duidelijk de naam en het adres te vermelden van de abonnee, voor wie wordt betaald. Adreswijzigingen moeten minstens 10 dagen voor het verhuizen worden doorgegeven. Abonnementen, die niet voor 1 december zijn op gezegd, worden automa- l tisch verlengd. Zeestraat heette een deel van de Bosboomstraat vroeger - wie weet dat nog begon de Modderdyk (liep van de Hempenserweg naar de Gou- tumerdyk) en daar was een kom. Als wij er kwamen, was het water helder en kon je de bodem zien. Maar na enkele minuten was het een modderpoel. Wat hebben wij een plezier gehad. Zwemmen met de "honneklauw" of "schipper op dek". Later gingen wij naar de Boksumerdam en zwommen in de diepe vaart. Wel gevaarlijk - Jan Beetstra is er nog verdron ken - want wij kregen geen zwemles. Later kwam het zwem bad aan de Badweg (Juffersreed- sje). Iemand die de moddersloot nog wil zien, moet wel vlug zijn, want het bebouwingsplan slokte niet alleen de Modderdyk op. Ook onze Moddersloot zal er binnen kort niet meer zijn. Wij gingen ook wel op de oorlogstoer. Vechten met kool stronken, kluiten modder of soms zelfs stenen tegen elkaar. Bijvoorbeeld: Een groep jongens van de ene wijk tegen een andere wijk. Ook wel de Christelijke school tegen de Openbare. Of de Schrans tegen Huizum (dorp) of Goutum. Ook wel tegen het Rode dorp, de Landbuurt of Boterhoek. Regelmatig vormden wij voetbal clubs. Een tweetal van die jongensclubs kan ik me nog goed herinneren, omdat deze er in slaagden echte shirts te (Vervolg op pagina 10). Wanneer het Kleine Krantsje in onze brievenbus wordt gestopt, ben ik de eerste, die dit blad tussen de post weg pikt. Met bijzondere belangstelling lees ik dan het wel en wee van vroeger. Ook de wandelingen van mr. Bijl loop ik in gedachten mee. Zou deze mr. Bijl de zoon zijn van meester Bijl uit de Huizumerlaan Jan Bijl heeft de leeftijd van mijn broer en zal dus omstreeks 65 jaar zijn. Ik ben het beste bekend met de "Schrans". de politie. Sommige van die dorpsagenten wisten wel wat voor vlees ze in de kuip hadden. Ik denk aan politie v. Wijk (de oude), Schotanus (de zwarte) of Oolderts (de rooie). De laatste was ook bijzonder handig in het pakken van de bal, als wij op de openbare straat voetbalden. Toch konden wij via de stegen in de Carel van Manderstraat (Noor derstraat) of de Matthias van Pellicomstraat (Nieuweweg) vaak op tijd weg komen. In de Schrans (Noordelijk Hui zum) zijn de straten behoorlijk vernoemd. Welke bewoner in het eerste gedeelte van de Bosboom straat, Mesdagstraat en Frans Halsstraat weet bijvoorbeeld nog, dat die straten anders heetten. Zeestraat, Goutumer- straat en Wirdumerstraat. Daar achter, waar nu huizen staan, waren de volkstuintjes en het Kaatsland. In de zomer gingen wij als kleine jongens naar de moddersloot om te zwemmen. De Hempenserweg op. Bij de tweede bocht, waar de boerderij van Bonnema stond, Wat is er toch veel veranderd in deze omgeving. Vooral de levens gewoonten. De kinderspelletjes bijvoorbeeld.. Als wij knikkerden (niet van die mooie glazen knikkers van tegenwoordig, maar van kalk en geverfd) dan kenden wij naast het kuiltje van thans, veie andere knikkerspelen. Zoals pompen in de klomp. Je gooide tegen de binnenkant van de hak een aantal knikkers (bijv. 10 bij 10, of 25 bij 25 - van ieder dus 10 of 25) en wanneer er dan een oneven aantal buiten de klomp vliegen. Het bokje springen. Niet alleen haasje over, maar ook Aban, pe suur, pe san en abantjé. Of het lepel, schaar of hakio. Raadde de "bok" welk figuur je met de hand maakte, dan moest je achter hem staan. En de volgen de springer mocht je met flinke bewegingen van de rug af werpen. Viel hij, voordat hij op de rug van de bok zat, dan moest hij er ook achter. Soms een hele rij jongens moest dan besprongen worden. Sommigen spatte, had je het gewonnen. Een even aantal was voor de tegenpartij. Verder sjoelen. Een stuk bordpapier met enkele vierkante gaten - groot één knikker, kleiner voor meerdere knikkers winst. Ook bakkerd schieten met ijzeren kogels. Of een rij knikkers met een dikke aan het ene eind. Hoe dichter je die rij raakte bij de dikke knikker, des te meer mocht je van die rij nemen. Ook de "zettop", was toen in. Potje kloven. Je ziet het niet meer doen. De kiekkast en draakje waren daar handig in. In het voorjaar gingen wij met de polsstok het land in. Dan vingen wij wel veldmuizen aan de Nieuwlandsdyk. De gaten in het land dichtstoppen. Twee openhouden. Voor de ene een stopfles of sigarenkistje en in de andere gooiden wij slootwater met de klomp opgehaald. De muizen zochten een uitweg en gevangen was de buit. Soms verschalkten wij met een stuk koperdraad (een strüp) een snoek. Hetgeen wel wat gevaar inhield, want het mocht niet van

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1976 | | pagina 3