HOE BOUKE DE HOORNBLAZER
AN SIEN HONDSJE KWAM
'T KLEINE
KRAHTSJE
STADSNIEUWS
VAN VROEGER
De Ondergeteekende
't 3Cleine 3£rant6te leest iedereen
berigt. aan zijne geëerde Begunstigersdat hij
VERHUISD is naar het Maria-Anna-
Straatjehet derde Huis van af BOKKES
Slagerlett. G 110. 63 alwaar hij zich ver
der minzaam houdt aanbevolen tot liet VER
WEN van Zijden-Katoenen- en Wollen
Stoffenhet DRUKKEN in onderscheidene
patronenalsmede Ledekant- en Statiegor-
dijnen, een en tweekleurig met behoud van
't witen verder alles wat in genoemd vak ver-
eischt wordtbelovende eene prompte en civiele
bediening.
D. DRAPER,
Stojjenverwerte Leeuwarden.
(1871).
DE KERMIS
Naar we vernemen komt dit jaar
in de kermisdagen het variëté-
gezelschap Bol en Gosschalk
weer in de Harmonie. Een der
Vele attractieve nummers zal zijn
het optreden van den heer
Albert Carré, directeur van het
"Kon. Ned. Circus-Carré", in
eigen persoon, met gedresseerde
paarden.
Natuurlijk krijgen we van den
heer Bol weer "Leeuwarder
Dümkes".
(1917)
voor Leeuwarden en de
wijde wereld er omheen.
Een uitgave van Fenno
Schoustra's Publici-
teitskantoor.
Verschijnt eenmaal in de
veertien dagen.
Redactie, Administratie
en Advertentieafdeling:
Naast Emmakade 39 (Vre
deman de Vriesstraat 1)
Leeuwarden
Telefoon (05100) 20302
Postgiro 98 10 62
Bank: Rabobank
Geopend: van dinsdag
tot en met vrijdag, uit
sluitend 's morgens van
9 tot 12 uur.
's Middags en van za
terdagtot en met maan
dag gesloten.
Abonnementsprijs:
voor Nederland fl. .17,50
per jaar; voor het buiten
land: fl. 30,00 per jaar
Losse nummers: afge
haald fl. 1.00 per stuk
Per giro besteld: fl. 1>,60
voor 1 ex., fl. 2,90 voor 2
ex., fl. 4,30 voor 3 ex.
Het lidmaatschap van 't
Kleine Krantsje is alleen
mogelijk voor lezers, die
akkoord gaan met de
bepaling, dat het abonne
mentsgeld vooruit moet
worden voldaan.
Op de 1e februari dient
het abonnementsgeld
voor het dan lopende jaar
te zijn betaald.
Geschenk-abonnementen
en abonnementen van
lezers in het buitenland
moeten op de 31e decem
ber van het voorafgaande
jaar zijn betaald.
Lezers, die zich niet tele
fonisch of schriftelijk,
maar per giro-overschrij
ving als'abonnee aanmel
den, worden verzocht op
het girostrookje te ver
melden: Nieuwe abonnee.
Abonnees, die zijn ver
huisd, dienen er op te
letten, dat hun giro-over-
schrijvingskaart het nieu
we adres vermeldt - het
oude adres moet' worden
doorgehaald.
Wie het abonnementsgeld
voor een ander betaalt,
dient duidelijk de naam en
het adres te vermelden
van de abonnee, voor wie
wordt betaald.
Adreswijzigingen moeten
minstens 10 dagen voor
het verhuizen worden
doorgegeven.
Abonnementen, die niet
voor 1 december zijn óp-
gezegd, worden automa
tisch verlengd.
Botike stapte uut de tram en
liep. voorbij de Groene Weide,
de Singel op. Et was een roezige
herfstavend. Bouke huverde in
zien ouwe jas.
Hij liep de Singel helemaal af en
ging de Noorderbrug over. Hij
sloeg links af, langs de Arends-
tuun. Voorbij de Tuuntjesskool
liep Bouke over de Kiepeloop in
de richting van de Ouwegleien.
Om dizze tied van et jaar wudde
et vroeg donker. Bouke verlang
de naar huus. Naar een warm
kacheltsje. Lekker inne warme
kamer zitte.
Eerst wat ete en dan met de
beide bienen op een andere
stoel.
In zien ouwe hoed zatten een
paar fijne sigaren, die ie van een
paar goedgeefse boeren kregen
had. Zo zien je maar weer, een
vliegende kraai viendt altied wat.
Overigens, wat ie vandaag op-
haald had viel best met. En zo
was Bouke in een beste stem
ming.
Wat is er dan fijner om in een
warme kamer te zitten as de
wien om et huus waait op een
roezige herfstavend, met een
segaar in et hoofd.
An al dizze dingen liep Bouke te
denken.
Hij was zowat voorbij et Blaauw-
huus en wu net de Ouwegleien
opgaan, toen ie een zacht janken
hoorde. Bouke bleef staan en
keek ommem hene. Hij zag niks.
Hij wu deurlope en toen hoorde
ie et geluud weer.
Et kwam bij et Blaauwhuus
vandaan. Bouke stapte de stoep
van et Blaauwhuus op en daar
zag ie een klein hondsje zitten.
Et was maar een heel klein,
armoedig hondsje met twee
kleuren bruun haar. Et baasje
bibberde van ellende op dizze
herfstige avend. Et keek met
vragende oogjes naar die grote
man voor em. Bouke bleef bij et
beesje staan en bukte zich.
Even later ging ie oppe hurken
zitten en begon teugen et beesje
te praten.
Wat idder met dij
Et hondsje ging staan en begon
te kwispelsteerten. Bouke stak
zien han uut en begon et
hondsje te aaien. Et was, eerlik
gezeid. een bitsje een gekke
situaasje, die grote man, met
zien hoorn oppe rug, op zien
hurken zittende, pratende en
aaiende met een klein, miezerig,
bibberend hondsje.
Een man kwam vanne Ouweglei-
Ze bleef bij de mannen staan.
Idder wat te doen. vroeg ze. Hij
hier, zei de man en wees op
Bouke, het hier een klein
hondsje vonnen.
Zo, zei de vrouw. Ik hew et koud,
zei de vrouw, zonder de man
verder antwoord te geven. Wat
zeiden jou zopas, vroeg de
vrouw, het die man hier een
klein hondsje vonnen
Ja, zei de man, een klein
hondsje, zien maar. Een hond
sje Hoe komt dat hier, zuden
je zegge, waar zu dat vandaan
komme, vroeg de vrouw verwon
derd.
Dat wete we niet, zei de man. Et
was hier al.
Dat hewwe ze netuurlik hier
neerleid omdat ze et kwiet
wuden, de rotzakken, zei de
vrouw. Verdomd, zei de man.
Onderwiels had Bouke et hond
sje in zien armen nomen. Hij
begon et weer te aiien terwiel ie
er weer met een zachte stem
teugen praatte.
Wat mut ik nou met dij doen,
hé, zei Bouke en vervolgde, hé,
zeg oek es wat. Dou kanst hier
toch niet blieve
De man docht, dat Bouke et
teugen hem had. Hij zei, ja, wat
mut ik daarop zegge, ik weet et
oek niet. Verdomd, ik weet et
niet.
Ik had et oek niet teugen jou,
man, zei Bouke. Ik had et
teugen et hondsje. O, zei de
man.
Ik gaan naar huus. zei de vrouw.
Ik hew et koud kregen. Jimme
zoeke et maar uut, en ze stapte,
met hur kienderwagen met was-
guud, de Ouwegleien op.
Laast hezze nog een hondsje uut
de Dokkumer Ee ophaald,
begon de man teugen Bouke. Zo,
zei Bouke. Ja, et was er invallen,
zo maar, ging de man verder. En
toen het een jonge et oppe wal
haald. Zo. zei Bouke weer. Hij
had alleen maar andacht voor et
hondsje op zien arm en wat die
man zei kon em niks skele.
De hoorn was em vanne rug
afgleden en hong nou half voor
zien buuk. Bouke douwde de
hoorn weer naar achteren. Weest
wat, zei Bouke teugen et
hondsje, ik zal dij maar met-
nemme, naar huus, hé. Ik kan
dij toch oek niet hier late. hé. Hij
stapte, met et hondsje in zien
armen, de hoek bij et Blaauw
huus om, de Ouwegleien op.
Bart van der Weerdt.
en anlopen en bleef bij et tweetal
staan.
Wat hewwe jou daar vroeg de
man. Der zit hier een klein
hondsje, zei Bouke.
Een klein hondsje, waar Hier,
voor mij, zei Bouke. Verdomd,
zei de man.
Et hondsje wudde nou deur de
beide mannen andachtig beke
ken. Et ziet er wel wat skrimpel-
zeuzig uut. zu et ziek weze
Ik weet et niet, zei Bouke. Ik
kom hier net anlopen over de
Kiepeloop en ik wil net de
Ouwegleien opgaan, toen ik een
zacht gejank hoorde. Nou, ik
keek ommie hene. maar ik zag
eerst niks. En toen hoorde ik et
nog es. Afftjn ik gaan kieken en
daar vien ik dit hondsje-
Verdomd, zei de man.
Een vrouw, die 'een ouwe kien
derwagen met wasguud voor
■zich uut douwde, kwant de
Kiepeloop aflopen.